Ideën, vierde bundel
934.
De grondgedachte der Ideeën 100 en 303 komt me nog altyd juist voor. Maar ik had me minder lauw en onbestemd moeten uitdrukken. Met iemand die op principes rydt, is 't niet genoeg ‘voorzichtig’ te zyn. Hierdoor zou men hoogstens zichzelf enigszins kunnen waren tegen schade. Het is plicht - zo voel ik - ook anderen te waarschuwen. En wat 303 aangaat, ik had moeten zeggen: principes zyn laaghartige voorwendsels ter plichtverzaking. Ik schreef onlangs - ik meen in de noten op de nieuwe uitgaaf van de twee eerste bundels dezer Ideeën, maar kan 't nu niet naslaan, en herhaling is zo heel overbodig niet - dat de man die met levensgevaar 'n medemens uit het water haalt, dit doet als 'n Newfoundlander, uit aandrift, zonder meer. Wees verzekerd dat 'n ander die by zo'n gelegenheid geen hand uitsteekt, altyd 'n principe zal weten aan te voeren, dat hem veroorlooft - volgens hém: gebiedt - 'n ellendeling te zyn.