Ideën, eerste bundel
152.
- Ja, zegt ge, maar misschien klimmen wy. 't Leven is voorbereiding... wy ontwikkelen... licht... lofgezang... engelen en verklaarden geest... van naby zien... aangezicht tot aangezicht... - Ei, zyt ge zó op dat alles gesteld? Ik merk weinig van uw voorbereiding, ontwikkeling, van uw zucht tot lofzingen... wat me ook vervelen zou. Maar bovendien, als we ons te onbeduidend achten om onsterfelyk te zyn in onzen tegenwoordigen toestand, als die onbeduidendheid gaandeweg moet veranderen in een belangrykheid die ons voortbestaan wettigen zou - leerschool, voorbereiding, enz. - hoe komt het dan, dat leerlingen die op 't punt staan de school te verlaten, de voorbereidings-scholieren der hoogste klasse, zy die moeten worden beschouwd als byna volleerd... hoe komt het dat die discipelen zo precies lyken op de leerlingen der laagste klasse, dat ze geen haarbreed verder zyn? Geen millimeter graad ryper voor de promotie? Verklaar me dat eens, gy leerschoolstelselaars!
Als de aarde een leerschool is voor den hemel, betreur ik zeer dat myn onbekende voogd me niet op 'n ander instituut heeft gedaan.