20 februari 1887
Brief van H.C. de Wolff aan Mimi. Dubbel velletje postpapier met gedrukt briefhoofd Hendr. C. de Wolff, Assuradeur, Boezemsingel 124. Kantoor: Wijnstraat 39, waarvan blz. 1-2 en 3 (½) beschreven. (M.M.)
Rotterdam, 20 februari 1887
Beste vriendin,
Hoe vreeselyk ontstelden wy allen, toen vriend de Haas ons gisteren avond na 11 uur noch de ontzettende tyding kwam brengen: onze goede vriend Dekker is niet meer! Helaas, we zullen hem niet meer zien, zyn hartelyke brieven zullen niet meer uit Ingelheim tot ons komen. Hoe wy deelnemen in Uw verlies, ik behoef het U wel niet te schryven. Wy weten en gevoelen, dat een goed en groot man is heengegaan. Ook wy zyn U dankbaar voor alles wat Gy voor hem geweest zyt in de laatste jaren zyns levens! Gy zyt de lichtende ster geweest, die hem den avond zyner dagen verhelderd hebt, en gy hebt het heerlyke bewustzyn, dat gy dien wyzen en goeden man liefgehad hebt, zoo als hy dat U deed.
Wy weten nog niets naders dan het telegram van den Heer Oberius. Spoedig hopen we nadere omstandiger berichten te vernemen. Gelukkig lazen we reeds in het telegram, dat hy kalm gestorven is. Hy heeft dus niet veel geleden: daarvoor was hy immers altyd bang?
Hoe verheugt het my en myne vrouw hem en U verleden zomer een paar dagen bezocht te hebben! Wy hebben den vriend, dien wy zoo hoog vereerden, ook leeren liefhebben om zyn trouw, warm vriendenhart. Zyn beeld blyft ons altyd voor oogen, als de eerlyke waarheidzoeker, onze meester en voorganger, wiens streven wy trachten na te volgen, al is het dan ook maar in de verte. Onze huisgenooten, de goede oude moeder en Snelleman en zyn vrouw, nemen even als wy, allerinnigst deel in Uwe smart en betreuren Dekker's heengaan als dat van een edelen vriend!
Gy weet, dat Gy - als het noodig is - ook op steun in raad en daad voor U en Wouter op ons kunt rekenen.
Blyf ons uwe vriendschap schenken en wees overtuigd, dat wy altyd blyven
Uwe trouwe vrienden
de Wolff
en echtgenoote