Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
20 april 1886
van
Mimi Douwes Dekker (bio)
aan
Maria Christina Funke-de Koning
Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886 (1993)
20 april 1886
Brief van Mimi aan mevr. M.C. Funke-de Koning. Twee dubbele velletjes klein postpapier, waarvan blz. 1-5 beschreven. (M.M.)
N. Ingelheim 20 April 86
Lieve Marie! Heden morgen ontvingen wy uw lieven goeden brief. Wel, wat 'n treurigen tyd hebt ge gehad met de beide oudsten ernstig ziek! Gelukkig dat ze nu in zooverre hersteld zyn, ofschoon ik me wel kan voorstellen dat er altyd nog heel wat aan vast is reconvalescente jongelui het tehuis blyven aangenaam te maken. Met Louize zal dat zeker makkelyk gaan, maar de zoon, dat is wat anders, en dan is diphteritis zoo 'n nare kwaal, waarvan de zieke zoo lang de naweeën gevoelt. Wouter heeft het voor een paar jaar [1.] In juni 1882. ook gehad, ofschoon niet in zeer hevigen graad.
Ja, juist een half jaar is het nu geleden, dat gy dat groote groote verlies leedt. Die goede beste man! O, ik kan me zoo voorstellen hoè ge hem mist, en hoe ge u altyd nog niet kunt schikken in 't gemis! Het is een moeilyke opgaaf om weer blymoedig te worden na zúlk een verlies! Maar de gedachte te handelen in zyn geest, die zoo opgewekt was, en hem te vervangen by uw kinderen, och lieve Marie, dat zal u de kracht geven om uw verlies wel met weemoed, maar toch zonder te veel smart te leeren dragen. Ge zyt zoo heel heel noodig voor uw en zyn zestal! Daarin is toch ook veel troost. Ja, Wiesbaden! Ik ben nog zoo dankbaar dat we hem daar zagen en wy denken nog zoo dikwyls daaraan terug.
D. is den laatsten tyd niet heel wel geweest. Hy is niet ziek, en ofschoon zyn asthma hem zeer lastig is, begrypen wy niet dat hem dit zoo aangrypt, zóó moe en slap maakt. Nu was hy den ganschen winter tehuis, maanden achter elkaer; eerst sedert de laatste mooie dagen gaat hy in den tuin; ik heb nu alle hoop dat buitenlucht en beweging hem wat eetlust en opgewektheid zullen weer geven. Wouter is gelukkig flink en frisch. Na Paasch willen we hem nu toch maar hier school laten gaan vooral om de vaste regel, waar in huis dikwyls te moeilyk de hand aan te houden was. Maar vreemd zal het my zyn! En dan 's zomers moet hy des morgens om zeven uur op school zyn. ook geen kleinigheid.
Wat nu de zaak aangaat, waarover ge schryft, uw goede man had indertyd bepaald, dat wy den 1o mei van elk jaar voor fl 500 op hem zouden trekken. Dus, lieve Marie, dit zal ook nu wel het beste zyn. Maar moet dek dit dan doen op u persoonlyk, namelyk op:
Mevr. de wed. G L. Funke, geb Koning,
Vondelstraat
Amsterdam
of misschien op een administrateur of iemand die uwe zaken waarneemt?
Dat Dek in zyn laatsten brief van de ‘Germania’ sprak, was omdat ge zoo uitdrukkelyk onze namen en geboortedagen hadt gevraagd, wat hem in de meening bracht dat ge aan de zaak een andere vorm wildet geven.
Lieve Marie, ontvang de hartelyke groeten van D. en my en onze beste wenschen voor U en de uwen!
Uwe U zeer toegenegen
Mimi Douwes Dekker