Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

8 april 1882

van

Hendrik Coenraad de Wolff

aan

Frank van der Goes (bio)

 

Volledige Werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883 (1991)

terug naar lijst

8 april 1882

Brief van H.C. de Wolff aan F. van der Goes. Enkel kladblokvel, waarvan blz. 1 en 2 (⅓) beschreven. (I.I.S.G. Amsterdam; fotokopie M.M.)

Met gedrukt briefhoofd Hendr. C. de Wolff, Assuradeur, Wijnstraat 59.

Den Heer F. van der Goes Amsterdam

Mijnheer,

Uwe letteren van 3 dezer, die mij eerst heden ter hand kwamen geven mijn vriend de Haas en mij aanleiding tot de volgende opmerking.

Niet gaarne zouden wij zien, dat - waar het de belangen van onzen Dekker geldt - het doel de middelen heiligen zou. Naar onze meening moeten wij steeds, inzake het voorgenomen huldeblijk, Multatuli waardig blijven, en der tegenpartij geen middelen in de hand geven, om ons met grond te bestrijden. Daarom verklaren wij ons reeds nu wars van 't rondzenden van lijsten ter intekening, van 't deponeren van dergelijke lijsten bij boekhandelaars, in societeiten &c.

Eer wij ons verder decideren, wenschen wij aftewachten, hoedanig de inhoud zal zijn van het plan van exploitatie, dat (volgens uw schrijven) bij de Hoofdcommissie in bewerking is. Mocht de Hoofdcommissie besluiten, plaatselijke comité's uittenoodigen, zich te belasten met de uitvoering van haar plan, dan verzoeken Dr. de Haas en ik, dat zij zich met dat voorstel richte tot de Rotterdamsche ondertekenaars van het manifest gezamenlijk. Wij kunnen dat voorstel dan gezamenlijk bespreken, en daaromtrent besluiten. Wèl wil ik U als mijne bijzondere meening mededeelen, dat ik mij van een plaatselijk Comité alhier zeer weinig voorstel, daar de vrienden van Multatuli hier niet zeer velen zijn.

Ik besluit met de mededeeling, dat ik tot heden circa f1400, - bij elkander heb, welke bijdragen allen verkregen zijn van bepaalde vrienden en discipelen van Multatuli.

De 50 biljetten van inteekening, waarvan in Uw zelfde schrijven melding wordt gemaakt, heb ik nog niet ontvangen.

In afwachting Uwer nadere berichten teeken ik hoogachtend

Uw dwdr

Hendr C de Wolff