Ideën, vierde bundel
940.
Toch ligt er in 't versmaden van den schyn zelfs der waarheid, zekere verwatenheid die 't bedrog des te walglyker maakt voor wie 't doorziet, maar... des te gevaarlyker ook voor wie zich daardoor vangen laat. De orthodoxen - katholiek of zogenaamd-protestant - hengelen met koekdeeg. De modernen met nagemaakt-levende vliegjes. ‘Als daarin een angel zat, zou 't diertje zich niet zo liberaal bewegen’ denkt de vis, en hapt toe.
De onbeschaamdheid van de modernen gaat voor oprechtheid door. ‘Precies 'n vliegje!’ De handigheid waarmee ze hun aas doen bewegen, is dan ook 't enig talent dat ze bezitten, maar voor de meeste vissen is 't voldoende.
Ge weet wat ik hun op zo menige bladzyde verweet. Al m'n beschuldigingen komen hierop neder, dat zy tegelykertyd zich trachten meester te maken van den hemel en van de aarde: geloof met steenkool. (454)
Dit doen de katholieken ook, zegt ge? Zeker! Maar ik bedoel hier eigenlyk niet uitsluitend het najagen van geld en goed, schoon onze modernen zich daarin by voorkomende gelegenheid zo min onbetuigd laten als de rest. Bovendien, onder de katholieken werden dan toch te allen tyde geestdryvers en asceten gevonden, die inderdaad niet streefden naar dit doel. Uitzonderingen zyn het, maar ik betwyfel of ge zulke uitzonderingen onder de modernen vinden zoudt. Doch niet hiervan spreek ik nu. Ik bedoelde het streven om den invloed dien 't hemeldragonderschap verleent, te verenigen met de aanspraken van 't gezond verstand, en dit zonder door barvoeten, zwarten jurk, bef of zuurkyken te waarschuwen. Molière's Tartuffe - een sukkel! - doet zich voor, alsof hy geen belang stelde in wereldse en vleselyke dingen. Om in z'n rol te blyven, zou hy moeten zwygen waar 'n schoolknaap spreekt, en - huichelend, maar dit 's nu de vraag niet - verzuchten: de kinderen der duisternis zyn bekwamer dan de kinderen des lichts!
Dat nu de Tartuffe van Molière deze moeilyke rol speelt - en zeer slecht: men riekt z'n bedrog zes myl bovenswinds - is juist 'n verlichtende omstandigheid, die men aan lieden van zyn soort moet toerekenen tot verzachting van straf. Bovendien, ze doen iets, vermoeien zich, wagen iets. Het is zo gemakkelyk niet, op eenmaal van God en genade over te wippen op den molligen schoot van Elmire! De mislukte prototype van 't ras bewyst dit door z'n onhandigheid, en komt dan ook niet verder dan haar kleed, waarvan-i de étoffe moëlleuse pryst, als 'n winkeljongen. De stumperd wordt in z'n manoeuvres belemmerd door 't besef:
Je sais qu'un tel discours de moi paraît étrange,
dat er ten laatste hakkelend uitkomt. Het moest wel! Vergelyk deze opmerking over Molière's ongelukkigen Tartuffe, met een-en-ander wat daarover voorkomt in 't ‘Naschrift’ by ‘De Bruid daarboven’.
Zonder nu in 't minst te beweren dat onze modernen zich byzonder toeleggen op zulke, wat al te ouwerwetse en toneelachtige spitsboevery - ze zyn daartoe veel te praktisch! - zeg ik u dat zy op de terreinen die ze wel bearbeiden, moderne middelen vonden, om dat lastig gehuichel over te slaan. Liegende schreeuwen zy: ik lieg! ‘Dát's 'n oprechte kerel, roept de leek, ik laat me inschryven in z'n register.’ En er is 'n zieltje gewonnen. Voor den Hemel niet - daaraan geloven zy zomin als wy, en zyn er groots op - maar voor de gemeente, en... te zyner tyd voor de stembus. Want: die moderniteit gaat hand aan hand met het Nederlands Liberalismus. 't Een is 't ander waard.
Vraagt ge een bewys? Wilt ge een voorbeeld van de manier waarop ze met gesloten knie en enkel heenspringen over de moeite van 't huichelen? Over de schaamte? Niet langer dan een maand geleden, heeft een der voorgangers van die eerlyke sekte, op 'n congres zich openlyk beroemd op de schurkery die ik hun herhaaldelyk verweet. Ge ziet het, dat 's wat anders dan
Tartuffe! Het was zo byzonder voordelig, verklapte die woordvoerder, de winsten van 't Geloof te delen met de Orthodoxen, en tegelykertyd met de mannen van verstand en vooruitgang, de vruchten der Wetenschap. De ‘broeders’ - eigenlyk geloof ik dat ze elkaar: ‘vrienden’ noemen, of: waarde vrienden... de oude zalf met 'n modern etiket! - de ‘vrienden’ schenen dit met hem eens. Althans in 't zeer curieuse verslag der zitting komt alweer niets voor, dat op 'n protest gelykt.
[*]
Men kan dit verslag vinden in 't byvoegsel van de N. Rotterdammer Courant van 11 April 1872.
(1872) Integendeel, een andere ‘vriend’ hield 'n preek over 't Darwinismus, en betoogde dat dit stelsel heel goed kon worden van pas geknoeid in hun modern zwendel-systeem.