Volledige Werken. Deel 7. Ideeën, zesde bundel. Ideeën, zevende bundel. Aleid. Onafgewerkte blaadjes
Aantekeningen
blz. 38, r. 24; bij Idee 1092: Eindelyk is nu in geheel Duitsland 'n gelykvormig en decimaal muntstelsel ingevoerd. De fouten en zotternyen waaraan by die gelegenheid de ‘mannen van 't vak’ zich hebben schuldig gemaakt, lopen in 't anekdotische. Reeds in 't eerste jaar na die hervorming, en later herhaaldelyk, vond men zich genoodzaakt verandering te brengen in muntslag en alliage, terwyl thans nog de zaak verre van voldoend geregeld is. De talers zyn nog altyd slechts voor 'n gedeelte ingewisseld, en 'n tal van wyzigingen zyn alweer in de pen. Tout comme chez nous alzo is hier voor de duizend-en-zoveelste maal 't bewys geleverd dat de mannen die aan 't hoofd van de zaken staan, Specialiteiten, wel eens specialiteiten zyn in onkunde en onhandigheid
Geheel afgescheiden van de schandelyk onbekwame behandeling der zaak, is 't zeer te betreuren dat Bismarck de misschien nooit terugkerende gelegenheid heeft verwaarloosd, 'n Europees muntsysteem tot stand te brengen. Na de schitterende overwinningen van 1870 had de invoering van 't frankenstelsel niet kunnen doorgaan voor vernederend buigen onder fransen invloed, en door één pennestreek waren Duitsland, Frankryk, België, Zwitserland en Italië met 'n gelykvormige geldrekening begiftigd geweest. De andere Staten hadden wel moeten volgen. By deze verandering had ieder baat gevonden, ieder... behalve de heren geldwisseltermieten.
(1878)
40:12; bij Idee 1093: 't Schynt wel dat de vogue van Stuart Mill in hoedanigheid van citeerkosmetiek aan 't dalen is, maar 't baat niet veel, want sedert enigen tyd besmeren de Weledele Heren Motto die naar gevestigde zaakjes in Filosofie en Sociaalstudie uitzien, hun onweerstaanbare attrapelokken met Taine, Spencer en nog 'n paar nieuwe snufjes van den dag.
De bellettristische Motto's vergenoegen zich met de uitgerafel-de krulletjes van exotische romanfabrikanten die dan terstond voor sterren van de allereerste grootte worden uitgegeven, natuurlyk. Wie, byv. maar 't minste besef heeft van ware echte zuivere oorspronkelyke letterkunsterigheid, moet flauw vallen van bewondering by 't aanschouwen der croustilleuze nooit op enig toneel vertoonde luchtsprongen van den wereldberoemden Emile Zola, e.d.
't Publiek van den Zeedyk klapt wel niet in de handen by al die kunsten van Adonis Motto - men heeft al zovéél ploerten met vette kunstlokken gezien! - maar geeft toch niet genoeg blyk van walging over de luiheid, de geestarmoede en de oneerlyke hansworstery waaruit dat endimancheren voortspruit. Zal men dan nooit in verzet komen tegen 't vervalsen van - geestelyke! - levensmiddelen?
(1878)
94:18; bij Idee 1120: De hier toegezegde preek komt in den Zevenden Bundel voor.
(1878)
104:7; bij Idee 1123: Ik verklaar by dezen uitdrukkelyk, dat de vertraging der laatste aflevering van dat werk, in genen dele mag geweten worden aan den heer Waltman. Er bestaan oorzaken die my 't publiceren van het slot dier studiën moeilyk maken, en die ik den lezer zal meedelen. Toch hoop ik weldra te slagen. (Aug. 1873).
(1874; niet in 1878)
207:7; bij Idee 1168: En dit is met zeer velen 't geval! Zie byv. zekere beoordelaars van Vorstenschool, die m'n Louise niet koninklyk vinden, omdat ze te eenvoudig-verheven menselyk is. Maar lieve beste domme burgerluidjes, juist dáárom staat ze zoveel hoger dan de opgeschikte prinsessen in de poppenkast uwer zogenaamde klassieken!
(1878)
225:9; bij Idee 1175: Die heren raken wat uit de mode. De citeerstokpaardjes du jour, heten Spencer en Taine.
(1878)
243:33; bij Idee 1178: Dit was volgens Bilderdyk de oorzaak dat z'n fraaie Floris niet gespeeld werd toen koning Lodewyk voor 't eerst den amsterdamsen schouwburg bezocht.
(1878)
256:29; bij Idee 1181a; Zie over die vaderlandslievende binnenkamers myn Pruisen en Nederland; Deel IV, blz. 39.
(1878)
289:5; bij Idee 1189: Nadat ik deze regelen schreef, is hierin enige verandering gekomen. Hoe die zaken thans geregeld zyn, weet ik niet. Sedert enigen tyd is er grote beweging op 't gebied van Toneelspeelkunst, maar of daaruit iets goeds zal voortkomen, blyft de treurige vraag. Ik vrees dat de meest welmenende pogingen zullen schipbreuk lyden op 't gebrek dat ik trachtte te schetsen in 958.
(1878)
313:26; bij Idee 1197b: By de correctie van de eerste drukproef, had ik de drukkery verzocht hier de ruimte ener bladzyde open te laten, ten einde een nummer te besteden aan de wyze waarop myn oordeel over den hoofdeis der Kritiek door zeker soort van volksvoorlichters is opgevat. De godkundige Doctor Van Vloten heeft daarvan den zin verdraaid - wat niemand verwonderen zal - en zelfs den tekst, wat ik valser en brutaler vind dan zelfs van hém te verwachten was. Nu, onnozel is 't ook.
Ook was m'n voornemen de later verschenen stukken van den heer B.H. met 'n paar woorden te kenschetsen. Een zeer groot gedeelte daarvan... doch neen, het is me niet mogelyk die plannen te volvoeren, daar ik onwel ben, en zeker volslagen ziek worden zou als ik me neerboog tot de inspanning waarop 't behandelen van zekere sujetten my altyd te staan komt. Niet zonder verwyzing naar 35, ben ik dus zo vry deze bladzy oningevuld te laten. Ik ga me toewyden aan verhevener bezigheid, en maak vliegers voor de kinderen van m'n buurman.
(1878)
314:11; bij Idee 1198: O goden, m'n eerste berichtgevers hebben zich vergist! Door geloofwaardige getuigen is me later verzekerd dat het opgedeund vers niet m'n dierbaren Klaasje, maar den dichtervorst Bilderdyk-zelf tot vader had. Poenitet!
(1878)