Ideën, zesde bundel
1123.
Het aantal bomen is groter dan 't aantal bladen van den boom die 't meest bladen draagt. Minstens twee bomen moeten dus 'n gelyk getal bladen hebben.
Aannemende dat er dertienhonderd millioen mensen leven, dan volgt hieruit dat er minstens ruim 3½ millioen mensen op denzelfden dag jarig zyn. Want zóveel bedraagt het quotiënt van
1300.000.000: 365.
Het samenvallen der verjaardagen van sommige personen op één dag, is dus geen gevolg van eigendunkelyke beschikking, van willekeur, van 'n gril: het moet zo wezen. De kans op ontmoeting van 'n persoon die jarig is op denzelfden dag als wy, wordt weer bepaald door 'n anderen deler, waaruit 'n ander quotiënt voortvloeit.
Geen macht ter wereld - noch buiten de wereld! - is in staat deze quotiënten te veranderen. Heel gelukkig! Een Almacht die 't beproefde, zou blyk geven van krankzinnigheid, en dus ipso facto géén Almacht zyn.
Wie in één worp vier ballen zodanig werpt dat ze moeten terecht komen in 'n bak dien men in vier gelyke vakken verdeelde, heeft - zonder belemmerende by-oorzaken, als, byv. de verspreiding door wryving - slechts één vier-en-zestigste kans dat er in elk vak een bal komt te liggen. Op-den-duur zal 't een berekenbaar getal keren voorkomen dat deze verhouding ten achter geraakt, waaruit volgt dat zy zich in andere ogenblikken door sneller herhaling verevenen moet.
Wie dan in zodanig ogenblik van herstel der evenredigheid, alleen achtslaat op de frequentie der verschyning van 't byzondere en niet gelet heeft op 't uitblyven van de verevening in andere perioden, meent ten onrechte dat-i te doen heeft met iets byzonders, met 'n schreeuwende onregelmatigheid, met... 'n wonder!
Zyn de opeengedrongen voorvallen gunstig, dan heeft ‘Gods vinger’ ze zo geschikt.
In het tegenovergesteld geval speelt de Duivel z'n rol.
De ene mening is de andere waard.
Logische noodzakelykheid laat zich niet door vingers of klauwen van goden en duivels beheersen. Twee maal twee is vier, met of zonder - d.i. tégen - God. Met of zonder Duivel, d.i. tégen Duivel. Want zo'n Duivel kan niet bestaan zonder 'n beetje: twee maal twee is drie, of... vyf, naar verkiezing.
En die God ook niet!
Het verzinnen van zulke ongerymdheden is 'n zeer verkeerd middel om te geraken tot opheldering van mysteriën. Wie iets begrypen wil, moet niet beginnen met het vooropstellen van 'n onbegrypelykheid.
By 'n correcte aanwending van ons denkvermogen...
Genot en deugd, lezer! Zyt ge niet tevreden met dit Evangelie?
*
...by 't correct denken behoren wy vooral te letten... ik mag hier niet zeggen: op 'tgeen we niet weten. Dit kán niet. Maar hierop toch: dát we zo weinig weten, en dat het onbekende, op straffe van niet zyn, gehoorzaamt aan dezelfde wet van noodzakelykheid, als 't ons wél bekende, stevige trouwe: 2 × 2 = 4. Ten opzichte van al deze stellingen, beroep ik my overigens op zekere hoofdstukken in ‘Millioenenstudiën’.