Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

januari 1874

van

Mimi Douwes Dekker (bio)

aan

Carel Vosmaer (bio)

 

Volledige Werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers (1995)

terug naar lijst

januari 1874

Brief van Mimi aan C. Vosmaer, waarvan twee bladzijden bewaard zijn, waarschijnlijk de helft van een dubbel vel postpapier, waarvan blz. 2 en 4 geheel beschreven. (A.R.A., Den Haag, Vosmaer-archief; fotokopie M.M.)

(....)

He, iets aardigs vind ik. D. heeft zooals ge zult opgemerkt hebben, onlangs Max Muller [1.] Muller: Friedrich Max Müller (1823-1900), Duits oriëntalist; vooral Sanskrit-kenner. een filoloog, beschuldigd van hofmakery. Die aanklacht was alleen gegrond op zekere opmerking omtrent eenen stelling op het gebied van taal. Weinigen zouden daaruit besloten hebben tot 'n karakter-schildering. (Van Max M's karakter had hy dan ook nooit iets gehoord.) en zie, onlangs op reis zynde, vernam hy van 'n duitsch geleerde dat Max M. zoo byzonder hofmakerig en in den gunst van gekroonde hoofden is. Was 't niet aardig dit te hebben opgemaakt uit 'n stelling die alleen over taal scheen te handelen? Dit is de toepassing van zyn ‘alles in alles.’-

Leest u de Vrye Gedachte van feringa? Daarin heeft Cohen Stuart een ‘grief’ tegen dek geuit [2.] Cohen Stuart: zie V.W. XVI, blz. 347 e.v.. En wel de grief dat D. het sociale vraagstuk nog niet heeft opgelost! De ellendeling - hy draait - was over iets betreffende zyn zoon, met D. in correspondentie. De heele corr. steunde op het vertrouwen dat hy stelde in D's loyauteit, maar hy teekende zeer geprononceerd-onbeschoft, met opzettelyke achterhou (....)

dat ook ik niet met veel belangstelling al die hellen en vagevuren beschouwde.-

Mina K.'s roman [3.] Mina K.'s roman: Mina Krüseman Een huwelijk in Indië (1873). beviel u, my ook. Ik heb er een kort stukje over geschreven en doe dat hierby. Dek drukt my zoo op 't gemoed dat ik u niet lastig mag vallen - Nu, werkelyk, dat zou ik niet graag! Als myn stukje u beviel en ge kondt het gebruiken dan zou het my genoegen doen, maar zoo het u niet bevalt, of zoo ge het om de een of andere reden liever niet gebruikt, zal ik het zeer goed vinden. Vóór alles wensch ik u niet onaangenaam te zyn! Dek heeft M. K's boek nog niet gelezen, hy kan dus niet zeggen of myn oordeel juist is. De inrichting van myn stukje bevalt hem. Hartelyk dank voor de Spectators. D. vindt uw Samson [4.] Samson: gedicht van Vosmaer, zie V.W. XVI, blz. 358. flink. En er zyn er al weer die ook dàt niet begrypen? Het is om moedeloos te worden. En onder die niet-begrypers zyn er die boos worden als men beweert niet te kunnen wys worden uit Daniels droomgezichten of de Openb. van Johannes. Dàt begrypen zy wel! Die plaat van Adam en Eva [5.] Adam en Eva: in het nummer van 6 december 1873 van De Nederlandsche Spektator stond een tekening van Vosmaer voorstellende een paradijsscène, gericht tegen het kamerlid Van Nispen die zich tegen ‘Godsdienstloze burgerscholen’ had uitgesproken. is zeer expressief.

(....)