Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
Geschreven op 5 October 1869, in antwoord op een circulaire van de Haagse afdeling der Maatschappy tot Nut van den Javaan, waarbij steun werd gevraagd voor plannen om de ontwikkeling der inlanders te bevorderen door het verstrekken van geschriften en het geven van onderwijs. (Vgl. blz. 255)
Gepubliceerd in brochure-vorm, omstreeks 10 October 1869, bij F. Günst te Amsterdam.
Herdrukt in brochure-vorm: Amsterdam, G.L. Funke (zonder jaartal; waarschijnlijk 1872). Daarna opgenomen in:
Verspreide Stukken van Multatuli. Amsterdam, - G.L. Funke. 1875. blz. 149-152.
Verspreide Stukken, zesde druk, idem 1879, blz. 149-152.
De afgedrukte tekst komt overeen met de brochure, bij Funke verschenen.