Ideën, tweede bundel
467.
- M'nheer, ik ben 't niet met u eens...
- Heel natuurlyk. Gy zyt het ‘eens’ met de meerderheid. Draagt ge 's nachts een slaapmuts?
- Ja...
- Met 'n pluim?
- Ja... een grote! M'n vrouw zegt dat-i me byzonder goed staat...
- Ziedaar de reden van uw ‘niet-eens’ zyn met my. Ik draag géén slaapmuts, weet ge. En gy behoort tot de eenszynige klasse der velen die wél mutsen dragen... met of zonder pluim dan.