Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

juli 1875

van

Multatuli

aan

G.L. Funke (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (1986)

terug naar lijst

Midden juli 1875

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 3 beschreven. (M.M.)

Wiesbaden Juli 1875

Waarde funke! Sedert vele dagen zit ik te wachten op proef van vel 21. Dat is 't slot van den gewonen tekst van Havelaar met 'n paar blaadjes kopie der eerste Noten, genoeg om de paar overschietende blz. van dat vel te vullen. Ik vroeg aan Boekhoeven my daarvan proef te zenden (d.i. revisie ten-opzichte van den gekorrigeerden tekst maar proef van die 1½ eerste bladzy noten) teneinde te berekenen hoever m'n notenkopie in druk uitzette? Maar ik verneem en ontvang niets. Op dit oogenblik ligt de vertraging niet aan my. Sedert ik u 't laatst schreef, heb ik druk gewerkt.

Maar... daar overvalt my een bezwaar waarmee ik waarachtig geen raad weet. Ik zie duidelyk dat m'n noten den grens overschryden dien ge my aangewezen hebt. Ge zeide (meen ik) in een Uwer brieven, 2 a 3 vel! Kerel, dat kan ik niet!

Ik begryp heel goed dat ge gebonden zyt aan Uw afspraken met drukker en 't Publiek. Hoe nu?

Eerst was ik van plan U voorteslaan, de Noten in 'n afzonderlyk bundeltje uittegeven, en daarvan (onder opgave der oorzaken) aan den voet van den Havelaar en in advertenties mededeeling te doen. Maar ik denk dat dit U niet geraden zal voorkomen.

Iets anders dus. My te bekrimpen in m'n ruimte is... halsbrekend. Belemmeringen van dien aard maken me onmachtig, en bederven m'n werk.

Daar ik nu zoo vry ben te gelooven dat m'n noten werkelyk waarde hebben in evenredigheid met de ruimte die ze beslaan en met den prys dien ge daarvoor bedingen moet, sla ik u voor, my te laten begaan, en uw bestellers of inteekenaars op-grond van den hooger prys dien ge nu vorderen moet wegens 't uitdyen, te ontslaan van hun bestelling. Zoodra ge dan precies weet wat u papier en zetloon kosten zal, zoudt ge tot nieuwe bestelling kunnen uitnoodigen. Is dit niet goed?-

En vraag toch vooral aan Boekhoven waarom ik geen proef kryg van vel 21? Me dunkt het is al 'n dag of tien dat ik de korrektie met kopie van 't begin der noten verzonden heb.

Ook wacht ik schoon vel (of proef?) van den titel met de onmisbare motto's. M'n hemel, dat proloogje over Barbertje is beroemd... heel bekend althans. Men heeft het eens, nogal pikant, aangehaald in de Kamer. Hoe zou 't nu in de eerste kompleete uitgaaf van den Havelaar kunnen gemist worden?

Andere schoone vellen heb ik t/m 19. (A. Go voor Boekhoven) - Zeg, zoudt ge niet den man die den Havelaar brocheert, last geven tot gedeeltelyk opensnyden? By zulk best papier is dit noodzakelyk om de plooien te vermyden die er later by 't beste binden niet uittekrygen zyn.-

Ik hoop dat gy en Uw vrouw en kinderen zoo wel zyt als wy. My mankeert op 't oogenblik niets, noch fysiek noch anders. (de gewone grîeven er buiten gerekend. Van m'n kinderen - doch basta!) Ook onze woning die waarlyk voor ons doel heel goed gemeubleerd is - alles eigendom nu! - bevalt me best. Het zou me leed doen, er uittetrekken.

Wees hartelyk van ons gegroet en geloof my

t.a.v.

Douwes Dekker

Bedenk goed dat ge u by 't openen van nieuwe bestelling tegen hooger prys gevoegelyk en ten-rechte beroepen kunt op de uitgebreide noten. Zoolang m'n geschryf opgang maakt, moet men dat goedvinden.

En nog niets. By schrale noten zouden de bezitters van vorige uitgaven geen aanleiding vinden tot het koopen van de nieuwe. Nu echter wél. Ik ken personen die den Havelaar van-buiten kennen, en terstond de nieuwe uitgaaf nemen zullen, nadat ik gezegd had dat er noten by zouden komen.-

Met het oog hierop, wordt het zelf de vraag of 't zaak is de noten met brevier te drukken. t Zetten zal wel evenveel kosten, maar 't eischt mínder papîer, niet waar! Nu, 't is de vraag of die bezuiniging noodig is. Maar nu spreek ik als iemand van 55 jaar wiens oogen hem in den steek laten, en 't publiek is gemiddeld jonger.