- da capo
- dactylus
- Daehne van Varick, August von
- Dagon
- daguerreotype
- Dahomey
- Damascus
- Dame blanche, La -
- dammer
- Danaïden
- Danaus
- Dandin, George -
- Dante Alighieri
- daoen
- dapoer, dapoor
- dapoermensen
- Darius
- darwinisme
- datoe
- datoek
- David
- de auditu
- de eloquentia
- de fide caute vitanda
- de fil en aiguille
- de magnis non curat praetor
- de majoribus non curat praetor
- de mortuis nil nisi verum
- De officiis
- de omnibus aliquid, de toto nihil
- De oratore
- de profundis
- de rigueur
- de scepticismo caute vitando
- de substantia archangelorum
- de visu
- dě'mang
- deballotteren
- débarrasseren
- Debora
- débouché
- decaveren
- déconfiture
- Dedem, Willem Karel baron van -
- deductie
- deductie
- Defoe, Daniel -
- defrayering
- dégdhi
- Deiss, Maria Wilhelmina -
- Delaroche, Paul -
- delenda, deleta
- Delfi-tempel
- Delftse School
- deliberante senatu perit Saguntum
- Delphi
- Demak
- dĕmang
- démarquer le linge d'autrui
- Demerara
- demologie
- dengdeng, dingding
- derivatief
- derogerend
- Derwisch
- dĕsa
- désappointement
- désavoueren
- desinit in piscem (mulier formosa superne - )
- deuren- en venstergeld
- deus ex machina
- déveine
- devies
- Dey
- dia ta' takoet toeanja
- diabolus fit, non nascitur
- dialectisch
- diatomeeën
- diatribe
- Dictionnaire de l'Académie
- Dido
- Diest Lorgion barones van Hoëvell, Godartine Alexandrina Gerardina Philipine -
- Diest Lorgion, Rudolphine Helena Carolina
- dieu des armées
- difficile epigramma non scribere
- difficile satyram non scribere
- difficulté vaincue
- digitaline
- digitus dei
- dii minorum gentium
- diis faventibus
- dilemma
- Dio Cassius
- Diocletianus, Gaius Aurelius Valerianus -
- Diogenes
- dis-moi comment tu t'amuses, je te dirai qui tu es
- disculperen
- disert
- disertie
- Dissel, Elie Johannes François van
- divide et impera
- djagong
- djakat
- djaksa, jaksa
- djangal, djangool
- djaru
- djati, djattie
- Djeddah
- djimat
- djiwa
- djoeroeng-werk
- djoeroetoelias
- djogugu
- djummoh
- dodekaëder
- Dodona
- doek
- doekoen
- dolychocephalen
- domicilium citandi
- domicilium citandi et executandi
- Don Carlos
- Donders, Franciscus Cornelis
- Donna Elvira
- Donna Lodovica de la Mancha
- Dordtse Synode
- Doré, Gustave -
- douaire
- douillet
- Douwes Dekker, Auguste Henri Edouard -
- Douwes Dekker, Kornelis -
- Douze, mr. Charles -
- Draco
- droddebot
- Dronrijp, Petrus Albertus -
- Druïden
- Drusus
- Drutni
- Du Deffand, Marie de Vichy-Chamrond, markiezin -
- Ducrot, Auguste Alexandre -
- duitenplaatjes
- dum meretrix blanda vivet
- Düppeler schansen
- Dutillieux, Guillaume Alexandre -
- Dutillieux, Joseph Theodore -
- dyspepsie
Dedem, Willem Karel baron van -
: geb. huize Vosbergen, onder Heerde, 6 juli 1839, overl. Calcutta 2 april 1895. Studeerde te Leiden en aan de Koninklijke Akademie te Delft, waarna hij in 1861 tot ambtenaar eerste klasse bij de burgerlijke dienst in Ned.-Indië werd benoemd. Was vervolgens advocaat en procureur te Semarang en keerde in 1873 naar Nederland terug. In 1875 werd hij burgemeester van Hoorn en vijf jaar later lid van de Prov. Staten van N.-Holland en lid der Tweede Kamer, waarna hij zich in 1891 tot minister van Koloniën benoemd zag. Voorzitter van het Indisch Genootschap in de jaren 1881-1886. Na zijn aftreden als minister vertrok hij naar Brits-Indië, waarvan hij niet meer terugkeerde.