Ideën, eerste bundel
434.
Maar, zegt de protestant, die zotte vertellingen over Kwip of Kwap geloven wy evenmin als gy. Wy zyn verre verheven boven de katholieken... wy versmaden menselyke uitvindsels, fabelen, priesterpraatjes... zie eens onze godsdienst! By ons is alles zuiver gezond verstand. Wy hechten niet aan die zotte toevoegselen... wy houden vast aan den geest? aan de moraal, weet je? - aan de moraal en den geest die ons is verkondigd en meegedeeld door den Here Jezus Christus, hy die geboren werd uit een maagd, gestorven is voor onze zonden aan het kruis, nedergedaald ter helle en opgevaren ten hemel...
- Ei!
Iemand bezocht 'n gekkenhuis, en by 't rondgaan werd-i begeleid door 'n persoon die hem inlichtingen meedeelde over de soort van krankzinnigheid der opgeslotenen. De begeleider scheen gevoelig van aard, althans hy toonde zich diep bewogen met het lot van die arme dwazen. De een was koning, de tweede 'n speldekussen, de derde, vierde, vyfde... tot den drie-en-twin-*
tigsten toe, waren dichters. Daarop volgden de godsdienstgekken - 'k heb ze niet geteld - toen een paar liefdegekken - weinig, want die zyn er minder dan men denkt - vervolgens de ongegronde-hoogmoedsgekken, de eerzuchtsgekken, de geldjachtsgekken... in 't kort, het was 'n wereld in 't klein.
- Zonderling toch en bedroevend, sprak de vriendelyke geleider, dat de menselyke geest zó kan afdwalen. Die man daar verbeeldt zich dat-i Paus is, en deze hier houdt zich voor 'n brandende vetkaars! En dat is toch niet juist, m'nheer. Want? begrypt, als 't waar was, had ik 'm al lang uitgewaaid...
De man protesteerde tegen de gekheid der anderen, en meende zelf dat-i 'n zuidwestewind was...
Die protestante wind was de lastigste gek van 't hele huis.