Ultima possedit, solidumque coercuit orbem
(Lat.): Ovidius, Metamorphosen I: 30-31. Het rondom-stromende water nam de uiterste randen in bezit en omsloot de aardschijf zodat deze aaneen bleef.
(Lat.): Ovidius, Metamorphosen I: 30-31. Het rondom-stromende water nam de uiterste randen in bezit en omsloot de aardschijf zodat deze aaneen bleef.