Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
827.
Wat nu verder de toepassing van 't beloon-systeem op de opvoeding der kinderen aangaat, heb ik 'n kleine vertelling te doen. Daarin wordt niet van 't belonen der deugd, maar van straf voor ondeugd gesproken. We zullen zien dat het ene zo onzedelyk is als 't andere, en even onpraktisch.
Van Alphen dan heeft vergeten ons te vertellen dat Jantjen een neefje had die zo slecht was als de ander braaf. De boze neef werd uitgezonden om perziken te halen, snoepte daarvan, en... werd in z'n lip gebeten door 'n wesp die zich in den perzik verscholen had, waarschynlyk om op 't juiste ogenblik heel godsbesturig op te treden als wreker van de geschonden deugdzaamheid. Pietjes lip zwol op. Pyn, berisping en straf bleven niet uit. Hy beloofde aan z'n papa beterschap, en aan zichzelf: nooit weer perziken te stelen voor-i eerst onderzocht had of er een wesp in zat.
De moraal van m'n vertelling?
Wel, die is immoreel. Meer weet ik er niet van. En van Jantjes deugd of de godvrezendheid onzer gelovers ook niet.