- kabaai
- kaboepaten
- Kadmus
- kadoet
- kadraaier
- kain
- kaka'toea, kaketoe
- kakangelie
- kakografie
- kakolyn
- kali
- Kâlidâsa
- Kamertje van een wasmeisje, Het -
- kami
- kampong, kampoeng
- Kandioten
- kantianen
- kantilje ketting
- kapala agama
- kapala djaga
- kapas
- kapetengan, kapitengan
- Kapitool
- kapoelaga
- Kappelman
- kapt. bitjar
- karbo
- Karel Lodewijk Napoleon
- Karel VI
- karie
- Karoline Mathilde
- Karta Nata Negara
- kassi api
- katiga
- katjang
- kattie
- Katz, Samuel -
- Kaunitz, Wenzel, Anton graaf von -
- kaustiek
- KB
- kě 'baja
- ke-hilir
- ke-oedik
- kě'lapa, ka'lapa
- kě'mit
- kě'moening
- kě'nari
- kě'pala
- kě'ris
- kě'tapang
- kě'timoen
- kě'toepat
- Kedoengkebo
- keepsake
- kemit
- kěn'dang
- kěr'bau
- kerdja djoeroeng
- Kerkhoven, Eduard Julius -
- Kerkhoven, Johannes -
- Kerkhoven, Theodorus, Johannes -
- kètjoe
- kètjoepartijen
- Kettman, Lambertus Antonius Johannes -
- kidang
- kiökkenmödding
- kirai
- Klaasje Zevenster
- klamboe
- klapper
- Kleijnhoff, Everdina -
- klepsuder
- kléwang
- klink
- kliwon
- Kneppelhout, Johannes -
- Knottenbelt, mr. Jan -
- Kodrus, Kodros
- Koekebakker, Hendrik -
- koela
- koemoekoes, kemoekoes
- koffo
- koijang
- kojang, koijang, bij afkorting koij
- Kol, Everhard Henry -
- kollek
- Kommewijne
- kondé
- Königgrätz
- Könnt' ich mit diesem Jüngling leben
- kontramanderen
- kontubernaal
- kopi
- Koptisch
- korjaal
- kornak
- korra korra
- kosmogonie
- Kostnitz, Concilie van -
- krandjang, kranjang
- Krates
- kraton
- kredja negrie
- kretiniseren
- kretinisme
- krinoline
- Kritik der reinen Vernunft
- Kröber de Roever, Willem Johannes -
- Kroesen, Willem Egbert -
- Kwaker
- kwé-kwé
- kyrië (eleison)
- kyrielle
Karta Nata Negara
: geboren omstreeks 1796, regent van Zuid-Bantam sedert 1837, eervol ontslagen in 1865, overleden in 1879. Van zijn vele zonen, merendeels losbandige onbruikbare mensen die, in gouvernementsdienst geplaatst, weer wegens knevelarij ontslagen moesten worden, heeft alleen Djaja Negara het ver gebracht: hij was regent van Tjaringin. Tijdens een groot feest aldaar, waar zeer talrijke nakomelingen van de oude regent aanwezig waren, maakte op 26 augustus 1883 de vloedgolf van de Krakatau een einde aan aller leven. (R.A. van Sandick, Leed en lief uit Bantam. Zutphen, 1892; blz. 202-220).