8 april 1879
Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (½) beschreven. (M.M.) Met gedrukt kopje Chr. Brugma, Hôtel Weimer, Rotterdam.
Dinsdag morgen beste Haspels!
Ik heb goddank geslapen maar daar 't slechts 'n gevolg was van de morphine, voel ik me suf en dom. En m'n spit in den rug! bah! - Ik vertrek 10-30 naar Arnhem, waar m'n vrouw me wacht. Vandaar pr rytuig naar Nimwegen. -
Eduard blyft tot morgen hier. Wilt ge zoo goed zyn hem: (Mr E. Douwes Dekker Jr hotel Weimer) f 100 te zenden? -
Straks schryf ik aan Le Gras [1.] Le Gras: n.a.v. de benefietvoorstelling op deze dag.. Ik had 'n ‘mooi versje’ willen maken, maar 't zal niet gaan. Hoofdzaak is U in 't publiek 'n bewys van sympathie te geven, en dàt zal ik doen.
Hartelyk gegroet Dek
Verzoek Roelants my 't adres optegeven van den heer die de zaal verliet omdat hy me niet hinderen wilde door hoesten. Ik ben hem wat schuldig.