17 september 1874
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, tot onderaan blz. 2 beschreven. (M.M.)
Amsterdam, 17 Sept. 1874
Waarde Dekker!
Verschoon me dat ik u niet eerder schreef. Tal van bemoeiingen hielden me zoo bezig dat ik wel een en ander moest laten liggen.
De f100. - die ik U onmiddellijk op Uw treurig bericht zond, hebt Ge zeker wel ontvangen. Mijner zijds ontving ik vervolg-kopie. Ook maande ik Woest eens aan.
Als Ge wat tot U zelf gekomen zijt, schrijf me dan eens hoe 't nu verder gaan zal. Komt Nonnie bij U en blijft Eduard dan te Venetie? Ik voel heel goed hoe moeielijk 't is die beiden na den dood hunner lieve moeder te scheiden, nu ze meer dan ooit aan elkaar gehecht zullen zijn. Maar Nonnie kan toch moeielijk daar den heelen dag alleen zitten met hare droefheid en Eduard zal zich beter kunnen schikken als zij. Was 't niet zoo ver van hier, ik zou U in bedenking geven ook in Venetie te gaan wonen, dan hebt Ge allen die U lief zijn om U heen. Deel mij later eens mede svpl hoe Ge besloten zijt.
Ik word zoo door mijne drukkers om werk geplaagd dat ik besloten heb den Havelaar maar alvast ter perse te leggen. Zend mij daartoe 't begin (blz. 1-16) die ik U wat voorbarig retourneerde, weder terug en voeg er bij wat Ge na blz. 128 gereed hebt. We gaan dan langzaam aan den gang om gereed te zijn in Januari a.s. Wilt Ge de gecorrigeerde ex. Minnebrieven en Verspr. Stukken er tevens bij zenden, goed! Maar daarmeê begin ik toch niet vóór in December.
Wees hartelijk met Mimi gegroet
van tt
GLf