Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

2 oktober 1879

van

G.L. Funke (bio)

aan

Multatuli

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880 (1989)

terug naar lijst

2 oktober 1879

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje waarvan blz. 1-2 en 3 (⅓) beschreven. (M.M.)

Amsterdam, 2 October 1879

Beste Dekker!

Met spanning zie ik steeds uw nader bericht tegemoet aangaande uw gezondheidstoestand. Het lang uitblijven daarvan doet my echter vreezen dat uw treurig vermoeden tot zekerheid werd en dan kan ik mij voorstellen, dat Ge in zorg zit over de toekomst uwer beide lievelingen. Laat U echter daardoor niet te zeer neêrdrukken, want Ge hebt er onder uwe vele vrienden die alsdan hun plicht zullen kennen en zeker aan de uwen hun schuld aan U zullen betalen. Dat ik niet nalaten zal Uwe vrouw meê te deelen van de vruchten van uwen arbeid, zult Ge toch wel als zeker aannemen? Blijven mijn omstandigheden zooals nu (en daar is veel kans toe) dan kunt Ge daar stellig op rekenen; voorloopig wil ik mij reeds gaarne verbinden gedurende de eerstvolgende tien jaren ieder jaar f 500.- uit de opbrengst uwer werken voor haar beschikbaar te stellen.

Dat Ge geen lust gevoelt u met correctiewerk te bemoeien, nu Ge zeker vrij wat gewichtiger dingen te behandelen hebt, is licht te begrijpen. Ik zal dan ook maar met herdrukken voortgaan en zelf zoo nauwkeurig mogelijk toezien dat alles er goed blijft uitzien. Later kan Mimi, wanneer zij daartoe tijd heeft, mij allicht daarin helpen.

Ik hoop hartelijk dat mijne vrees nog ongegrond zal blijken en zal niets liever dan betere tijdingen van U hooren. 't Was mij echter onmogelijk langer te wachter met U een woord van bemoediging toe te spreken, want ik voel best hoe angstig Ge nu en dan over Uw lief gezin zult zitten te peinzen, niet zeker wetende dat zij een passende positie zullen behouden. Overdrijf echter niet op dat punt: ik voor mij geloof zeker dat men Uwe nagedachtenis geen schade zal aandoen. Integendeel acht ik dat menigeens geweten wakker zal worden wanneer Ge niet meer zijn zult en men U eerst dan zal leeren waardeeren. Tracht dus kalm te zijn en geloof mij na hartelijke groeten

Uw trouwen

G L Funke