Ideën, derde bundel
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
863.
Het stadskind werd gedurende dien tyd beziggehouden met andere geschiedenissen die hem in 't minste niet aangaan. Hy hield er zich dan ook eigenlyk niet mee bezig. De opgedrongen taak was juist voldoende om hem af te trekken van wat hem wel behagen zou, zonder daarvoor in 't minst een begeerden indruk in de plaats te geven. Men verkrachtte zyn smaak en maakte van z'n vatbaarheid misbruik.
‘Wat zou er geworden zyn van den tol die onlangs over den muur vloog?’
Het vragend gemoed krygt ten antwoord dat Dordrecht 'n fameus privilige kreeg: het Stapelrecht. Of dat Madrid aan den Manzanares ligt...
Allerbelangrykst voorzeker, maar niet voor hém.
Daar gonst een vlieg...
Broem... broem!
‘Zal ze zich neerzetten, en waar? Als ze eens zitten ging op den neus van m'sieu. Ik wou dat ze 't deed...’
Broem... broem!
- Waar vestigden zich de Batavieren?
Hy hoort de vraag niet, maar z'n ondeugend hartje hoopt nog altyd: op den neus van m'sieu!
- Jongen, ben je doof? Waar vestigden zich de Batavieren, en wanneer?
Broem... broem!
- In Hessenland, m'nheer... al in de rondte... neen, op 'n eiland...
- Juist! en hoe heette dat eiland?
't Kan hem wat schelen! Toch wil hy 't wel zeggen:
- Het eiland der Batavieren, m'nheer... daar gaat-i zitten.
- Wie was hun beroemdste veldheer?
- Claudius Civilis, m'nheer... z'n hele achterlyf is groen!
- Juist! Kinderen, nu grammaire! Noem eens de rededelen op...
‘Daar vliegt ze weer.’
Broem... broem!
- Ik vraag je naar de rededelen!
- Zelfstandige naamwoorden... 't zal my benieuwen of ik op m'n verjaardag 'n doos timmergereedschap kryg... voorzetsels...
- Dat volgt niet.
- Mama heeft het beloofd... voegwoorden, m'nheer! Dan zaag ik al m'n kegels den kop af.
- Alweer mis. Het gaat niet met je. Begin nog eens!
- Zelfstandige naamwoorden... wat 'n gekke scheur in die vensterruit, precies 'n mannetje met 'n pyp in z'n mond... een tussenwerpsel, m'nheer!
- Deugt niet! Denk eens goed na... Ik zal je anders...
Broem!
- Daar zit ze tegen 't plafond! Zelfstandige naamwoorden...
- Die hebben wy al gehad, ga voort!
‘Als ik zo'n vlieg was...’
- Nu, hoe is het, weet je 't nog niet?
- Dan vloog ik... mannelyk, vrouwelyk, en onzydig, m'nheer!
- Mauvaise marque! Mannetje, als je niet beter oppast, komt er niets van je terecht. Ik zal er je papa over spreken.