Multatuli.online


Eerste bedryf

Salon op het buiten van graaf De Keltenaar. Vroege zomermiddag.

Eerste toneel

Aleid borduurt, Elise leest.

Aleid,

telt op haar patroon

(Zwart, zwart, zwart, zwart.) Is 't mooi, dat boek?

Elise

O ja!

Aleid,

als boven

(Een blok van dertien gelen nu). Héél mooi?

Elise,

onverschillig

Jawel, o ja, heel mooi!

Aleid

(Dat geel verveelt me!

En nu weer bruin, zes rood en dan weer geel...)

Zeg, Lise!

Elise

Wat?

Aleid

Hoe vind je 't?

Elise

Wat?

Aleid

Je boek!

Elise

Wel, 'k zei je reeds...

Aleid

(Drie rood, een groen...) wát zei je?

Elise

Je vroeg me of ik 't mooi vond! En ik zei...

Aleid

Je zei: heel mooi, nietwaar?

Elise

Wel zeker!

Aleid

(Nu weer een stuk of honderd blauwen, bah!)

Elise

Wat scheelt je toch?

Aleid

Je vraagt me, wat me scheelt?

Ze werpt met hevig gebaar haar tapisserie op den grond.

Ziedaar! Dát scheelt me, Elise!

Elise

Maar Aleid, ik bid je...

Aleid

Je vindt me dwaas?

Elise

Dwaas? Neen. Maar toch...

Aleid

Een beetje?

Elise

Wat ben je zonderling, Aleid.

Aleid

Ik? Ik alléén...

Elise

Ja, jy alleen. Wie anders hier? Me dunkt dat ik...

Aleid

Je houdt je voor verstandig zeker? Och!

Je bent voor 't minst zo zonderling als ik.

Elise

Ik weet niet dat ik iets gedaan heb, dat...

Aleid

Je boek was mooi, héél mooi, zo zei je. Ik zie,

't Is byna uit, nietwaar?

Elise

Welnu, wat verder?

Aleid

Kyk eens op bladzy drie! Wat zie je daar?

Elise,

na gebladerd te hebben houdt zy het boek dwars voor zich.

Op bladzy drie? - ‘De schryver is een gek!’

Wie heeft dat daar gekrabbeld op de marge?

Aleid

Dat nootjen is van my! Je hebt het niet

Gelezen! Dus: dat mooie boek...

Elise

't Is waar!

Aleid

Zie nu eens bladzy negen.

Elise

Wat? Een printje!

Wie heeft dat daar gelegd? Ik niet...

Aleid

En... niet

Gezien! Alzo: dat mooie boek...

Elise

't Is waar!

Aleid

En... kyk eens wat er staat op bladzy veertig!

Elise,

in het boek bladerende

Op veertig? Veertig? Hé? Op veertig, zeg je?

Aleid

Ja, ja, op veertig!

Elise

'k Zie geen bladzy veertig!

Aleid,

'n stuk papier vertonende

'k Geloof het graag! Ik heb die bladzy hier!

Ik draag ze sedert weken in m'n zak.

Je hebt het niet bemerkt, en dus...

Elise

't Is waar!

Aleid

Ben ik alleen nu dwaas? Of zyn er meer

Die moe en beu van 't alledaagse leven

Versuffen, dommlen, slapen en hun geest

Verstompen? Moet dit leven heten? Neen,

Bevriezen is 't, tot er de dood op volgt.

Ik stik aan m'n tapisserie. En jy,

Je leest, nu ja, je leest... en weet niet wat

Je leest! Je vegeteert en stikt als ìk!

Ze gaat driftig heen en weer.

Welnu, wat zeg je?

Elise

'k Ben zo hevig niet

Als jy. Maar dat ik... me verveel, is waar.

En toch, ik moest me niet vervelen, want

Je weet... ik heb... ik had... ik zocht...

Aleid

Een bezigheid?

Je meent dat knutselen en knoeien met

De dierenzaak van Teempienicht! O ho,

Dat zal waarachtig je gemoed niet vullen.

Die vredebonden en die dierbescherming...

Ik speel nog liever met de pop, ziedaar!

Elise

Ik dacht, het zou me goeddoen, want

Ik had iets dat me...

Aleid

Mag ik raden?

Is 't Willem? Onze Willem? Ah!

Elise

Neen, ja...

Aleid

We zouden zusters worden? Ei!

Elise

Volstrekt niet!

Hy weet van niets en zou me... neen, Aleid!

Ik zet het uit m'n zin! En... om die leegte...

Dat onvoldane...

Aleid

Juist! Daarom: de dieren!

Elise

Och, plaag me niet. Ik voel me al saai genoeg.

Aleid

De dieren en de vrede in plaats van Willem!

Daar schiet me wat in 't zin... zou onze Temia

Misschien ook...

Elise

Foei, wat denk je, zy!

Aleid

Wel, waarom zy niet? Wat voor de een kan dienen

Als surrogaat, kan ook wel bruikbaar zyn

Voor de ander!

Elise

Plaagster!

Aleid

Teempie, Teempienicht!

Ze berst in lachen uit.

Elise

Wat valt daarom zo vreeslyk nu te lachen?

Aleid

Wel... om die surrogaten, meid! Zy is

Verliefd op iedereen.

Elise

Hè, foei!

Aleid

Op iedereen!

En zoekt haar troost in dierenschryvery

En in... bescherming van het een of ander!

En nu jy ook!

Elise

Ik? Ik?

Aleid

Ja, jy! Nu je ook...

Elise

Wat óók?

Aleid

Nu je ook verliefd bent...

Elise

Och!

Aleid

Terstond aan 't dierbeschermen en... aan vrede!

Aan eeuwge vrede! Aan vrede zonder eind!

Dat zal vermaaklyk wezen en... vervelend!

Elise

Ik doe 't om háár!

Aleid

Nu ja, om háár... tot Willem.

Wel, wel, droom jy van onzen Willem,

Dat zal papa plezier doen!

Elise

Maar, Aleid!

Hoe kan je nu zo... er is niets van aan.

Ik zeg je-n-immers dat hy zelf...

Aleid

Tuut, tuut,

Dat doet er niets toe!

Elise

Wát? Of hy...

Aleid

Neen, niets!

Een man moet willen wat de vrouw wil.

Elise

Maar

Als jy nu eens... verbeeld je, op... onzen Robert...

Aleid

Op Robert? Nooit! Ik haat hem.

Elise

Goed!

Je hebt iets tegen hem. Maar als nu eens

Je hart voor hem...

Aleid

Dat is onmogelyk!

Elise

Nu ja, maar áls...

Aleid

Je stelt een ongerymdheid.

Elise

Maar áls je 'm liefhad...

Aleid

Dat is al te gek!

Elise

Zou jy dan kans zien...

Aleid

Robert is een steen,

Een klomp, een ysblok! Zondeloos! Onstraflyk!

Hy is voor my die vol gebreken zit

Te deugdzaam, Lise! Spreek me niet van Robert!

We zyn met Willem bezig. Weet je wel

Dat hy en Frits nog deze week... vacantie!

Elise

Nog drie-en-zestig uur, dan is-i hier!

Aleid

Min drie seconden, kind!

Declamerend

Ziedaar de liefde!

Cupido lector in arithmetiek!

Het Venuswicht horlogemakersleerling!

Je hart een zonnewyzer... in de schaduw...

Elise

Och, plaag me niet! Als 't jou gebeurde, Aleid...

Aleid

Dat kan niet, nooit! Het is onmogelyk!

Ik heb met liefde en mannen niets te maken.

Elise

Nu goed! Maar als 't gebeurde, zou ik je

Niet plagen! Zeker niet!

Aleid

Je bent een tortel

En ik... een havik. Heb je lust misschien

Mee rond te vliegen in het park?

Elise

O neen,

Ik heb te schryven.

Aleid

Voor nicht Teempie zeker?

Elise knikt toestemmend.

't Wordt tyd dat Willem thuiskomt! Arme ziel!

Het is zyn ridderplicht je te verlossen

Van al die dieren en dat Vreeverbond

En van nicht Temia!

Elise

Je bent een ondeugd!

Aleid

En jy... een lieve, goeie, beste Elise!

Maar... maar...

Elise

Er is een maar?

Aleid

Een maartje, kind,

Een mikroskopisch maartjen!

Elise

En dat is?

Aleid

Sen... Sen - nu, kan je 't raden? - Sen... Sen... Sen

Elise

'k Weet niet wat je bedoelt?

Aleid

Sen... ti... men... teel!

Ze gaat, doch keert terug.

Elise, hoor eens!

Elise

Wat?

Aleid,

op haar horloge ziende

't Is kwart voor drie...

Elise

Wat zou dat?

Aleid

Wél... weer zes minuten minder!

Ze loopt lachende weg.

Tweede toneel

Elise alleen.

Elise,

regelt enige papieren op de schryftafel

Zy lacht maar! Zy maakt smart tot jokkerny.

Ik gaf... m'n linkerarm voor zoveel koelheid!

Wat moet het leven licht zyn zonder hart!

Als 't morgen is... dan zeg ik: overmorgen!

En overmorgen kan ik morgen zeggen.

Nog twee-en-zestig uur... ach, en een half!

Wat kruipt die tyd! En nu die brief naar Rusland!

Ze loost 'n diepen zucht en schryft. Na enige ogenblikken Temia met papieren in de hand.

Derde toneel

Elise aan de schryftafel, Temia.

Temia

Wel kind, hoe sta je 'r mee?

Elise

'k Ben byna klaar.

Temia

We hebben haast! Er zyn nog zeven punten...

En... punten van belang! De tyd is byna om,

Want Zaterdag is onze vryheid uit,

Dan komen Frits en Willem...

Elise

Vrydag, nicht!

Temia

Des te erger, Lise! Als die kwajongens thuis zyn...

Elise

Foei, foei, nicht!

Temia

Wát? Trek jy party voor Frits?

Elise

Nu ja, Frits is een beetje ondeugend... maar...

Temia

Een beetje! 'n draak is 't!

Elise

Hé!

Temia

Ik zeg je: 'n draak.

Hy is een plaag, een stokebrand! En Willem...

Elise

We hebben haast met deze brieven, nicht!

Temia,

lezende in Elise's geschryf

Dat 's waar! En hoe ver ben je 'r mee? Ah zo...

‘Van Uwe Majesteit de Dienares.’

Elise,

schryvende

‘De Dienares’

Temia

Ho, halt! Wat zeg je van:

‘De in 't stof gebogen Dienares’ of: ‘resse’?

Elise

Wat zou 't gebruik zyn, nicht?

Temia

Gebruik, gebruik!

Wy meisjes van genie en spirit, van

Gevoel... wy storen ons aan geen gebruik.

Ik vind dat ‘stof’ heel goed!

Elise

‘In 't stof gebogen...’

Temia

Of vind je beter: ‘diep in 't stof?’

Elise

‘Gebogen’ toch?

Temia

‘Gebogen’ blyft, dit spreekt!

Elise

Dus: ‘diep gebogen.’

Temia

Vergeet het ‘stof’ niet. Wacht... wat zeg je van:

‘Zeer diep in 't stof? Zeer diep in 't stof gebogen?’

Elise

Heel goed, nicht!

Temia

Schryf maar toe! De keizer zal

Terstond zien wie hy voorheeft en begrypen

Dat geen gewone ziel in onzen boezem...

Dat ‘resse, dienaresse’ staat wel goed.

Zie zo, dat 's af! En nu een tweeden brief.

't Begin is net als de andre: ‘Majesteit,

Wy naadren U met eerbied’ en zo voort.

Schryf eerst die regels over... ‘hart... gevoel...

Ontvanklykheid van 't vrouwelyk gemoed’

En... dat z'n Majesteit dat ook wel weet.

En... van z'n ‘mensenliefde alom bekend’...

En waarschuw me als je klaar bent met die toespraak.

Ze zet zich in den andren hoek en bladert in haar papieren.

‘We lazen met ontzetting in de Times...

Een hondjen in den Newa’... hm, een leuning,

Een rasterwerk... maar niet te hoog, borsthoogte

Van... van - hier stuit ik - van een hond?

Wat is nu welbeschouwd borsthoogte van een hond?

De honden zyn niet even groot in Rusland...

Hoe nu? Ik laat het aan de wysheid over

Van Zyne Majesteit... dat klinkt bescheiden.

En dan... die grote rendiersterfte in Lapland!

Men vond een hinde met haar zuigeling...

Ach, ach, die zuigling! Ach, die hinde in Lapland!

Zeg, onderstreep de woordjes ‘hart, gevoel’

En al wat van dien aard is, weet je?

Elise

Ja!

Temia

Dan kan de keizer zien... ook: ‘vrouwelyk

Gemoed’, ja, dat vooral.

Elise

Ja, ja, nicht, ja!

Temia

Dan kan de keizer zien... zeg, zie je kans

Het woordje ‘gloed’ te plaatsen, ‘gloed’?

Elise

Misschien.

Temia

Probeer eens: ‘gloed van 't vrouwelyk gemoed’.

Dat zal wel gaan... het doet een goed effect.

Zet jy 't maar ergens tussen, hier of daar...

De keizer zal...

Elise

Ik heb den ‘gloed’ er in.

Temia

‘Van 't vrouwelyk gemoed’?

Elise

Ja, ja!

Temia

Dat 's best!

En onderstreep je 't?

Elise

Ja.

Temia

Heel goed, heel goed.

Zo'n keizer weet-je-n-is... een man. En daarom...

En nu het derde stuk, die eeuwge vrede!

Ook daar moet weer van zuigelingen in...

En van... ze bladert van bloed...

ze bladert van moord, gekerm

ze bladert en van

De tederheid van 't vrouwelyk gemoed.

Aleid komt woest binnen met 'n raket en volant.

Vierde toneel

Temia, Elise schryvende, Aleid, later kamermeisje en lakei.

Aleid

Hoes... hoessah... hei... klik, klok, klak, klets!

Ze gooit haar palet op Elise's tafel, die na enig oponthoud voortschryft. Aleid valt als ademloos op 'n stoel neer.

Elise,

verstoord

Aleid!

Aleid

Wel, Teempie, raad nu eens wat ik

Gedaan heb!

Temia

Meid, wat ben je wild!

Aleid

Nietwaar?

'k Heb dien volant, ja, zonder eens te missen,

Heel van den koepel door het park in huis

Den gang door en de trap op hier gebracht.

Zeg, Teempie, doe me dát eens na!

Temia

Aleid,

Je weet wel dat ik sedert lang...

Aleid

Hoe lang?

Je noemt je toch niet oud?

Temia,

verstoord

Dat 's hier de vraag niet!

Nooit heb ik smaak gehad in kinderspel.

En Liesjen ook niet. Wél, Elise?

Elise,

weifelend

N...e...e...n.

Aleid

Dat jok je! Voor een jaar nog deed je mee!

Maar sedert al dat schryven en dicteren

Met onze Teempie...

Temia

Juist, Aleid, heel juist!

Ze doet het nu niet meer! schoon ze even jong is,

Bespotlyk jong, als jy. Het ligt dus niet

Aan de ouderdom, dat zie je, juffer wysneus!

Het zit 'm hier, Aleid, hier in 't gemoed.

Ik heb een jeugdig hart, een... smachtend...

snel tot Elise
Ah!

Dat ‘smachtend hart’ zou heerlyk staan. Me dunkt,

Dat kan wel hier of daar er tussen!

Aleid

Wát? Je hart?

Temia

Want je begrypt... zo'n keizer... bovendien

Die brief wordt ook gelezen door ministers

En door... referendarissen en door...

De jongelieden op de ministeries...

Aleid

Wat heb jelui zo druk te schryven toch!

Temia

O, allerlei correspondentie! Zaken!

Aleid

Correspondentie? En met wie? Met heren?

Temia

Wel foei, wat denk je van me! Neen, ik ben

Ledès...

Aleid

Wát? Wát?

Temia

Ledès en patronès...

Patroon wordt patronès en lid ledès...

Aleid

Ah zo!

Temia

Ledès van 't Vreeverbond.

Aleid

Ah zo!

Temia

En van de dieren... van 't Genootschap, weet je?

't Genootschap tot bescherming, meen ik.

Aleid

Ah!

Temia

En dat 's een moeilyk werk.

Aleid,

als peinzende

Ledès? Me dunkt liddin

Klinkt beter nog.

Temia

Je meent?

Aleid

Liddin van dieren en

Ledès van 't Vreeverbond. Kan ik niet meedoen?

Temia

Volstrekt niet! Je bent te wild, te... te...

Aleid

Te werelds?

Temia

Ja, dat ook. Of neen, je bent...

Je bent...

Aleid

Niet goed genoeg voor zulke dingen?

Temia

Dat wil ik zo bepaald niet zeggen, maar...

Aleid

Ik ben te dom, nietwaar?

Temia

Te dom, te dom...

Aleid

Welnu, wat dan? Wat scheelt er aan me? Kyk!

Zy staat op en draait zich langzaam om.

Temia

Je hebt zo 't... eigenaardige gevoel niet

En mist de - hoe zal ik 't noemen? - de offerzucht!

Aleid

Daar heb je 't! Dat 's den spyker op den kop!

Ik heb 't waar gevoel niet en geen offerzucht!

Maar... als men dat gevoel nu wel heeft en

Die zucht voor aakligheid, wat doe je dan

Daarmee aan al die dieren en dien vrede?

Temia

We schryven brieven...

Aleid

Aan de dieren?

Temia

Neen,

Aan koningen en keizers!

Aleid

Ah!

Temia

We werken

Op 't hart. Kyk, al wat daar ligt gaat naar Rusland!

Aleid

Dat zal effect doen!

Temia

Zeker! Ik stel voor

Om allen twist te bannen eens-voor-al:

Nooit oorlog meer!

Aleid

Dat 's simpel als bonjour!

Wie na zo'n brief nog ruzie maakt, moet wel

Een lastig heerschap zyn.

Temia

Dit dunkt me-n-ook.

Och, kind, de vrede-n-is zo'n heerlyk ding!

O - luister eens - ‘o, goddelyke vrede!’

Daar staat nog meer, 't gaat allemaal naar Rusland!

Hier heb ik: ‘mensenheil’ en: ‘daaglyks brood’,

De: ‘landman en zyn zweet’ - o, meer nog, kyk! -

De: ‘zuigling’ en: ‘het ploegend kouter’... ‘aan de borst’,

De: ‘wetenschap’, het: ‘golvend graan’, de: ‘kunst,

Vertreden door de ruwe krygsmanshand’,

En: ‘in de binnenkamers... moord en brand’,

En: ‘in de kabinetten... pestilentie.’

Het: ‘zwaard des oorlogs... aaklig krygsrumoer’,

De: ‘bruid... een weduw’ en: ‘haar kindren wezen.’

Dat alles gaat naar Rusland! Kyk, de: ‘altaren

Van 's grysaards hart gerukt, de jongelingen

Onteerd, omvèrgeworpen, weggemaaid...’

Neen, maaien hoort by 't graan. Ik meen maar dat

De vrede, de algemene vrede...

Aleid

Prachtig!

Maar... als een koning nu die vrede stoort?

Temia,

driftig

Dan brengen wy een leger op de been

En vechten tot den laatsten man.

Aleid

Om vrede!

Ze berst in lachen uit.

Temia

Ja, spot maar, spot maar! 't Zal er je eens naar gaan!

Vind ik dan niemand die dit hart verstaat?

Aleid,

op Elise wyzende

Wel ja, je secretaris immers! En... een ander!

Temia

Een ander? Wie?

Aleid

Een ander, Temia!

Temia

Wie, wie? Ach, zeg me, wie?

Aleid

't Is een geheim!

Temia

Heb je ergens sympathie ontdekt...

Aleid

Dat niet,

Maar ik bereken dat die sympathie bestaat.

Temia

By wie? By wien?

Aleid

Hm, hm... ik ben te dom.

Temia

Aleid, m'n beste Aleid, ik bid je, spreek!

Aleid

Ik heb het waar gevoel niet, Teempielief!

Temia

Ja, ja, dat heb je wel! Je bent niet dom!

Aleid

Ik heb geen offerzucht!

Temia

Jawel, jawel,

Dat heb je wel! Toe, spreek. Hoe weet je dat

Er hier of daar een hart voor myn hart klopt?

Aleid, m'n beste Aleid? Ik bid je, zeg...

Aleid

Nu, als je dan volstrekt...

Temia

Ja, ja, ik wil!

Z'n naam!

Aleid

Ik mag niet.

Temia

De eerste letter maar!

Aleid

Wat heb je daaraan? Nu, 'k wil gul zyn: A.

Temia,

snel naar Elise's tafel lopende

A? Adolf? Augustyn? Een woordenboek!

Aleid

Vermoei je niet. Z'n naam is Alexander.

Temia

Hoe vérder? Is-i hier? Hier in de buurt?

Geboorteplaats, beroep en ouderdom? Statuur?

Aleid

Statuur? Geboorteplaats? Hy draagt een knevel!

Temia

Een knevel, ach!

Aleid

Een zware knevel!

Temia

Ach!

Aleid

En bakkebaarden... van belang!

Temia

Ach, van belang!

En... blond?

Aleid

Neen, bruin... geweest.

Temia

Ach, bruin geweest!

En... is-i militair?

Aleid

O ja, nogal!

Temia

Ach, nogal militair!

Aleid

Maar... daar je zo van vrede houdt...

Temia

Ach neen,

Ook militairen hebben soms een menslyk hart

En sparen 't dierbaar bloed zoveel ze kunnen!

En zeg, hoe weet je dat-i sympathie voor my...

En... ken ik hem?

Aleid

Dat schynt wel.

Temia

Kent hy my?

Aleid

Wel zeker! En hy weet...

Temia

Wat weet-i van me?

Aleid

Wél, dat je 'n teder vrouwlyk hart hebt.

Temia

Ach,

Hy weet dat ik een teder vrouwlyk hart heb!

Elise, hoor toch! Laat die brief maar liggen.

Dat heeft volstrekt geen haast! Bedenk eens, Lise.

Hy weet dat ik een teder vrouwlyk hart heb!

Och, liefste Aleid! Waar woont-i en wat is-i?

Aleid

Hy woont... in Rusland en is keizer daar.

Me dunkt, hy moet geroerd zyn van dat stuk.

Temia

Boosaardig nest!

Aleid

Hoe kan je dit nu zeggen?

Ik las maar enkle woorden uit je stuk

En werd al wee! Wat moet zo'n keizer voelen

Die het van a tot z te slikken krygt!

Temia

Je spotten deert me niet. Je hebt geen hart.

Je bent een graadjen erger nog dan Frits.

Aleid

Dat is wel mooglyk.

Temia

Robert zegt het ook.

Aleid

Wat komt nu Robert hier te pas?

Temia

Nu ja,

Ik meen maar dat ook hy...

Aleid

Dat raakt me niet.

Je weet dat ik en Robert twee zyn, nicht!

Temia

Maar je papa houdt veel van Robert!

Aleid

Ja!

Dat 's juist nu wat ik niet verdragen kan.

Hy is een feniks, een modelheer. En hy speelt

Den baas hier over alles! Robert, Robert!

Al wat je hoort of ziet is jonker Robert!

Welnu, ik kan hem niet verdragen.

Temia

En hy jou niet!

Neef Robert is bedaard en houdt van kalmte.

Je bent hem veel te wild en te excentriek!

Aleid

Tant mieux! 't Was nooit m'n plan hem te behagen.

Een kamermeisje met 'n boeket treedt op.

Kamermeisje

Ik vond deez' ruiker op uw tafel, freule.

Aleid

Wie heeft hem daar gebracht?

Kamermeisje

Ik weet het niet,

Maar als ik gissen mag...

Aleid

Welnu?

Kamermeisje

Het kwam me voor,

Een deur te horen kraken en ik ging

Naar boven en... zag niemand, maar ik vond

Dien ruiker en een ogenblik daarna

Sloop jonker Robert...

Aleid

Gekheid! Gooi dat ding...

Neen, zet het ergens... in een hoek of in...

De keuken... of... geef hier en breng me water...

Die ruiker is - o zeker! - van papa.

Ik heb met jonker Robert niets te maken.

Kamermeisje af. Een ogenblik daarna brengt ze water, dat Aleid in een bloemvaas giet, waarin ze met veel zorg den ruiker plaatst.

Temia

Wat ben je vreeslyk boos op Robert!

Aleid

Vind je?

Nogal natuurlyk, dunkt me! Doet hy niet

Of hy alleen hier heer en meester is

En ik een nul in 't cyfer?

Temia

Je papa...

Aleid

M'n vader is verzot op hem, ja juist!

Dat 's juist de zaak! Dat maakt hem zo verwaand,

Zo onverdraaglyk stuurs, zo lomp, zo... koud!

En zo vervelend braaf en zo pedant.

Temia

Hy is een knappe jongen.

Aleid

Hm... ja... zo!

Ik ken er wel die knapper zyn.

Temia

Hy is

Bemind by 't volk, by pachters en by boeren.

En zelfs de kindren van de werklui...

Aleid,

snel

Meisjes?

Temia

Men draagt hem op de handen overal!

Aleid

Ik niet! Wat is dat daar op 't voorplein? Zie!

Een man die weggejaagd wordt? Wat is dát?

Ze schelt
.

Temia

Misschien een dief.

Aleid

Waarom geen moordenaar?

We hebben 't hier maar zo voor 't zeggen, nicht!

Kom, gis terstond maar 't ergste! 't Kost ons niets.

En... onze teedre harten...

Lakei binnen.

Wat is daar te doen?

Lakei

't Is een ontslagen werkman, freule, dien de jonker...

Aleid

Alweer de jonker! En wat heeft de man

Misdaan?

Temia

Maar kind, dit zyn je zaken niet.

Aleid

Bescherm je dieren, nicht! Roep hier dien man

En zeg dat ik gelast hem door te laten!

Vyfde toneel

Graaf de Keltenaar, Aleid, Elise, Temia, Lakei.

Graaf

Wat 's hier gebeurd? Getwist?

Hy neemt plaats en slaat 'n krant open.

Aleid

Ja, neen, die man...

Graaf

Welnu, wat zou die man?

Aleid

Ik laat hem roepen.

Graaf

Hier?

Aleid

Ja, hier, papa! Hy wordt daar als een hond

Van 't hek gejaagd.

Graaf

Ei zo? Door wie? Waarom?

Aleid

Dat weet ik niet, papa, en 'k wou het vragen.

Graaf

En daarom roep je hem in myn salon?

Aleid,

verlegen

Dat's waar, papa! Maar... maar...

Graaf

Chacun son goût!

Geneer je niet, Aleid!

Aleid

Vergeving, vader!

Ik zal beneden vragen wat hem deert

En waarom men hem zo...

Lakei

De jonker heeft

Verboden hem in huis te laten, freule!

De man wou zich beklagen by m'nheer,

Maar jonker Robert zei...

Aleid

Alweer de jonker!

Temia

Het kan z'n reden hebben... wees verstandig!

Zulk volk heeft altyd modder aan de klompen!

Aleid

Bemoei je met je dieren en je vredebond

En met je koningen en keizers. Vader,

Mag ik dien man niet vragen wat hem deert?

Graaf

Wel zeker, kind, het vragen staat je vry.

Aleid,

tot den lakei

Welnu dan, ga en zeg...

Graaf

Een ogenblik.

Je moogt hem vragen wat je wilt, o zeker!

Maar als de man niet hier is...

Aleid

Juist! Daarom...

Ze schynt iets tot den lakei te willen zeggen.

Graaf

Als hy niet hier is en niet hier mag komen...

Als Robert hem het huis verboden heeft...

Dan kan je hier hem niet te spreken krygen.

Aleid

Maar Robert is...

Graaf

De chef van 't arbeidsvolk.

Hy is bekwaam en weet wel wat hy doet.

Hy is noch wreed noch onrechtvaardig, kind!

En zyn gezag was gauw ten eind, als wy...

Wenk aan den lakei, die vertrekt.

Zesde toneel

Graaf de Keltenaar, Aleid, Elise, Temia, Robert.
Robert treedt binnen met 'n pak papier in de hand. Hy groet met 'n licht hoofdknikken Temia en Aleid en plaatst zich daarna enigszins in militaire houding voor Graaf de Keltenaar, die z'n courant ter zyde legt. Temia en Aleid nemen hun plaatsen weer in.

Robert

Hier zyn de staten van ontvangen pacht.

Graaf

Is alles binnen?

Robert

Alles niet, oom, maar

Er is wel reden voor inschiklykheid.

De wil is goed.

Graaf

knikt met het hoofd.

Robert

'k Heb hier den platten grond

Met opstand en begroting...

Aleid

Hm! Geen blik!

Graaf

Heb je alles zelf berekend?

Robert

Ja, oom.

Graaf

Goed!

Ook ik zal 't nazien en zodra het kan

Beslissen. En de kasstaat?

Robert

Hier, oom. En

Hier zyn de staten van het werkvolk.

Graaf

Goed.

Robert,

iets aanwyzende

Die man is wegens dronkenschap ontslagen.

Aleid

Zo'n beul!

Graaf

Wat zeg je, Aleid?

Aleid

Ik? Niets, papa.

Robert

Ik heb hem slechts tot op den dag betaald.

Hy was gewaarschuwd.

Aleid

Vrek!

Graaf

Wat zeg je, Aleid?

Aleid

Ik? Ik zeg niets, papa, niets, niemendal!

Robert

De man was onverbeterlyk.

Aleid

Hy ook!

Graaf

Wat zeg je, Aleid?

Aleid

Ik? Ik zeg niets, papa.

Graaf

Was dat de man, die daar aan 't hek zo-even...

Robert

Ja, oom. Hy was beschonken.

Graaf

Hoor je, Aleid?

Aleid

O neen, wat Robert zegt of niet zegt, hoor

Ik niet.

Graaf

Wat heb je toch misdreven dat

Aleid...

Robert

Ik weet niet, oom!

Aleid

Niets, niemendal!

Misdreven, hy? Wel nooit! Hy zondigt nooit!

Lakei binnen

Neem weg die bloemen, gooi ze weg,

Ik kryg er hoofdpyn van!

Lakei neemt ze.

Temia

Ach, geef ze my!

Camelia, pensee en duizendschoon...

De taal der bloemen is zo poëtiek!

Kom, kom, Aleid, wy meisjes horen niet

By zulke zaken! Kom, een wandling in den tuin!

Aleid,

neemt Temia haastig de bloemen af.

Ja straks, ga maar vooruit!

Ze verlaat haastig het toneel door de linkerzydeur, Temia door de achterdeur; ook de lakei vertrekt.

Zevende toneel

Graaf de Keltenaar, Robert, Elise.

Graaf

Wat scheelt haar toch?

Weet jy 't, Elise?

Elise

Neen. Misschien van 't weer.

Graaf

Met Temia gekibbeld zeker?

Elise

Gekibbeld niet, oom, maar 't gewone plagen.

Graaf,

maakt 'n gebaar van ontevredenheid.

Robert

Maar oom, me dunkt, er is wel reden toe!

Die zotterny - Elise, 't geldt jou ook! -

Die zotterny met al die bonden...

Elise

Maar...

Robert

Nicht Temia is zelf al half...

Hy wyst op z'n voorhoofd.

en zy...

Ze helpt haar aan die gekheid!

Elise

staat haastig op, houdt 'n doek voor de ogen en verlaat ylings het toneel.

Achtste toneel

Graaf de Keltenaar, Robert.

Graaf

Wat is dát?

Je was wat ruw!

Robert

Dat's mooglyk, oom. En 't spyt me.

Maar 't maakt me driftig, als ik onze Lise,

Zo goed, zo edel, zo verstandig anders,

Zich zo verknoeien zie met voddery.

Graaf

Aleid...

Robert

Is kerngezond! Zy doet niet mee!

Graaf

Dat's waar. Maar toch, ook zy... zy is wat vreemd.

Wat liep ze driftig heen? Waarom?

Robert

haalt de schouders op.

Graaf

wyst naar de plaats, waar Elise gezeten heeft.

En zy,

Ze berst in tranen uit!

Robert

Ik was wat ruw.

Graaf

O zeker, maar zo gauw te schreien! Dat

Was vroeger toch haar zwak niet, dunkt me.

Robert

't Komt alles van nicht Temia!

Graaf

Aleids humeur?

Robert

O neen, oom. Maar dat is zo vreeslyk niet.

Aleid is lief en zacht voor iedereen.

Graaf

Maar niet voor jou! Wat heb jelui toch samen?

Robert

Niets, niets, oom. Zy is lief en goed. Alleen...

Ze houdt niet van me. Is dat nu zo'n vergryp?

Graaf

Vergryp? O neen. Maar 't spyt me. Ik had zo graag...

In 's hemels naam, men kan een hart niet dwingen.

Robert

Vooral het hare niet!

Graaf

Ze is hoofdig.

Robert

Neen, o neen!

Zy is standvastig, oom, en heeft karakter!

Graaf

't Is nobel, dat je haar verdedigt. Maar

Wat hapert er aan onze Elise toch?

Robert

't Geknutsel met dat vreeverbond en met

Die dieren. Anders niet.

Graaf

Dat is gevolg,

Geen oorzaak van de kwaal. Je noemde Aleid

Gezond...

Robert

O zeker, oom!

Graaf

Ik mag het lyden.

Welnu, als 't waar is, zyn die andren ziek!

Ik ben verdrietig, Robert!

Robert

U?

Graaf

Ja, ik!

Je weet, ik houd niet van geknies en zie

Graag iedereen gelukkig om my heen.

En wat is de uitslag van m'n pogen? De een

Stort tranen die geen mens begrypen kan

En kleedt zich als een besje, als een begyntje.

Nicht Temia, ik weet wel, 't is haar schuld niet,

Geloof me, 't mens is ziek... maar toch, ook zy

Verveelt ons allen met haar vreeverbond

En met haar dieren en correspondentie.

En ook Aleid...

Robert

Nu, die is vrolyk!

Graaf

Neen!

Ze is wild en ongezeglyk.

Robert

Hé, oom!

Graaf

Lastig.

Robert

Maar oom!

Graaf

Ja, ja, dat is zy. En voor jou

Ondraaglyk.

Robert

Neen, volstrekt niet, oom.

Graaf

Ze weet

Hoe graag ik zag dat jy en zy... het was

M'n liefste wens...

Robert

Maar oom... als 't nu niet gaat.

Ze houdt nu eens niet van me.

Graaf

En jy van haar niet!

O zeker, als jelui elkander afstoot...

Ik moet me schikken. Dwang is ouwerwets,

Komedievader ben ik niet, goddank!

Een streep door die illusie! Maar dit is

Geen reden nog dat alles hier in huis

Melancholiek en treurig kykt. Er is

Waarachtig ware smart genoeg in 't leven -

Men hoeft ze niet expres te fabriceren...

De vreugd is heen sinds Frits en Willem...

Robert

Nu,

Die komen weldra thuis. En... en...

Graaf

Spreek op!

Robert

Hoe zou u 't vinden, als we... hoor eens hier.

Ook ik vind alles hier wat ongezellig.

De meisjes... nu, dat laat ik daar, maar als

Wy iets bedachten, dat...

Graaf

Maar wat? Maar wat?

Robert

Als u aan Frits en Willem toestond zich

Te doen verzellen van een zestal vrinden,

Hoe vrolyker hoe liever!

Graaf

Wel, waarom?

Robert

Dat zou de eentonigheid wat breken.

Graaf

O zeker!