Ideën, eerste bundel
116.
Een publiek persoon staat lager of hoger dan byzondere personen. Trekt hy zich de algemene zaak aan, met denzelfden yver als 'n particulier de zyne behartigt, dan staat hy hoger, dewyl hy in den uitslag van 't goede slechts deelt voor een burgerdeel, en niet naar de maat zyner meerdere inspanning.
Maar behartigt hy de publieke belangen juist genoeg om z'n traktement niet te verliezen, en die goddelyke ‘aanspraak’ op pensioen... maakt hy tot‘eerst en enig beginsel’ de zorg dat ‘het zyn tyd maar uithoude’ dan staat hy lager dan een particulier, en in myn oog zelfs zeer laag. Toen ikzelf ambtenaar was, wist ik 't woord ‘ambtenaar’ uit te spreken als een scheldwoord.