Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

juni 1865

van

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

aan

Multatuli

 

Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)

terug naar lijst

* Waarschijnlijk begin juni 1865

Brief van Tine aan Multatuli. (Brieven VII, blz. 56-57; Brieven WB VII, blz. 43-44)

De aantekening tussen haakjes is van Mimi. Na deze brief volgt haar mededeling: Het accept van 800 franken schuld aan den huiseigenaar waarvoor Tine zoo in zorg was is betaald.

Het geld werd door Sietske gebracht; zie omtrent haar komst de brief van Tine, 4 juni 1865.

Beste Dek. Dank je hartelyk voor de 10 gulden. Ik was ook regt bly dat je weer wat hoop hebt, dan zal ik 't ook maar weer hebben. Ik weet niet goed wat ik je gister schreef maar ik was zoo erg neergeslagen en droevig, doch nu weer wat beter door je brief.

(Dien brief heb ik niet.)

Verbeeldje Edu is vandaag by den heer Salvador. Hy is naar Waterloo met hem. Edu had er dolle pret in. Ik ben den ganschen dag gejaagd geweest en zal dol bly zyn als hy thuis komt. Hy ging van den morgen al om half acht er naar toe. Non zei, ze zou ook wel naar Waterloo hebben willen gaan, want ‘het was toch wel heel prettig een vreemd land te zien.’

Och dek zou je werklyk hoop hebben, ik hoop 't dol, die angst voor die wissel is erg. Ik weet geen raad, hoe alles nog gaat als 't gaat is my een raadsel. Ik begryp het zelve niet, en als men 't my van een ander vertelde, zou ik 't niet eens gelooven, maar 't zyn ook de laatste loodjes. De bakker wordt lastig. De slager is een afschuwelyke rekening en die houdt zich maar stil. Mogt het zyn dat er uitkomst kwam zou 't een zegen zyn. Arme dek. Als je geld kon krygen zou 't dan nog kunnen gered worden? Kassian. Als hier beneden niet betaald wordt moet ik weg voor dien tyd. Misschien komt alles nog teregt. God geve, 't is al te bitter.

Dek ik hoop altyd nog je wat bedenken kunt. Kan Meyer niets doen? Och och, ik heb bitter met je te doen. Ja, dien brief van den heer B. is heel lief, maar een paar duizend gulden was beter. Dag beste Dek. ik ben moe en jy niet minder, die arme kinderen, ik zie ze met deernis aan. Tot nog toe zyn ze niet ongelukkig. Edu heeft van de week drie kiezen gewisseld. Hy houdt zoo van me 't is een beste man en Non ook 't is myn hartje. dag Dek.