22 november 1885
Brief van Multatuli aan mevr. C.F. Günst-Schrijver. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3(½) beschreven. (M.M.)
Nieder Ingelheim 22 Novr 85
beste Toos!
Briefkaart ontvangen. Om U op de hoogte te houden, het volgende:
Gelyk met de aan U gezonden courant schreef ik zeer dringend aan iemand die veel invloed heeft, en die zeer vriendschappelyk voor my gezind is. Om nu het doel te bereiken moet hy naar den Haag schryven, waar de zetel is van de macht die U moet helpen. Nog geen antwoord ontvangen hebbende, kan ik veronderstellen dat hy eerst bericht uit den Haag afwacht. Maar er is ook 'n andere mogelykheid. Hy heeft 'n zoon die aan longziekte lydt, en die den winter in 't Zuiden moet doorbrengen. Misschien is hy ter begeleiding van dien armen jongen op reis. Alzoo: geduld!
Dat hy aan m'n verzoek zal voldoen, houd ik voor zeker, en dat zyn voorstel dan effekt hebben zal, is waarschynlyk, daar men niet gaarne [1.] niet gaarne: oorspr. voorafgegaan door hem. een door hem gedaan voorstel zal afslaan. Mocht ge intusschen iets vernemen, meld het my dan, SVP. Ik kan moeielyk gelooven dat het door my gezegde geheel zonder vrucht blyven zou.
Houd dus moed, en verlies 't geduld niet. De vertraging kan best aan de ziekte van dien zoon liggen.
Arme Gunst! Toch mogen wy de verlenging van z'n lyden niet wenschen.
Wees heel vriendelyk gegroet van
tt
DD.