Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868
[2 januari 1867 Van den Rijn (I)]
[3 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[8 januari 1867 Van den Rijn (II)]
[9 januari 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[9 januari 1867 Advertentie Handelsblad]
[9 januari 1867 Brief van Huet aan Multatuli]
[10 januari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]
[10 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Multatuli]
[10 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Lebègue]
[11 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[15 januari 1867 Van den Rijn (III)]
[16 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Multatuli]
[17 januari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]
[18 januari 1867 Van den Rijn (IV)]
[20 januari 1867 Uitnodiging van De Geyter aan Multatuli]
[23 januari 1867 Van den Rijn (V)]
[24 januari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[26 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[28 januari 1867 Brief van Baron van Dedem aan Van Vloten]
[29 januari 1867 Van den Rijn (VI)]
[3 februari 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[5 februari 1867 Van den Rijn (VII)]
[8 februari 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[8 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[8 februari 1867 Van den Rijn (VIII)]
[11 februari 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Gelder Zonen]
[12 februari 1867 Van den Rijn (IX)]
[12 februari 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Bommel]
[13 februari 1867 Brief van Multatuli aan Ris]
[15 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[19 februari 1867 Van den Rijn (X)]
[20 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[22 februari 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
[23 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[25 februari 1867 Van den Rijn (XI)]
[25 februari 1867 Circulaire voordracht te Antwerpen]
[25 februari 1867 Aankondiging in Le Précurseur]
[27 februari 1867 Aankondiging in Het Handelsblad]
[27 februari 1867 Aankondiging in De Koophandel]
[27 februari 1867 Bericht in Le Précurseur]
[27 februari 1867 Ingezonden Stuk in de Sneeker Courant]
[28 februari 1867 Brief van A. de Vos aan Multatuli]
[28 februari 1867 Voordracht van Multatuli te Antwerpen]
[28 februari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]
[28 februari 1867 Verslag in de De Koophandel]
[2 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Vos]
[2 maart 1867 Artikel in De Vlinder]
[2 maart 1867 Tweede voordracht van Multatuli in Antwerpen]
[2 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]
[3 maart 1867 Mededeling over Multatuli's voordrachten]
[4 maart 1867 Van den Rijn (XII)]
[6 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]
[7 maart 1867 Van den Rijn (XIII)]
[9 maart 1867 Van den Rijn (XIV)]
[9 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]
[12 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[12 maart 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Helden]
[13 maart 1867 Van den Rijn (XV)]
[14 maart 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[16 maart 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[16 maart 1867 Rond den Heerd over Multatuli]
[17 maart 1867 Artikel in De Vooruitgang]
[20 maart 1867 Van den Rijn (XVI)]
[21 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[22 maart 1867 Bericht over derde voordracht]
[23 maart 1867 Brief van Multatuli aan Van Vloten]
[24 maart 1867 Derde voordracht van Multatuli in Antwerpen]
[25 maart 1867 Van den Rijn (XVII)]
[26 maart 1867 Van den Rijn (XVIII)]
[28 maart 1867 Multatuli naar Kinderdijk]
[31 maart 1867 Multatuli keert terug naar Keulen]
[1 april 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[3 april 1867 Van den Rijn (XIX)]
[4 april 1867 Van den Rijn (XX)]
[4 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]
[4 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]
[5 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[5 april 1867 Van den Rijn (XXI)]
[6 april 1867 Brief van Multatuli aan mevrouw Flemmich]
[7 april 1867 Kritiek op Multatuli's derde voordracht]
[8 april 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
[Bijlage Kopie van brief aan Multatuli, november 1866]
[april 1867 Nederland publiceert Huets beoordeling]
[9 april 1867 Mededeling postbeambte]
[9 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[10 april 1867 Van den Rijn (XXII)]
[11 april 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[12 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]
[14 april 1867 Brief van Multatuli aan mevrouw Flemmich]
[17 april 1867 Van den Rijn (XXIII)]
[20 april 1867 Van den Rijn (XXIV)]
[23 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[24 april 1867 Van den Rijn (XXV)]
[26 april 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[28 april 1867 Artikel over Multatuli in Het Vrije Woord]
[30 april 1867 Van den Rijn (XXVI)]
[1 mei 1867 Van den Rijn (XXVII)]
[2 mei 1867 Brief van De Vos aan Multatuli]
[6 mei 1867 Van den Rijn (XXVIII)]
[7 mei 1867 Van den Rijn (XXIX)]
[11 mei 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[11 mei 1867 Van den Rijn (XXX)]
[14 mei 1867 Van den Rijn (XXXI)]
[16 mei 1867 Van den Rijn (XXXII)]
[17 mei 1867 Van den Rijn (XXXIII)]
[21 mei 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[22 mei 1867 Van den Rijn (XXXIV)]
[27 mei 1867 Van den Rijn (XXXV)]
[28 mei 1867 Van den Rijn (XXXVI)]
[29 mei 1867 Van den Rijn (XXXVII)]
[31 mei 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[1 juni 1867 Artikel in The North British Review]
[3 juni 1867 Van den Rijn (XXXVIII)]
[6 juni 1867 Brief van Rooses aan De Geyter]
[7 juni 1867 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]
[8 juni 1867 Van den Rijn (XXXIX)]
[10 juni 1867 Brief van Multatuli aan Van Lennep]
[14 juni 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[14 juni 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[14 juni 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[17 juni 1867 Van den Rijn (XL)]
[21 juni 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[22 juni 1867 Van den Rijn (XLI)]
[22 juni 1867 Brief van Rooses aan Multatuli]
[24 juni 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Hall]
[25 juni 1867 Brief van d'Ablaing aan Koorn]
[28 juni 1867 Van den Rijn (XLII)]
[1 juli 1867 Van Vloten krijgt ontslag als hoogleraar]
[4 juli 1867 Van den Rijn (XLIII)]
[5 juli 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[6 juli 1867 Brief van Rooses aan De Geyter]
[10 juli 1867 Van den Rijn (XLIV)]
[22 juli 1867 Van den Rijn (XLV)]
[26 juli 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[27 juli 1867 Van den Rijn (XLVI)]
[29 juli 1867 Van den Rijn (XLVII)]
[29 juli 1867 Brief van d'Ablaing aan Scheurleer]
[1 augustus 1867 Artikel in de Revue Britannique]
[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Van Lennep]
[2 augustus 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[2 augustus 1867 Van den Rijn (XLVIII)]
[3 augustus 1867 Van den Rijn (XLIX)]
[9 augustus 1867 Van den Rijn (L)]
[10 augustus 1867 Van den Rijn (LI)]
[11 augustus 1867 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]
[12 augustus 1867 Rondschrijven Van Crombrugghe's Genootschap]
[13 augustus 1867 Van den Rijn (LII)]
[14 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[14 augustus 1867 Van den Rijn (LIII)]
[14 augustus 1867 Programma van de feesten in Gent]
[17 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[17 augustus 1867 Aankondiging letterkundig feest]
[17 augustus 1867 Artikel in Het Volksbelang]
[19 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[19 augustus 1867 Programma feestavond]
[20 augustus 1867 Toespraak van Multatuli in het congres]
[20 augustus 1867 Verslag van Multatuli's toespraak]
[20 augustus 1867 Van den Rijn (LIV)]
[20 augustus 1867 Bericht in de Beurzencourant]
[21 augustus 1867 Multatuli op de derde Algemene Zitting]
[21 augustus 1867 Multatuli verdedigt De Geyter]
[21 augustus 1867 Multatuli aan het banket]
[21 augustus 1867 Van den Rijn (LV)]
[21 augustus 1867 Ingezonden brief van Rolin-Jaequemyns]
[21 augustus 1867 Verslag in Le commerce de Gand]
[21 augustus 1867 Bericht in Le Bien Public]
[21 augustus 1867 Bericht in Het Vlaemsche Land]
[22 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[22 augustus 1867 Verslag in de Gentsche Mercurius]
[22 augustus 1867 Artikel in Le Bien Public]
[23 augustus 1867 Bericht in de Beurzencourant]
[24 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[24 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[24 augustus 1867 Artikel in de Beurzencourant]
[24 augustus 1867 Artikel in Le Bien Public]
[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Vreede]
[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Te Winkel]
[27 augustus 1867 Brief van Vreede aan Multatuli]
[27 augustus 1867 Van den Rijn (LVI)]
[27 augustus 1867 Ingezonden brief van Rolin-Jaequemyns]
[27 augustus 1867 Bericht Utrechtsch Dagblad]
[28 augustus 1867 Van den Rijn (LVII)]
[28 augustus 1867 Bericht Utrechtsch Dagblad]
[30 augustus 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[31 augustus 1867 Hoofdartikel in Het Volksbelang]
[augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[3 september 1867 Van den Rijn (LVIII)]
[10 september 1867 Van den Rijn (LIX)]
[10 september 1867 Brief van d'Ablaing aan Koning]
[13 september 1867 Van den Rijn (LX)]
[september 1867 Brief van Multatuli aan redactie Handelingen]
[17 september 1867 Van den Rijn (LXI)]
[19 september 1867 Van den Rijn (LXII)]
[20 september 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[23 september 1867 Van den Rijn (LXIII)]
[24 september 1867 Van den Rijn (LXIV)]
[26 september 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[28 september 1867 Van den Rijn (LXV)]
[2 oktober 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[3 oktober 1867 Van den Rijn (LXVI)]
[4 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[8 oktober 1867 Van den Rijn (LXVII)]
[10 oktober 1867 Van den Rijn (LXVIII)]
[12 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[14 oktober 1867 Van den Rijn (LXIX)]
[14 oktober 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
[16 oktober 1867 Van den Rijn (LXX)]
[17 oktober 1867 Van den Rijn (LXXI)]
[19 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[19 oktober 1867 Bericht Sneeker Courant]
[23 oktober 1867 Van den Rijn (LXXII)]
[24 oktober 1867 Van den Rijn (LXXIII)]
[29 oktober 1867 Van den Rijn (LXXIV)]
[30 oktober 1867 Van den Rijn (LXXV)]
[1 november 1867 De Revue moderne publiceert Max Havelaar]
[5 november 1867 Van den Rijn (LXXVI)]
[8 november 1867 Brief van d'Ablaing aan De Mol van Otterloo]
[12 november 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[12 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[12 november 1867 Van den Rijn (LXXVII)]
[14 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[18 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[18 november 1867 Van den Rijn (LXXVIII)]
[19 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[21 november 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[22 november 1867 Van den Rijn (LXXIX)]
[23 november 1867 Feuilleton van H. de Pène]
[27 november 1867 Brief van Multatuli aan Rochussen]
[28 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[29 november 1867 Van den Rijn (LXXX)]
[30 november 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[3 december 1867 Van den Rijn (LXXXI)]
[6 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[7 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[7 december 1867 Van den Rijn (LXXXII)]
[10 december 1867 Van den Rijn (LXXXIII)]
[12 december 1867 Van den Rijn (LXXXIV)]
[13 december 1867 Rekest van Multatuli aan de Koning]
[13 december 1867 Van den Rijn (LXXXV)]
[14 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[15 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[15 december 1867 Huet schrijft een voorbericht]
[18 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[Bijlage De verkladde blaadjes]
[Bijlage Mededeling van C.Th. van Deventer]
[18 december 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[19 december 1867 De Minister van Justitie schrijft de Proc. Gen.]
[20 december 1867 Van den Rijn (LXXXVI)]
[21 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[23 december 1867 Brief van Huet aan Multatuli]
[24 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[24 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[24 december 1867 President Rechtbank schrijft Off. v. Justitie]
[27 december 1867 Van den Rijn (LXXXVII)]
[30 december 1867 Advies van de Officier van Justitie inzake rekest]
[31 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[31 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[31 december 1867 Van den Rijn (LXXXVII)]
[1 januari 1868 De Revue moderne publiceert Max Havelaar]
[3 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[3 januari 1868 Besluit tot Kamerontbinding]
[4 januari 1868 Wintgens minister van Justitie]
[7 januari 1868 Rappel van de Minister van Justitie]
[8 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[8 januari 1868 Van den Rijn (I)]
[8 januari 1868 Advies van de Rechtbank te Amsterdam]
[9 januari 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[9 januari 1868 Rapport van de Procureur-generaal]
[10 januari 1868 Rapport van de Minister van Justitie]
[11 januari 1868 Van den Rijn (II)]
[11 januari 1868 Besluit van de koning inzake gratie]
[11 januari 1868 Bericht aan de Procureur-generaal]
[12 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]
[13 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[14 januari 1868 Brief van d'Ablaing aan Nahuijs]
[16 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[16 januari 1868 Van den Rijn (III)]
[17 januari 1868 Van den Rijn (IV)]
[18 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[18 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]
[18 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]
[19 januari 1868 Brief van d'Ablaing aan Nahuijs]
[21 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[22 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[22 januari 1868 Verkiezingen Tweede Kamer]
[24 januari 1868 Van den Rijn (V)]
[25 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[25 januari 1868 Van den Rijn (VI)]
[25 januari 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]
[29 januari 1868 Van den Rijn (VII)]
[30 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[1 februari 1868 Van den Rijn (VIII)]
[februari 1868 De Engelse vertaling van de M.H. verschijnt]
[4 februari 1868 Van den Rijn (IX)]
[6 februari 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]
[8 februari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[8 februari 1868 Brief van Rochussen aan Multatuli]
[10 februari 1868 Brief van Multatuli aan Rochussen]
[10 februari 1868 Beoordeling in de Daily News]
[12 februari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[12 februari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[14 februari 1868 Van den Rijn (X)]
[14 februari 1868 Beoordeling in de Evening Star]
[15 februari 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[17 februari 1868 Van den Rijn (XI)]
[19 februari 1868 Van den Rijn (XII)]
[20 februari 1868 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
[25 februari 1868 Van den Rijn (XIII)]
[3 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[3 maart 1868 Multatuli gaat naar Den Haag]
[4 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[4 maart 1868 Van den Rijn (XIV)]
[6 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[7 maart 1868 Artikel van Nahuijs in de Ned. Spectator]
[9 maart 1868 Brief van Multatuli aan Rochussen]
[9 maart 1868 Brief van Rochussen aan Van Zuylen]
[10 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[10 maart 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]
[11 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[12 maart 1868 Koninklijk besluit inzake opdracht Huet]
[13 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[14 maart 1868 Artikel in de Sneeker Courant]
[16 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]
[16 maart 1868 Brief van Tine aan Potgieter]
[18 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]
[19 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[22 maart 1868 Brief van De Geyter aan d'Ablaing]
[23 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[23 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]
[23 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]
[24 maart 1868 Van den Rijn (XV)]
[26 maart 1868 Onderhoud met Hasselman]
[26 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]
[27 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]
[28 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[29 maart 1868 Voordracht van Multatuli in Utrecht]
[31 maart 1868 Bericht over Multatuli's voordracht]
[31 maart 1868 Van den Rijn (XVI)]
[1 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[1 april 1868 Beoordeling in The British Quaterly Review]
[1 april 1868 Beoordeling in The Westminster Review]
[1 april 1868 Beoordeling in The Contemporary Review]
[3 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[3 april 1868 Tine int een wissel]
[5 april 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[5 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[6 april 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]
[6 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[11 april 1868 Het zwarte boek I in de Sneeker Courant]
[15 april 1868 Het zwarte boek II]
[april 1868 Opinions of the Press]
[17 april 1868 Van den Rijn (XVII)]
[17 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[18 april 1868 Het zwarte boek III in de Sneeker Courant]
[19 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[21 april 1868 Van den Rijn (XVIII)]
[22 april 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[24 april 1868 Brief van De Geyter aan d'Ablaing]
[24 april 1868 L.A. te Winkel overlijdt]
[25 april 1868 Van den Rijn (XIX)]
[25 april 1868 Het zwarte boek IV in de Sneeker Courant]
[28 april 1868 Begroting van Buitenlandse Zaken verworpen]
[19 maart 1868
Brief van Multatuli aan Tine]
19 maart 1868
Brief van Multatuli aan Tine. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
De brief is onvolledig bewaard gebleven; hoeveel er ontbreekt, is niet na te gaan.
den Haag 19 Maart 68
lieve beste tineke, Ik heb je brief van den 16n, - en kreeg dien reeds gister. Ongelukkig heb ik 't couvert reeds verbrand om den datum natezien want het komt me vreemd voor dat je br. van 16 reeds den 18 hier was. Ik denk dat je je vergist had in den datum, maar al moet het 15 zyn, dan is 't nog gauw. Het is de brief met een briefje van Non er in. Onder non's schryvery (heel lief) staat iets van Edu die kwaje vent die nooit tyd heeft zoo als hy zegt, en er staat bygeschreven (ik denk door non: ‘et pas d'envie!’
Hoe de datum van dien brief zy, ik dank je wel, vooral daar je 'm schreef onder kinderen.-
Ja, je brief Hotel Toelast heb ik ook.-
Schryf tot nader order: Mad. M. Deiss Hamerslop 39. Die Mina is zeer trouw.-
Begryp nu goed hoe ik sedert myn zyn hier je niet beter op de hoogte houden kon (d. heet na 10 maart toen ik je dat afschrift zond) omdat ik dan wel elken halven dag had moeten schryven. Precies een schaakparty. Natuurlyk wil je nu weten hoede party nu staat? Ik heb moeite om 't goed uitteleggen. Ik heb oogenblikken gehad dat ik hem voor verloren hield, maar... uit is 't nog met.
Het is niet makkelyk je al de invloeden die er op werken goed te vertellen. Maar ik zal 't proberen.
Ik begin met R. Hy is waarlyk fideel en lief. Hy praat uren lang met my, en ik kan merken dat hy van me houdt. Aan zyn welwillendheid is geen twyfel. Maar... hy is onwel met den Koning. Dit heeft hy my bekend. Eerst wou hy dit niet weten, en als ik aandrong dat hy de zaken in handen nemen zou als premier, chef van 't Kabinet, ja ik ben zóó ver gegaan hem ronduit te zeggen dat i my Minister van Koloniën maken moest, verschuilde hy zich achter zyn jaren, zyn vermoeidheid &c. Nu, dat is niet waar (ik geloofde 't ook nooit.) Hy is met den K. gebrouilleerd en daarom kan hy niet op den voorgrond treden. Juist daarom ook is hy hartelyk voor my, wyl hy voelt dat ik hem nu te meer aanhang omdat anderen hem minder tellen. Ik voelde dit reeds te Keulen, maar nu is 't zeker. Hy klaagde altyd dat ‘ze’ niet naar hem luisterden.
Toch heeft hy my de groote dienst gedaan door my aan graaf v. Zuylen voortestellen, (Buitenlandsche zaken) by wien ik vryen toegang heb. ‘Dat is wat’ zou je zeggen! Welnu, van Zuylen staat op 't vallen, en in de gesprekken die wy voerden kwam 't eer neder op hulp aan hem, dan aan my. Ook kon v.Z. zelf natuurlyk alleen door Hasselman (Koloniën) werken. En tot nog toe had ik expres H. niet gesproken. Want ik vreesde daarin, als oud-resident, een tegenstander te vinden.
Gister schreef me R. een briefje om my dóór v.Z. aan Hasselm. te doen voorstellen. Ik antwoordde: ‘goed! Omdat U 't zegt, en omdat ik helaas vrees dat er niets meer aan de zaak te bederven is. Ik verdrink in een moeras van gewoonheid.’ (Dit sloeg op eenige regels uit myn drama, die R. kent, en waarin over gewoonheid van ministers wordt geklaagd. Ik kan hem alles zeggen. Wij hebben zamen geschaakt, en hy gaf me zyn portretje. Ik voel dat hy van my houdt, en het betreurt dat i my niet eer geholpen heeft toen hy regtstreeks magt had. Nu moet hy werken dóór graaf v.Z, die een neef is van zyn schoonzoon baron v.Z, den gezant in den Haag. En ik geloof dat gr. van Z. onder hem zit met geld. gr. v.Z. zei me zelf dat i niet ryk was, - NB als excuus toen ik schold op rykworders! Komiek he?)
Enfin, ik ging naar v.Z. die ook zei: ‘ga toch naar Hasselman, hy is U genegen, en erkent dat van Twist U onregtvaardig behandelde.’
- Dat valt me meê, zei ik. Ik had gevreesd dat de gewezen resident tegen my zyn zoude.
- Neen, neen, - dat is zoo niet! We praatten nog wat (zeer makkelyk. Ik zei net wat ik verkoos, en ik wist van R. dat hy 't aardig vond ja zelfs dat ik driftig was geworden.) en ik ging naar Hasselman.
De ontvangst was meer dan goed, want in plaats van te moeten pleiten of betoogen, begon HY met te vertellen dat hy persoonlyk als ass. Resident van Pandeglang (je weet wel, de aardbeien afdeeling) alles van Lebak wist, en zelfs een memorie had geschreven waarin de knevelaryen werden aangetoond. Hy verwonderde zich dat ik die nooit had aangehaald, en zei: dan hebben ze 'm zeker verdonkeremaand! Hy vertelde my knoeieryen van Lebak, inplaats dat ik 't hoefde te doen.
Nu zou ieder verstandig mensch zeggen dat ik dus klaar was! Ja, maar...
In de eerste plaats staat het ministerie op 't vallen. Juist vandaag is een erge stryd in de Kamer. en ze zyn vooruit gecondemneerd. Er is een overwegende clique in de Kamer die 't Kabinet bestormen wil. De nieuwe Kamer (na de ontbinding) heeft nagenoeg een gelyk resultaat geleverd, d.i. eene zoogen: liberale meerderheid die op 't kussen wil. Nu zegt R. (en ik ook) dat het hun eigen schuld is, dat ze vóór de ontbinding my hadden moeten laten komen, dat ik dan had kunnen werken op de verkiezingen - maar wat helpt dit nu! Tot het weder ontbinden hebben zy den moed niet, vooral daar de Koning die het verzamelingspunt wezen moet, minder dan nul is; hy laat z'n eigen vrienden in den steek. Die man moet niets niets waard zyn. Hy zit onder eene fransche maîtres die hem al zyn geld afneemt (men zegt fr. 100.000 smaands) en dat moet hy geven, niet uit liefde, maar omdat ze brieven van hem heeft die hem zeer comprom. zouden. Daardoor is hy court d'argent, en suf, onverschillig. Dit is ook de reden dat ik niet by hem ga. Er is niets met hem te bereiken, want al zou men hem iets aan 't verstand brengen, den volgenden dag is er niet op te rekenen. Dit nu belet de ministers doortetasten. Hy zelf zou hen in den steek laten.
Goed, zeg je maar waarom kunnen ze dan jou niet herstellen vóór hun aftreden? Dit zegt R. ook. Maar, voegt hy er by, ‘och, een minister die op 't vallen staat, heeft geen énergie, geen lust &c’ Heel pleizierig voor wie er onder lydt! -
Maar er is nog een bezwaar. Het schynt dat men na myn vertrek uit Indie, om zich te wreken omdat men den Havelaar niet openlyk tegenspreken kan en zelfs genoodzaakt was te erkennen dat ik gelyk had, my heeft zwart gemaakt, zoodat het een minister moeielyk is my te helpen zonder het Indisch bestuur een slag in 't gezigt te geven. Dit merkte ik aan Fransen v.d. Putte in der tyd. Hoe en wat dit nu zyn mag, weet ik niet. Maar Hasselman zal 't nazien, en morgen, Vrydag, spreek ik hem.
Het spreekt van zelf dat ik't noodige gezegd heb om my daartegen te wapenen. En dat is nu de party die ik speel.
Dus niet, - of nòg niet geslaagd! Maar lieve beste tine, ga eens na hoe gering myn middelen zyn! Hoe klein myn punt van uitgang, toen ik daar te Keulen zat en de zaak begon. En - er zyn fataliteiten in 't spel geweest! Dat wegraken van het geld van R, - de verdrietige correspondentie die er uit volgde, het oponthoud - de lamheid van den Koning - myn armoede (ik hang geheel van R. af om de rekening van myn logement te kunnen betalen) - de angst voor jou - de magtige vyanden die ik heb -
Kyk, als je dit alles nagaat, moet je erkennen dat het wonder is dat ik 't nog zoo ver gebragt heb in deze aanrakingen te komen, en hoe 't nu ook afloopt myn positie is verbeterd door de relatien.-
Ik moet bekennen dat Hasselman een prettigen indruk op my gemaakt heeft: als persoon. Of hy en v.Z. de mannen zyn waaraan Nederland behoefte heeft als minister - geloof ik niet. Of liever ik weet zeker 't tegendeel. Maar er is met zoo'n struikelblok van 'n Koning niets aantevangen, en ik zou waarachtig ook geen raad weten.-
Als ik je nu morgen, na 't bezoek by H., niet terstond schryf, denk dan dat het weêr aan 't onderhandelen en pleiten gegaan is. Elke démarche meêtedeelen zou onmogelyk zyn. Byna elken dag kryg ik briefjes van R, of spreek ik hem, en (als by een schaakparty) na elken zet verandert de toestand zonder dat men nu juist noemen kan, hoe. Dìt is zeker, vóór twee dagen dacht ik dat het uit was, en nu is er weer een beetje hoop. Maar bedenk goed dat Hasselman's goede meening misschien schipbreuk lydt op vrees om in zyn toestand (à la veille van te vallen) velen het hoofd te bieden.-
Myn toestand heeft iets zonderlings door de disharmonie tusschen myn vryheid van zeggen en myn middelen. Maar - treurig is het! Met v.Z. (buitenl. zaken) sprak ik over Bismarck, en over de wyze om hem pal te zetten, maar wat baat het, of ik hem iets voorstel, als hy daarby denkt: ‘Wat gaat het my aan, morgen ben ik geen minister meer!’ Ik lees dat op z'n gezigt. En myn aanraden om weer de Kamer te ontbinden, dus minister te blyven (wat hy wel willen zou) stuit af op den onwil of de onverschilligheid van den Koning, die er niets om geeft, hoe 't gaat, en te lam is om z'n eigen vrienden te beschermen.-
Mimi wacht te Keulen den uitslag af. Zeg me eens of je 't vrindelyk zult opnemen als ze je eens een woordje schryft. Och asjeblieft! Ze is voor my een trouwe hulp geweest! Denk dat ze honger met my geleden heeft, en nooit nooit een klagt! Zonder haar