Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
Causerieën
De Causerieën van Multatuli werden geschreven tussen begin April en eind December 1869; ze verschenen tussen 25 Mei 1869 en 15 Februari 1870 op ongeregelde tijden in het Semarangse blad De Locomotief. Multatuli's medewerking werd op Maandag 24 Mei 1869 door Redactie en Uitgevers aangekondigd in een artikel, dat aldus begint:
- De klimmende belangstelling en ondersteuning die ons blad voortdurend en in de laatste maanden meer nog dan vroeger werd betoond, heeft op nieuw een uitbreiding van het getal medewerkers der Locomotief wenschelijk gemaakt. Uit dien hoofde zijn onderhandelingen aangeknoopt met een verdienstelijken Nederlandschen letterkundige, en uit dien hoofde ook is een overeenkomst gesloten met den genialen schrijver van ‘Max Havelaar’. Den eerste hopen wij vóór het einde van de volgende maand aan onze lezers te noemen; den laatste... maar wie kent niet het boek, dat de schrik is der Slijmeringen, Wawelaars en Droogstoppels; dat een rilling heeft gejaagd over het volksgeweten dat ‘in rustige ruste’ was gegaan; dat in den staat ‘tusschen Oostfriesland en de Schelde’ de beroering bracht van ‘een klewang-wettend krijgsgezang’, en dat de baanbreker is geworden van een koloniale politiek die ‘redding en hulpe’ zal brengen aan de vele mishandelde Saidjah's ‘in het prachtig rijk van Insulinde, dat zich daar slingert om den evenaar als een gordel van smaragd’. -
Na deze passage wordt meegedeeld, dat De Locomotief voortaan ook op Dinsdag en Zaterdag zal verschijnen, en dat men Multatuli's bijdragen uitsluitend in die afleveringen zal kunnen vinden.
Het Multatuli-Museum bezit van deze Causerieën een niet geheel volledig handschrift van de auteur. Het bevat kennelijk het eerste ontwerp ofwel een tussenstadium, maar zeker niet de laatste redactie van de tekst. In grote gedeelten echter is er tussen handschrift en krant een woordelijke gelijkheid. Voor zo ver ze van elkander verschillen, moet de oorzaak daarvan niet enkel gezocht worden bij de auteur, die tijdens het overschrijven zeker zijn werk nog verbeterd heeft, maar helaas ook vaak bij de redactie, die zich niet heeft ontzien, wijzigingen en bekortingen aan te brengen. Niet minder ernstig is het feit, dat in De Locomotief de nummering onjuist en verwarringwekkend, de volgorde soms foutief, en de reeks onvolledig is.
De Causerieën, zoals die in dit deel zijn opgenomen, danken hun volgorde aan het handschrift. Van de vier die geheel, en de ene die gedeeltelijk in De Locomotief ontbreken, en die hier dus voor het eerst in druk verschijnen, is uiteraard ook de tekst aan het handschrift ontleend. De andere Causerieën echter zijn afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve daar waar het manuscript kennelijk een beter of vollediger lezing geeft. Alleen op deze manier leek het ons mogelijk, Multatuli's definitieve versie enigermate te benaderen. De desbetreffende varianten zijn hieronder, bij iedere Causerie afzonderlijk, verantwoord.
I
Handschrift compleet, zeven blaadjes, waarvan vier aan beide zijden beschreven. Een potloodaantekening: 22 April, is doorgestreept en veranderd in: 1? April.
Gepubliceerd in De Locomotief, Dinsdag 25 Mei 1869, tot: Wat zal men van my denken! (blz. 108, r. 7); en verder, met de onjuiste aanduiding: Causerie II, in het nummer van Zaterdag 29 Mei 1869.
Afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de navolgende varianten:
blz. 103 | r. 17 | of - volgens Hs; in Loc: ontbreekt |
104 | 21 | debiteerde - volgens Hs; in Loc: debiteert |
104 | 20 | du Deffand - verbeterd uit: Du deffant (ook 105: 9) |
105 | 12 | nee - volgens Hs; in Loc: hé (tweemaal) |
106 | 35 | vierkante duimen gedachte - volgens Hs; in Loc: □ duimen gedachten |
107 | 25 | hun echtgenoten - volgens Hs; in Loc: haar echtgenoten |
blz. 108 | r. 35 | 't consigne - volgens Hs; in Loc: de consigne |
110 | 11 | naby Purmerend - volgens Hs: in Loc: in Noordholland |
112 | 4 | die fatsoenlyke - volgens Hs; in Loc: de fatsoenlyke |
II
Handschrift onvolledig, vier blaadjes, waarvan twee aan beide zijden beschreven. Potloodaantekening: 22 April.
Gepubliceerd in De Locomotief, Dinsdag 6 Juli 1869, tot: Het spookt er, moet ge weten! (blz. 119 r. 5); en van: De tribune (blz. 119 r. 14) af, in het nummer van Zaterdag 10 Juli 1869. Afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de navolgende varianten:
blz. 113 | r. 14 | dan: ik heb - volgens Hs; in Loc: dan heb ik |
114 | 14 | Zou men er niet voor schrikken - volgens Hs; in Loc: Zou men 't niet verzeggen |
117 | 36 | Voor belangstellenden diene dus à governo dat ik - volgens Hs; in Loc: A go. diene dat ik dus |
119 | 6-13 | Het gerucht tot veroorloven - volgens Hs; in Loc: ontbreekt |
119 | 25-30 | Om zulke vitteryen tot buitenplaats - volgens Hs; in Loc: ontbreekt. De woorden: bepaald wordt, komen niet in het handschrift voor. |
III
Handschrift compleet, twaalf blaadjes, aan één kant beschreven. Potloodaantekening: 6 Mei.
Gepubliceerd, direct na het slot van Causerie II, in De Locomotief van Zaterdag 10 Juli 1869, tot: naar een klein doel (blz. 125 r. 29); voorts in het nummer van Dinsdag 13 Juli 1869, tot: heeft voorgezeten (blz. 130 r. 11); daarna in het nummer van Donderdag 15 Juli 1869, tot: ergeren wou (blz. 134 r. 27), en tenslotte in het nummer van Dinsdag 20 Juli 1869.
Afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de navolgende varianten:
blz. 124 | r. 24 | mits hy slechts bewyze dat hy nooit iets uitstekends verrichtte, en dus - volgens Hs; in Loc: |
mits hy bewyze nooit iets uitstekends verricht te hebben, en dat hy dus | ||
blz. 127 | r. 12 | vervolging - volgens Hs; in Loc: vervolgen |
128 | 34 | welgemeende - volgens Hs; in Loc: welgemende |
129 | 36 | hun - volgens Hs; in Loc: hen |
134 | 34 | oproer eensklaps - volgens Hs; in Loc: oproer |
IV
Handschrift compleet, met dien verstande dat de aanhaling uit het toen nog niet gepubliceerde Vorstenschool alleen met de begin- en de slotwoorden is aangeduid. Vijf blaadjes, waarvan drie aan beide kanten beschreven. Gedateerd: 20 Mei 1869.
Gepubliceerd, direct na het slot van Causerie III, in De Locomotief van Dinsdag 20 Juli 1869, tot: praten, causeren (blz. 140 r. 16); vervolgens in het nummer van Zaterdag 24 Juli 1869, tot: doorgronden kan (blz. 144 r. 28), en tenslotte in het nummer van Dinsdag 27 Juli 1869. De Brief aan Ds Francken, waarnaar op blz. 144 bovenaan verwezen wordt, is opgenomen in deel I, blz. 377.
Afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de navolgende varianten:
blz. 137 | r. 24 | vry algemeen - volgens Hs; in Loc: nogal algemeen |
140 | 1 | croustilleus - volgens Hs; in Loc: crustilleus. |
142 | 16 | Men - volgens Hs; in Loc: M'n |
144 | 7 | dát - volgens Hs; in Loc: dat |
V
Handschrift aanwezig van de eerste helft (tot de interlinie op op blz. 153). Vier blaadjes, aan één kant beschreven. In de aanhef gedateerd: Ems, 30 Mei 1869. Op de keerzijde van het eerste blad staan in het handschrift van Mimi Hamminck Schepel korte aantekeningen betreffende het verdere deel van deze Causerie. Gepubliceerd in De Locomotief van Donderdag 29 Juli 1869, tot: gezet worden (blz. 151 r. 27); en voorts in het nummer van Dinsdag 3 Augustus 1869.
Afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de navolgende variant: blz. 151 r. 4: '85 - volgens Hs; in Loc: '87.
VI
Handschrift compleet, acht blaadjes, aan één kant beschreven. Ongedateerd.
Gepubliceerd in De Locomotief van Dinsdag 10 Augustus 1869, tot: is zeker (blz. 161 r. 19); vervolgens in het nummer van Donderdag 12 Augustus 1869, tot: was gevallen (blz. 163 r. 31); en tenslotte in het nummer van Dinsdag 17 Augustus 1869.
Onder deze laatste Causerie is de volgende verklaring afgedrukt:
Om den goeden knorrigen markies te hulp te komen in zyne Causerie, voegen wy hier den juisten tekst by van het op den fatalen steen gebeiteld vonnis.
Red. Locomotief
Tot eene verfoeyelyke gedachtenisse tegen den gestraften Landverraader Pieter Elberfeld zal niemant vermoogen te deezer plaatse te Bouwen, Timmeren, Metselen off Planten nu of ten eenigen daage. Batavia den 14 April Anno 1722.
Volgt Javaansche vertaling.
Afgedrukt overeenkomstig de tekst in De Locomotief, behalve de navolgende varianten:
blz. 160 | r. 26 | dat alles - volgens Hs; in Loc: dit alles |
160 | 27 | chinesen - volgens Hs; in Loc: chinezen |
VII
Handschrift compleet, acht blaadjes, aan één kant beschreven. Niet gedateerd.
Niet gepubliceerd in De Locomotief.
Afgedrukt overeenkomstig het handschrift, behalve de navolgende verbeteringen:
blz. 169 | r. 1 | Bilderdyk - in Hs: B. |
169 | 3 | bandjir - in Hs: banjir |
170 | 13 | XVIII - in Hs: ontbreekt |
170 | 17 | te zyn - in Hs: zyn |
172 | 34 | Rafaël? - in Hs: Rafaël |
174 | 2 | vragen. - in Hs: vragen? |
177 | 17 | Sesam open u - in Hs: Sesaat opent u |
VIII
Handschrift compleet, vijf blaadjes waarvan vier aan beide kanten beschreven. Niet gedateerd.
Niet gepubliceerd in De Locomotief.
Afgedrukt overeenkomstig het handschrift, behalve de navolgende verbeteringen:
blz. 186 | r. 38 | râteau's - in Hs: rateaus |
187 | 30 | kruisen - in Hs: kruizen |
187 | 31 | Düppel - in Hs: Dypbel (Deze plaats is door verschillende doorhalingen moeilijk leesbaar.) |
IX
Handschrift ontbreekt.
Gepubliceerd in De Locomotief, Dinsdag 21 September 1869, tot: beide zyden (Idee 1) (blz. 194 r. 24); vervolgens in het nummer van Donderdag 23 September 1869, tot: had moeten doen (blz. 198 r. 34); en tenslotte in het nummer van Dinsdag 28 September.
De Causerie is aan het slot gedateerd: Den Haag, 29 Juli 1869. De aanhef wijst terug òf op een Causerie die noch in het handschrift, noch in de Locomotief bewaard is gebleven, òf op een opmerking die als postscriptum was aangehaakt achter de definitieve tekst van de vorige Causerie.
Met toevoeging van het nummer: IX, afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de volgende verbeteringen van drukfouten:
blz. 192 | r. 13 | saute - in Loc: sante |
192 | 21 | m'nheer - in Loc: minheer (ook in regel 23) |
X
Van het handschrift bestaan slechts twee blaadjes, beide tweezijdig beschreven, met op het eerste de pagina's 1 en 10, op het andere de pagina's 5 en 11 (slot) van de kopij.
Gepubliceerd in De Locomotief van Dinsdag 5 October 1869, tot: geen diploom nodig (blz. 207 r. 18); vervolgens in het nummer van Zaterdag 16 October 1869, tot: 't Haagse bos (blz. 211 r. 19); en tenslotte in het nummer van Dinsdag 19 October 1869.
Afgedrukt volgens De Locomotief, met verbetering van het woord: preteuse, in: pretense (blz. 202 r. 27)
XI
Handschrift ontbreekt.
Geschreven, blijkens de dagtekening onderaan, op 26 Augustus 1869.
Gepubliceerd, onmiddellijk na het slot van de vorige Causerie, in De Locomotief van Dinsdag 19 October 1869, tot: zo aantrek (blz. 216 r. 23); vervolgens in het nummer van Donderdag 21 October 1869, tot: naar Egypte te maken (blz. 220 r. 16); en tenslotte in het nummer van Dinsdag 2 November 1869. Bij de eerste zin van dit laatste gedeelte staat de voetnoot: ‘Nl. om een reis naar Egypte te maken’, die kennelijk van de Redactie afkomstig is.
Afgedrukt volgens De Locomotief, met de navolgende verbeteringen, die in het handschrift van Mimi Hamminck Schepel zijn aangebracht op het exemplaar van De Locomotief van 2 November, dat in het bezit is van het Multatuli-Museum:
blz. 221 | r. 25 | de aan parvenu's eigene - in Loc: een zekere |
221 | 32 | het zal - in Loc: het kan |
222 | 22 | zulke wezens - in Loc: de zodanigen |
222 | 22 | van laster en van schelden - in Loc.: van schelden |
222 | 25 | omdat zy de misdadigsten zyn - in Loc: omdat zy zoveel minder zyn dan vele anderen |
222 | 27 | talent - in Loc: talen |
222 | 28 | de vervloekte middelmatigheid - in Loc: ontbreekt |
XII
Handschrift compleet; tien blaadjes waarvan één aan beide kanten beschreven. Met potlood gedateerd: 9 September.
Gepubliceerd in De Locomotief van Vrijdag 24 December 1869. Afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de navolgende varianten:
blz. 229 | r. 18 | samenstelde - volgens Hs; in Loc: samenstelt |
230 | 13 | Witte Zee - volgens Hs; in Loc: witte zee |
230 | 26 | dát ivoor - volgens Hs; in Loc: dit ivoor |
XIII
Handschrift compleet; tien blaadjes, aan één kant beschreven. Gedateerd 23 September 1869.
Niet gepubliceerd in De Locomotief.
Afgedrukt overeenkomstig het handschrift.
XIV
Handschrift compleet; gedateerd 7 October 1869. Negen blaadjes, waarvan alleen het laatste aan beide kanten beschreven.
Gepubliceerd in De Locomotief van Zondag 5 December 1869, tot: in 't straffen! (blz. 252 r. 36). De verdere tekst werd niet gepubliceerd.
Afgedrukt, wat het eerste gedeelte betreft, overeenkomstig De Locomotief; wat het tweede gedeelte betreft, overeenkomstig het handschrift.
Na de woorden: Kortom 't is mooi (blz. 255 r. 30) volgt in het handschrift nog:
‘Zie hier 't ding. Leest en verheugt U’ en daarna een open plaats; in de definitieve kopij heeft stellig de gehele circulaire van de Haagse afdeling van de Maatschappij tot nut van den Javaan daar een plaats gevonden. Aangezien de preciese tekst hiervan ons onbekend is gebleven, hebben we op blz. 255 ook de verwijzing: ‘Ziehier 't ding. Leest en verheugt U’ weggelaten. Multatuli's Open brief aan de Mij etc., die eveneens in het handschrift ontbreekt, werd op blz. 256-257 toegevoegd overeenkomstig de publicatie in brochurevorm.
XV
Handschrift compleet; tien blaadjes, aan één kant beschreven. Gedateerd: 20 October 1869.
Niet gepubliceerd in De Locomotief.
Afgedrukt overeenkomstig het handschrift, met verbetering van: Mäudreck in: Mäusedreck (blz. 264 r. 36).
In het handschrift ontbreekt Multatuli's antwoord aan de heer Van Lier. Het werd op de desbetreffende plaats tussengevoegd, zoals het gepubliceerd werd in de NRC van 22 October 1869, Bijvoegsel; alleen een drukfout werd verbeterd:
blz. 267 | r. 25 | dat ik - in NRC: ik dat |
XVI
Handschrift compleet; zes blaadjes, aan één kant beschreven. Gedateerd: 4 November 1869.
Gepubliceerd in De Locomotief van Woensdag 22 December 1869.
Op het nummer dat Multatuli ontving, schreef hij met inkt de volgende aantekening, die wegens het woord ‘weder’ ook van belang is voor vroegere causerieën: ‘In deze Causerie zyn weder vele passages door de redactie van de Locomotief gesupprimeerd. Andere plaatsen zyn verminkt.’
Bij een driedubbele regel stippeltjes na: Doch geen nood (blz. 270 r. 35): ‘een heel stuk over De W. uitgelaten.’
Bij: na Rome, Dordrecht (blz. 273 r. 19): ‘Dit slaat op een passage die gesupprimeerd is, en wordt daardoor nogäl ongepast.’
Bij: de gepleegde daad (blz. 273 r. 26): ‘lees: voor 't gepleegd bedrog (dat is: de Thorbeckery van 1848)’.
Bij: die handeling (blz. 273 r. 28): ‘dat bedrog.’
Bij: schuld (blz. 274 r. 20): ‘onschuld.’
Afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de volgende wijzigingen en aanvullingen:
blz. 269 | r. 29-32 | Zou men 't actueel tot Coen - volgens Hs; in Loc: ontbreekt |
270 | 6 | wezen onder De Waal - volgens Hs; in Loc: wezen |
270 | 25 | 't onwaardig Nederland - volgens Hs; in Loc: Nederland |
270 | 35-37 | Die prediker tot hebben gemaakt - volgens Hs; in Loc: ontbreekt |
271 | 15-21 | Toen de katholieken tot in pace - volgens Hs; in Loc: ontbreekt |
272 | 18 | het derde deel - in Loc: de ‘Herdrukken’ |
273 | 26 | 't gepleegd bedrog - volgens Hs; in Loc: de gepleegde daad |
273 | 28 | dat bedrog - volgens Hs; in Loc: die handeling |
274 | 20 | onschuld - volgens Hs; in Loc: schuld |
XVII
Handschrift vrijwel compleet; drie-en-twintig blaadjes, aan één kant beschreven, genummerd 1 tot en met 20, en 23 tot en met 25; alleen de nrs 21 en 22 ontbreken dus.
Gedateerd 16 December 1869.
Gepubliceerd in De Locomotief van Maandag 31 Januari 1870, tot: aan te horen (blz. 284 r. 21); daarna in het nummer van Woensdag 2 Februari 1870, tot: aan te horen (blz. 292 r. 8); en tenslotte in het nummer van Vrijdag 4 Februari 1870. Deze drie gedeelten zijn ten onrechte achtereenvolgens genummerd als XVII, XVIII en XIX.
Afgedrukt overeenkomstig De Locomotief, behalve de navolgende correcties van drukfouten:
blz. 276 | r. 30 | één - volgens Hs; in Loc: een |
280 | 32 | iam - volgens Hs; in Loc: sam |
291 | 19 | amicos - volgens Hs; in Loc: amicus |
294 | 2 | samenspant - Hs ontbreekt; in Loc: samenspannende |
294 | 35 | sou en so - volgens Hs; in Loc: zou en zo |
295 | 18 | nu - volgens in Loc: me |
296 | 10 | usum - volgens Hs; in Loc: urum |
296 | 27 | faut - volgens Hs; in Loc: fout |
XVIII
Handschrift ontbreekt.
Geschreven 29 December 1869.
Gepubliceerd in De Locomotief van Dinsdag 15 Februari 1870. Afgedrukt overeenkomstig deze publicatie, behalve de navolgende correcties van drukfouten:
blz. 298 | r. 35 | aedilisschap - in Loc: aldilisschap |
305 | 29 | beschuldigden - in Loc: beschuldigen |