24 november 1875
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Enkel velletje postpapier, dubbel gevouwen, waarvan blz. 1-3 en 4(½) beschreven. (M.M.)
Wb. 24 Novr 75
beste funke!
Hierby 't slot zoo als ge 't verlangt. Toch laat ik me niet beletten u eens de eer te geven die u toekomt. Er moet toch gekonstateerd worden dat m'n klacht over hollandsche toestanden (gedeeltelyk voortvloeiende uit dat vervloekte vertalen, en niet uit de kleinte van 't land zooals de deun luidt) nu dat m'n wrevel over hollandsche kaalheid U niet treffen mag. Men leest slordig, en ik voorzie dat men U zal beschuldigen. Net 'n liedje à la Mina Kruseman: ‘de uitgevers worden millionair.’ Dat klinkt zoo.-
Zeg, dàt is 'n aardig toeval. Morgen avend worden te Rotterdam èn Vorstenschool èn Bruid daarboven gespeeld. Wat 'n samenloop dat twee stukken die 32, 33 jaar van elkander gescheiden zyn, zóó by elkaar komen, niet waar?-
Le gras c.s. hebben my vriendelyk uitgenoodigd over te komen. Ze willen my zelfs reisgeld zenden. Maar ik heb bedankt. Ik ga niet van hier voor ik áf heb:
Als ik zoo wel blyf als nu, zal 't alles lukken.
Hart. gegroet
tt
DD