Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

mei 1874

van

Multatuli

aan

Carel Vosmaer (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)

terug naar lijst

Waarschijnlijk midden mei 1874

Brief van Multatuli aan Vosmaer. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Slotgedeelte van een overigens verloren gegane brief. De laatste zeven regels zijn onleesbaar gemaakt.

Gezien de inhoud moet dit fragment dagtekenen van vóor Vosmaers bezoek in Wiesbaden.

(....)

vuurrood. ‘Dát zou toch ál te gek zyn, iets van haar aanteteekenen, als of 't waarde had!’ En ik heb autoriteit noodig gehad om 't doortedryven. Maar... dan moest ik 't adres schryven. Let wel dat ze uitermate flink is. Bij ruwe aanraking met de buitenwereld was zy altyd de man en op reis en wandelingen chaperonneert ze my, want ik loop altyd verkeerd. Sedert lang treedt zy overal op waar wat te vechten valt, en toch die snoepige bescheidenheid toen er spraak was van haar schryvery!

'n Tweede staaltje. We hebben een hond dien we zeer liefhebben. Het beestje is onweerstaanbaar en pakt ieder in, maar vooral is het op háár gesteld. We noemen hem Max.

Ik sprak zoo-even van den Vosmaersboom, en juist dát woord bracht me op 't onderwerp dat nu volgt.

Die boom staat op 'n open plek in 't Wald. (Die duitschers met hun ‘Wald.’ 't Is maar klein hout, soit, het is lief hier-en-daar, dat zul je zien.) Landelyk, of liever: eenzaam is 't op die plaats. Men kan er peinzen. In den boom, redelijk hoog, is 'n vloertje, en men klimt er in langs 'n rustieke trap, thans iets meer gemakkelyk, maar vroeger niet veel meer dan 'n ladder. Max is zeer zeer nerveus. Dat hoort by z'n sentimentaliteit, die werkelyk koddig is, ja, maar aandoenlyk ook. Hy is bang, lafhartig, o om medelyden mee te hebben. Als ik op wandelingen van den weg ga, om te klimmen of iets vreemds te bekyken, huilt hy, niet als 'n hond maar als 'n kind. Maar... hy volgt me niet. Háár volgt hy... zelfs door water waarvoor-i anders heel bang is. Toen we den eersten keer dien boom beklommen, was Max eerst huilende beneden blyven staan. Die ladder schrikte hem af. Maar hy kon Mimi niet verlaten, en beproefde boven te komen. Eén sport... weer terug. Twee sporten... weer terug. Enz. al weenende. Hy is by zulke gelegenheden zoo expressief, dat men duidelyk verstaat: myn god, wat moet ik veel doen? Ik kan toch niet van je af, en... durf niet by je komen! Na veel vergeefsche pogingen, bereikte hy 't vloertje, werd vriendelyk ontvangen, maar op z'n gemak was hy niet! Want die planken waren slecht gevoegd, hy durfde z'n pooten niet neerzetten en rilde van angst. We hadden medelyden met hem. Daar we wat in dien boom wilden blyven, en verdriet hadden van z'n angst, nam zy hem op, en droeg hem naar beneden waar-i zeer bly was weer vasten grond onder de voeten te hebben. Daarop kwam ze weer boven en we keken uit, meenende dat Max nu wel beneden blyven zou. We vergaten hem, en zie 'n oogenblik later voelde zy zich aan haar kleed getrokken: hy wás er weer!

Tot dus ver Maxje. Want Maxje noemen we hem, schoon-i niet klein is, om z'n kinderlykheid. Kinderlyk? Ja. Hy tracht telkens 'eu te zeggen, een der eerste klanken waarmee 'n kind blyk van ziel geeft. En nu... Vosmaer. Een maand of wat na dien haut fait van Max bezochten wy dien boom. Daar spraken wy over u en Holda. En ik nam my voor u by dien boom te brengen, zoodra ge hier waart...

(Niet omdat de plek byzonder schoon is, o neen! Maar... ik, die nooit 'n weg weet, had den weg naar dien boom geleerd en was er groots op.)

En die boom had geen naam op 't kaartje dat in den Guide is. Uit een-en-ander vloeide voort dat hy Vosmaersboom heeten zou. Ze vond het goed, want ze houdt veel van u.

Maar zie, vele dagen daarna, begint ze op eens:

- Zeg, dat is toch niet recht... de naam van dien boom met het vloertje.

Let op 't woord: recht. 't Is komiek. Haar rechtzoekerij kwam hierop neer dat de boom naar Maxje had moeten genoemd worden.

- Denk toch eens, hoe hy z'n angst overwon om by ons te komen! En dit met 'n ernst die my verbaasde. Ik gaf haar even ernstig gelyk, maar zei dat de zaak er nu toe leî, en niet veranderd worden kon. Nog-eens, zy weet niet dat ik hierop lette, en zou iets nieuws lezen, als ze dezen brief las. Niet om de feitjes die ze kent, maar om de beteekenis die ik er aan hecht.

(....)

Een goed idee misschien.

Uw vriend D.D.