Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

24 oktober 1880

van

Multatuli

aan

Johannes van der Hoeven (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880 (1989)

terug naar lijst

24 oktober 1880

Brief van Multatuli aan J. van der Hoeven. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (½) beschreven. (M.M.)

Geisenheim a/R 24 Okt. 1880

Waarde Van der Hoeven

Ik ontvang daar bericht dat Eduard te Padua is, en sedert den 5 juli JL onafgebroken geweest is. Z'n adres is: via Colmellon, 848.

Na de [1.] de: oorspr. stond er 't. door U van officieele zyde bekomen mededeeling, heeft nu die nieuwigheid geen waarde meer, voor zoo ver die akelige haagsche zaak betreft. Of gy om andere redenen gebruik wenscht te maken van dat adres, moet ik aan Uzelf overlaten. Ik erken dat hy niet de minste aanspraak heeft op welwillende konsideratie, maar misschien is 't humaner, en dus voor uw eigen gevoel bevredigender, hem met rust te laten. Deze reden tot niets-doen zou vervallen indien er door rekriminatien [2.] rekriminatie: tegenbeschuldiging, hier wschl: in beschuldiging stellen. (of c.q. vervolging) iets te bereiken ware. Dan was 't uw plicht hem aantepakken, maar 't gehoor geven aan vruchtelooze rankune zult ge zeker beneden U achten.

Wat my betreft, niet uit wrok over alles wat er geschied is, maar om zooveel mogelyk Nonni en haar man te vrywaren voor 'tgeen geschieden kàn, zal ik haar en hem nog eens herinneren hoe hy zich jegens u gedragen heeft. -

De berichten die ik ontving, zyn vervat in een br. van den heer Bassani en een idm van Eduard-zelf. De eerste is zeer behoorlyk, maar Ed. schryft heel brutaal. Hy schynt te meenen dat het niet-vermoorden van Marius Bogaardt 'n groote verdienste is, die hem schoon wascht van al z'n beroerdheid! Aan hèm schryf ik niet, maar ik zal hem door Nonni laten zeggen dat-i zich van z'n onschuld aan moord (een verdienste die duizend millioen menschen met hem deelen!) geen voetstuk hoeft te maken en dat het reeds schande genoeg is, door menschen die hem kennen (waaronder ik) tot zoo'n schanddaad in staat geacht te worden. [3.] Deze zin luidde oorspr.: dat menschen die hem kennen (waaronder ik) hem tot zoo'n schanddaad in staat hebben geacht.

Hartelyk gegroet van

tt

Dek