546.
De kans op dwaling in het oordeel wordt geringer, indien men van de te beoordelen zaak iets weet, en zou geheel verloren gaan, wanneer men van die zaak alles weten kon. Doch dit laatste is nooit het geval. Zekere volksuitdrukking: ik weet er alles van, die tot een stopwoord is geworden - te Parys noemt men dat: une scie, 'n zaag - is, wel beschouwd een doorgaande bespotting onzer verwaande onkunde. ‘Ik weet er alles van’ zou eigenlyk, wél opgevat, beduiden: ik verkeer in de mening, dat wat ik van de zaak weet, alles is. Er blyft dan te onderzoeken over, hoe groot het terrein is, dat buiten den gezichtskring ligt van den met weinig tevreden spreker, en dit zal wel nagenoeg in verhouding staan tot hetgeen hy wél overzien kan, als de oceaan tot den kring waarvan elke schepeling het middelpunt, en een cirkel van ongeveer twintig mylen den omtrek uitmaakt.