Ideën, tweede bundel
497.
Niets is gewoner dan een entomoloog in verrukking te zien, by 't beschouwen of beschryven van een schynbaar onaanzienlyk beestje. Zo is voor den psycholoog elk exemplaar van 't mensenras - al ware 't dan ook een gekorven exemplaar, ja misschien de sterk gekorvenen 't meest - zeer belangryk. Hy leest een boeienden roman, in gemoederen die onbeschreven - of ‘niet mooi’ beschreven - voorkomen aan de velen die zich niet toelegden op de schone kunst van ontcyfering.