Ideën, eerste bundel
224.
Zeden zyn onrechtvaardige meesters. Zy straffen de afwyking, maar belonen geen gehoorzaamheid.
Verbeeld u een vrouw die wat sympathie kwam vragen van de maatschappy, omdat ze:
Nooit over straat was gegaan in sarong en kabaai.
Nooit had laten blyken dat ze wist wat ze wist.
Geen latyn verstond.
Nooit biljart speelde, en
Nooit andere kinderen had gehad, dan onnatuurlyke.