Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

5 december 1872

van

S.E.W. Roorda van Eysinga (bio)

aan

Multatuli

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)

terug naar lijst

5 december 1872

Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Aan de onderzijde is een smalle strook weggeknipt, met enig tekstverlies; de tweede blz. is in z'n geheel doorgestreept. De rest van de brief ontbreekt in het handschrift; van de ondertekening af volgt de tekst de gedrukte versie (RvE, blz. 225-226).

Quinet: Edgar Quinet (1803-1875), frans historicus, en tegenstander van Napoleon III.

Quetelet: Lambert Adolphe Jacques Quételet (1796-1874) veelzijdig belgisch geleerde, beroemd statisticus, auteur van Théorie des probabilités.

Les prêtres ne sont enz.: versregel uit Voltaires Mahomet: Les prêtres ne sont pas ce qu'un vain peuple pense, Notre crédulité fait toute leur science. De priesters zijn niet wat een oppervlakkig volk wel denkt, In onze lichtgelovigheid ligt hun hele wetenschap.

Strausz: waarschijnlijk David Friedrich Strauss (1808-1874), duits theoloog en cultuur-historicus, auteur van Das Leben Jesu (1835).

Hilda, Feringa, Cluinet, Molière, Jury

Rolle, 5 Dec. '72

Waarde Dekker! Ontvang onzen besten dank voor uwen langen, na een ‘vermoeienden werkdag geschreven’ brief over Marietje's hoesten, die weder blijk gaf, niet alleen van Uw warm hart, maar ook van uwe heerlijke denkkracht. Ik ben spoedig met de kleine gaan wandelen, die op den weg slechts ééns hoestte in het uur.

Vergeef mij, dat ik eenige dagen wachtte met antwoorden, maar ik heb eenige regels ad 2½ cent voor den Opmerker bijeengebracht, daar Thieme op 31 Dec. de boeken van dit halfjaar sluit.

Ontvang ook mijn' vriendelijken dank voor de Millioenen-Studiën, dezen namiddag ontvangen. Ik heb er nog slechts in gebladerd. Vergeef mij een paar schoolvossige aanmerkingen. Gij spreekt van Edg. Quinet's Traité des probabilités. Bedoelt Gij niet den Belg Quetelet? Hij schreef althans een boek onder dien titel en vermeldt in zijne Physique sociale, dat hij de proef met de vazen en de balletjes nam.

Les prêtres ne sont pas ce qu'un vain enz. Is die regel uit Molière's Tartufe? Ik dacht uit Voltaire's Zaïre.

Marietje heeft kinkhoest en Henritje de koorts. Kunt gij mij over koorts ook zooveel leeren als over hoest? Voor mijn dochtertje beveelt de doctor tijdelijke verplaatsing aan. Maar het geld!

Is het goed des nachts met opene ramen te slapen? Immers dan ademen alle planten stikstof uit. Daarom moet men dan ook bloemen buiten zijne slaapkamer zetten.

In 't derde stuk voor den ‘Telegraaf’ heb ik weder van uwe wederlegging gebruik gemaakt, maar er van mijn eigen brouwsel bijgevoegd. Moge het mengsel daardoor niet te flauw zijn geworden! [...]

via, en van Kesteren; te Semarang. Maar uw broeder deed nog erger. Hij brak niet met mij. Ik hield hem tot zaterdag ll. voor een' vriend. Misschien is hij bedorven geworden door zijn tabakskontrakt.

Het onderscheid tusschen onze uitgaven bestond alleen hierin, dat hij voor veel geld armoedig leefde en ik lekker. Gij kent Talong

Gelijk Gij, veroordeelt de Quarterly Review o.a. de Jury-instelling, omdat zij de advocaterij aanmoedigt.

Van Feringa weder een brief. Hij wil mijne hulde aan Matzen in zijne Vrije Gedachte opnemen.

‘Hilda’ zal misschien in 't Duitsch worden vertaald. Ik schacher over 't honorarium voor Constantijn.

A propos van 't maatschapp. vraagstuk. De kolenmijn van Briggs, waar ieder aandeel in de winst heeft, staat despraat!

Uwe vragen over muren uit één stuk en pantsers van kurk heb ik in den ‘Opmerker’ medegedeeld, maar natuurlijk met verzwijging van uwen naam.

Nog eene schoolvosserij, Is 't altijd de stikstof, die prikkelt? Niet dikwijls het koolzuur? Immers, dit is het gas, dat wij uitademen? Dat verwekt het hoesten onder de dekens.-

Gelijk wij geen tering konden brengen op Java, trachtte Bourbaki's leger te vergeefs pokken en mazelen in te voeren te Rolle. Het gezonde klimaat bood zegevierend tegenstand.

Men zegt, dat de Keizer van China Zijnen artsen het traktement onthoudt zoo lang hij ziek is.

De gemeene Mr. Bake wilde eene jury onder de Javanen!

Wij drukken U hartlijk de hand.

Er is schijn van bewijs, dat Rotterdam de ploertigste stad is in 't ploertige Holland. Er is slechts éen uitgever van draaglijke boeken. Vergelijk dit met zooveel kleinere plaatsen.

Uw vriend R.v.E

Waarom Javanen liever praten met lippers dan met ons? Ik dacht hierover dezen middag. Kinderen zijn graag bij de meid. Er is minder afstand tusschen de begripspeilen. Zij begrijpen dikwijls ons minder goed, wij spreken minder kinderlijk. Zoo ook tegenover de Javanen. Wij zeggen zonder omschrijving b.v.: Toewan Presidèn Republiek. In een liplap is dit onmooglijk.

Mijne Mama zeî gisteren tot den tweejarigen Henri: ‘ouders’ en ‘boodschappen doen’. De meid is meer langs den grond.

Nu gij mij in de Mill.-Stud. uw ‘vriend’ noemt, zal, hoop ik, Publiek begrijpen, dat gij mij niet meer voor ontrouw houdt. Dank voor die amende honorable! Laat het daarbij. Anders zou ik verlegen zijn u in 't openbaar te huldigen.

Ik las heden wat over Shakspeare, the expresser, den zielkundige, en dacht daarbij aan u.

Te Kassel, waar gij zooveel beschaafden aan de table d'hôte ontmoettet, hield Strausz zijne voorlezingen over Voltaire, Quenstedt de zijne over geologie, ook voor dames. En bij ons, waar?

Gij, waarnemer, zoudt u misschien op Urk kunnen schikken. Ik, die weinig opmerk en gaarne lees, ben liever in eene groote stad, waar cabinets de lecture zijn en niemand mij kent.

Pomp, pomp! Gij zult nimmer verzuipen. Adieu!