Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

juni 1854

van

Multatuli

aan

C.S. van der Pool (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 9. Brieven en dokumenten uit de jaren 1846-1857 (1956)

terug naar lijst

Juni 1854 (?)

Brief van Dekker aan Van der Pool. Klein dubbel velletje. (M.M.) Op blz. 4 stond aanvankelijk: ‘Mademoiselle Elise’; dit is doorgestreept; toegevoegd zijn de zinnen, hierna als laatste drie regels afgedrukt.

2o Bulletin. (Nog beroerder dan het eerste)

Zondag na kerktijd.

Ik heb een heele fransche preêk geslikt met psalmen en gezangen. Het kwam mij goed dat ik reeds vóór kerktijd gevomeerd had. De kerk begon te 10 uur. Ruim 9 uur stond ik er voor, na mij verzekerd te hebben dat er niemand binnen was. Kort daarop kwam er een rijtuig waarin één Heer van ca 50 jaar vrij bruin, en drie meisjes van verschillenden leeftijd ik gis 14-16 & 22 a 24 ook bruin doch geen van drieën mooi. Geen grijze mantilles of grijs gestreepte japon. Het oudste meisje kwam het eerst de wagen uit en scheen verwonderd dat de kerk nog niet aanging. Zij informeerde zich bij den diender hoe laat het spul begon? Zij bragt rapport aan den Heer die met de andere meiskes in de wagen was gebleven die daarop den koetsier toeriep: ‘tour dan nog maar wat om!’

Uit een en ander maak ik op dat die familie niet de bedoelde was, omdat

1o. Elise al heel brutaal moest gejokt hebben door te zeggen: een ‘eenigzins Oostersch teint’ en ‘van Eur: ouders’ want die dames zagen zeer bruin. Evengoed zou men een Afrikaan kunnen noemen: een heer met een donker uitzigt.
2o. Elise die reeds voor 14 dagen een rendezvous in de fransche kerk gaf moest weten hoe laat die begon en zou dat niet eerst aan den diender behoeven te vragen.
3o. De Diender met wien ik een praatje maakte antwoordde op mijne vraag of die Dame hier meer in de kerk kwam, neen, ik geloof het niet. Hij meende echter dat die familie op Vreedenburg woonde en niet aan den Leidschen Dam. Het is dus niet die Heer met eene nicht waarover de meisjes hier in 't Logement mij gesproken hebben.
4o. De vader moest een even brutale leugenaar wezen als de Dochter door dat meisje schoon te noemen. Vooral daar zulk een stiefvader niet kan geacht worden door een galante bril te zien. Buiten die familie was er niemand in de kerk die eenigzins aan het signalement van E. deed denken, noch in voorkomen, noch in kleeding. Zoodat ik mijn zakdoek en briefje nog niet heb kunnen slijten.

Goede raad is nu vooreerst duur. Ik informeer nu naar een knechtje ‘die zoowat van de omstreken weet en mij omtrent alle menschen zoowat weet te zeggen, want daar ik misschien van plan ben hier een buiten in de buurt te koopen, wil ik natuurlijk eerst weten wie hier mijne buren zullen zijn, &c.’

Ik denk nu eens eene wandeling naar den Leidschen Dam te maken en te trachten te weten te komen wie die Heer met zijne nicht is.

De informatie bij het postkantoor (dat hier NB. door een bakker wordt gehouden) stel ik tot het laatst uit

Als gij welligt mogt besluiten mij hier te komen opzoeken vraag dan naar Holm in ‘de Zwaan’. Want daar ik nu niet bij uwe ex-aanst: schoonouders logeer is hier geen gevaar. Het is hier gloeijend vervelend. Ik vroeg boeken en men gaf mij preêken!!!! Wie kan nu grappen maken met meisjes die u zulke lectuur presenteren. Hu, 't is om te bevriezen!

Schrijf nu uwe eigene adressen maar want hier in de Zwaan kent men toch uwe hand niet. Ik ben nog misselijk van die preêk. Adieu.

t.t.

DD.

Van avond schrijf ik niet tenzij ik iets bijzonders weet. Ik begin te denken dat E. zich toch, wat de bijomstandigheden aangaat, gemasqueerd heeft. Enfin nous verrons.

Zend mijne briefjes aan mijne vrouw ter lecture, want daar zij belang in de historie stelt, zal dit haar au courant houden, hoezeer er tot nog toe weinig belangrijks te melden geweest is.-