Ideën, eerste bundel
266.
Er zyn weinig in de Geschiedenis vermelde personen... er zyn er géén, die ik zo liefheb als Jezus. Och, ik wou hem zo graag kennen in z'n fouten!
't Is onmogelyk dat iemand die Jezus houdt voor zondeloos, hem zó lief kan hebben als ik.
Er is een zotte begripsverwarring in de mening dat ik 'n vyand van Jezus wezen zou. Van de duizend en één Christendommen, ja! En ik beweer dat Jezus in die vyandschap myn bondgenoot wezen zou.