Ideën, derde bundel
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
636.
Inkonsekwent - gelyk alles wat onwaar, en dus slecht is - gebruikt de onaesthetische veroordelaar den vermeend-hogeren
*
rang van 'n beroemd artist - dien hyzelf zo-even bekladde met zyn kwyl - als oorlogsmiddel tegen den kunstenaar die in de algemene opinie iets lager staat aangeschreven dan sommige Meesters. Het sysje moet zich horen verwyten dat het maar 'n sysje is, en wel uit 'n bek die geen toon kan voortbrengen niet alleen, maar nog vuil is van den smaad dien hy uitwierp tegen zangers van hogeren roep.
't Is kluchtig op te merken hoe ieder die 'n parterre-biljet betalen kan, zich 't recht aanmatigt laag neer te zien op artisten van den 4den of 5den rang, op grond der verzekering ‘dat men te Parys 'n artist van den 2den rang gehoord heeft’. Dat men ekonomisch met z'n aandoeningen omgaat - vooral wanneer ze geput worden uit 'n byna verstopte bron - mag ik niet afkeuren. Maar 't gaat toch wat vér, vandaag geen gevoel te hebben, omdat men gister... aan de eer van de reis meende schuldig te zyn wat mode-aandoening op te vangen. 't Herinnert aan de vrouw die niet aan 't schreien kon raken by de schets van 't vagevuur, omdat ze by 'n vorige preek al haar tranen verhuilde aan de hel.