Ideën, eerste bundel
426.
Onder de niet-werkenden zyn minder slapers dan men meent. De meesten twyfelen, en begeren waarheid, doch niet zó sterk als nodig wezen zou om zich gedrongen te voelen tot eigen onderzoek.
Wanneer men van allen die op de bevolkingsstaten zich inschry-*
ven als behorende tot een der talloze christelyke gezindheden, aftrok de velen die zich gereformeerd, katholiek, luthers, enz., noemen: uit gewoonte, of: omdat hun ouders zich aldus noemden, of: omdat ze nu eenmaal tot die gemeente behoren, of: omdat men toch iets wezen moet (424) of: om 't voorbeeld voor de kinderen, of: uit mensenvrees... dan voorzeker zouden er weinigen overblyven, en de meerderheid der bevolking zou waarschynlyk blyken niet te behoren tot de zogenaamde christelyke kerk.
Ik beweer echter dat de tegenstanders niet veel winnen zouden by den overgang van die naam-christenen tot de openlyke hulde aan 't gezond verstand.
Want die overgang zou eerst plaats vinden als 't mode werd, en geen scha deed. Wy zouden alzo vrydenkers krygen van 't gehalte der Christenen aan 't hof van Constantyn. (7)
't Is om te schrikken!