6 november 1868
Brief van Multatuli aan S.R. van der Ley. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (particulier archief; fotokopie M.M.) De envelop is bewaard gebleven en geadresseerd aan WelEd Heer S.R. van der Ley Doctorandus in de Wis- en Natuurkunde Groningen.
WelEDHeer S.R. van der Ley,
Doctorandus in de
Wis- en Natuurkunde
Groningen
Leeuwarden 6 Novr 68
Geachte heer vander Ley!
Ik ben zoo even hier gekomen, en had het infâme plan my heden avond niet aan te melden. Zelfs verzocht ik den hr - van 't Logement (die tot m'n verwondering my scheen te kennen) niet te zeggen dat ik hier was. Ik wilde my schuil houden, omdat ik te Sneek, waar ik zeer hartelyk ontvangen ben, zoo druk ben geweest, dat ik wat moê ben en eens een heele avond geen woord spreken wilde.
Maar zie toen vernam ik dat gy myn hospes met z'n knapheid in 't gissen van m'n naam, daarin op myn komst had voorbereid. Ge hebt dus myn telegram behoorlyk ontvangen. Dat is derhalve in orde.
In de Courant vind ik geen annonce voor morgen avond. Zou het uitgesteld zyn? In allen gevalle neem ik genoegen in Uwe schikkingen. Kunt ge iets bedenken om dames aantemoedigen, des te beter! Te Sneek waren er vele, en alles scheen zeer tevreden; ja... verbaasd over Multatuli's byzondere fatsoenlykheid. Komiek!-
Ik blyf er bij, dat ik van avond geen woord spreken wil. Myn keel is wat gevoelig. Ik hoor dat ge U bezondigt aan eene promotie (of ontgroen?) partij. Dat treft goed, en als ge morgen, (liefst niet voor tien) de goedheid wilt hebben my optezoeken, zal ik kunnen praten (met Gods hulp).
Intusschen hartelyk gegroet met al Uw feestgenoten. Indien ge een glas wilt drinken op myn gezondheid, zal ik 't heel prettig vinden.
t.a.v.
DouwesDekker
Na myne ondervinding te Sneek, weet ik zeker dat myn lezing U bevallen zal. Die brave flinke Sneekers schenen zeer tevreden. Ik heb daar zoo veel hartelykheid ondervonden.