9 maart 1853
Brief van E. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 beschreven. (U.B., Leiden; fotokopie M.M.)
sHage 9 Maart 1853
Waarde Kruseman! Als het U en Uwe vrouw convenieert wenschten wij morgen te Haarlem te komen om gebruik te maken van Uwe vriendelyke uitnoodiging. Wees zoo goed mij te doen weten of het U schikt en zoo ja met welken trein gij ons het liefst zaagt arriveren. Everdine heeft den laatsten tyd nog al aan koorts gesukkeld het welk ons ook belet heeft naar den Helder [1.] Den Helder: woonplaats van Pieter Douwes Dekker. te gaan doch zij is nu, hoewel nog altyd zwak, sedert eenige dagen vrij gebleven.
Hartelyk gegroet
t.a.v.
DD
Ik bedenk daar dat het wel wat brusque is belet te vragen tegen morgen. Lees dus s.v.p. overmogen of bepaal na overleg met uw parlement eenen lateren dag.