Ideën, eerste bundel
308.
Ik heb veel landen bezocht, en beyverde my overal acht te geven op de publieke zaak. Welnu, ik verklaar, nergens zulke totale absentie van plichtsbesef, nergens zo'n walglyke onbekwaamheid te hebben aangetroffen, als by 't bestuur der stad Amsterdam. Amsterdammers, ziet ge dat niet? Reist eens wat, merkt wat op, en als gy terugkeert, gaat naar 't stadhuis, en gooit... neen, gooit niets. Maar eilieve, kiest anders.
't Grappigste is dat dezelfde kranten die u zo trouw voorgingen in kiesrazerny, heel ontevreden zyn over den loop der zaken. Zy moesten consequent wezen, parbleu! en 't heel mooi vinden dat er deficitten zyn in de trottoirs, en équivalente gapingen in de geldmiddelen. Eerst schepen ze u op met allerlei pronkmodellen van onbeduidendheid, en wanneer dan de boel schandelyk slecht gaat, roepen ook zy om 't hardst: precies m'n idee!
Wat er te verwachten is van uw gekies, waar 't 's lands belang geldt, o Nederlanders, gy die reeds niet in staat zyt de belangen ener stad te overzien? Dit kunt ge nalezen in m'n Idee over 't whisten. Uw rekening deugt niet.