4 oktober 1847
Brief van P. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 geheel beschreven. (U.B., Leiden; fotokopie M.M.) Fragmenten.
Helder 4 Oct. 47.
Schrik niet, waarde Kruseman! - Gij ontvangt hiernevens een zoogenaamd vers, - dat ik maakte kort vóór en na mijne Dankrede op 2 Sept. 47. (Over Jak. 1.17). Ik zend het u toe met de vragen: of gij het eens lezen wilt - en of gij er eens een paar dagen over denken wilt om het al of niet in het Chr. Album optenemen.
(....)
Verneem dat wij voor weinige dagen een zeer gunstigen brief van Eduard, nog op het Residentie bureau van Bagleen [1.] Bagleen: Bagalen, residentie op Midden-Java, alwaar Dekker met zijn vrouw te Poerworedjo woonde van juni 1846 tot oktober 1848. op Java - hebben ontvangen. Hij reikhalsde wel zeer naar promotie - maar ge-voelde zich toch niet weinig gelukkig bij zijne vrouw tehuis. Hij sprak en redeneerde tegenover Vader in den genoemde brief (van 18 Junij geloof ik) - als naar gewoonte opgeruimd, vlugtig, dartel, scherp - maar wat er stond bewees, meen ik, dat het in zijn binnenste beter en rustiger begint te worden, - dat hij reeds inziet dat niet alles groot en schoon is wat hij wel eens zoo noemde en maar al te driftig najaagde! - Hij verwachtte binnenkort den Gouverneur [2.] Gouverneur: J.J. Rochussen, die in juli 1847 Poerworedjo bezocht. zelven in zijne nabijheid en Residentie en hoopte van die verschijning aangename vruchten te zullen zien. Ik hoop het, wanneer het goed voor hem is. Ik beveel hem den allerbesten Vader en opvoeder van ons allen. (....)
En Bram vd H [3.] Bram vd H: Abraham des Amorie van der Hoeven, jeugdvriend van Eduard D.D., zou op 20 maart 1848 overlijden. gaat zoo achteruit! - Wat zal er veel in hem gemist worden. (....)
Nu ik moet uit! Ik eindig! - Nu doe wat gij goed vindt - Ik zage het wel gaarne in uw Album - maar ik weet ook wel dat het niet veel meer is dan eenige vrome gedachten op rijm! - Kus uwe vrouw! God zij met U!
wenscht en bidt uw
P. Douwes Dekker