11 maart 1887
Brief van Mimi aan C. Vosmaer. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (⅓) beschreven. (A.R.A., Vosmaer archief, Den Haag; fotokopie M.M.)
N. Ingelh. 11 Maart. 1887.
Beste Vos! Ik moet je danken voor wat je in de laatste Vlugmaren zegt.-
In de laatste jaren heeft dek (door een en ander wakker gemaakt) menigmaal zeer getobt over het mogelyke later publiceeren van zyn brieven; ik weet hoe die zorg hem 100 maal van brief-schryven heeft teruggehouden in den laatsten tyd! - Nu, hy was nog geen 8 dagen dood toen het reeds begon de arme arme lieveling, en dan zóó die Taco de Beer! - Ook anderen waren al aan het schiften en klaar maken voor de pers, en schreven my dat. - Ik was toen heel bly met wat gy schreeft. Want al acht ik my zelf niet bekwaam genoeg, en zou ik veel raad behoeven, om erger, en vooral groote onkieschheden te voorkomen is het zeker het best. - En nu die advertentie van Elsevier. Bruinsma heeft hem gevraagd of hy dat deed met myn goedvinden, en hem gewezen op wat gy in den Spect. gezegd hebt.-
Zoodat beste Vos, ofschoon het my altyd zal voorkomen als heiligschennis om aan 't publiek te geven - wat dek zelf er niet voor bestemde, in de gegeven omstandigheden, by dat gierachtige vallen op de prooi, ben ik je heel dankbaar voor het zóó uiten van je meening. daar dat wel de eenige manier zal zyn - om erger te voorkomen.
Ook hier in huis heb ik allerlei nare dingen. - met zegels, voorkinderen [1.] voorkinderen: Edu en Nonni. huis enz. enz. - en ik heb daarby slechts een troost, dat het my maar treft en niet hèm. arme lieve schat! Vandaag voor 3 weken leefde hy nog. het schynt me al een eeuwigheid-
Dag beste Vos. groet de uwen hartelyk
Mimi DD