Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

11 maart 1884

van

Multatuli

aan

Allard Merens, Christina Johanna Jacoba Merens-Hamminck Schepel

 

Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886 (1993)

terug naar lijst

11 maart 1884

Brief van Multatuli aan A. Merens en C.J.J. Merens-Hamminck Schepel, met naschrift van Mimi. Dubbel en enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-5 beschreven. (N.L.M.D. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)

Nieder-Ingelheim, 11 Maart '84

Waarde Merens en lieve Chris! Mies las my den zeer welkomen brief voor, waarin ge my met myn verjaardag geluk wenscht, en tevens met den jaardag van Wouter's intocht, 'n soort van tweede- of wedergeboorte. (Dat heeft hy gemeen met Eva die volgens Genesis tweemaal ter-wereld kwam. Zonderling dat zoo weinigen op die ongerymdheid gelet hebben.) Nu de herdenking van Wouter's komst was 'n waar feest, wel niet zoo druk als 't Kerstfeest, maar toch prettig. Er gaat geen dag om dat we niet het geluk apprecieeren dien lieven jongen tot ons genomen te hebben, ja geen uur! Als Dirk gezegd heeft, veel van Wouter te houden, heeft hy groot gelyk, en ik hoop hartelyk dat hy met Papa en Mama meekomt. Want dezen zomer zal jelui ons toch komen bezoeken, niet waar? Weest verzekerd van hartelyke ontvangst. Me dunkt het zou voor jeluî allebei goed zyn, eens uit je dagelyksche doen te wezen.

We zyn alledrie heel wel. M'n asthma is dragelyk.

Nu een en ander uit Christien's brief.-

Ja, de schryver van dat feuilleton is dezelfde Chateleux [1.] Chateleux: Engelbert Moize de Chateleux, auteur van het door Multatuli geprezen toneelstuk Chandosse (Vgl. V.W. XVIII, blz. 683/4). dien ik wou bewegen z'n rechtestudien voorttezetten om den rang van ‘gesjeesd student’ kwyt te raken. Niemand hoeft advokaat te worden, maar eenmaal begonnen zynde met de beoefening van dat heerlyke ‘vak’ behoorde men te tonen dat men ten-minste dáártoe bekwaam is. Maar... hy had geen lust in geregelden arbeid. Vertellinkjes en versjes maken vond hy makkelyker. En nu novelliseert hy er op los. Phrase voor, Phrase na, mis of raak zin of onzin als de geliefde frase maar terdeeg klinkt. Zonder talent (vooral in die phraséologie) is hy niet, o neen. Maar... broodbakken, spitten, timmeren, koken, breien &c zou beter zyn. Juist tegenwoordig heb ik weer 'n ander jongmensch [5.] jongmensch: Frederik van Eeden. onder handen (ook 'n student, godbeter't) maar 't is boter aan de gal gesmeerd. (Galg zeggen ze, en dan zeggen ze verkeerd [6.] Zie ook de brief van Multatuli aan H.C. Muller, 25 november 1884, noot 3..)-

Utrechtsche baldadighedens begaan door 'n paar jongelui en zekere rechtbank. Ja, de leden van dat kollegie zyn student geweest. Aandoenlyk en treurig. Nog aandoenlyker - en nog treuriger vooral! - is de gedachte dat de kwâjongens die vrouw van Rooyen doodsloegen, eenmaal rechters zullen worden. Het oude lied:

‘Voorheen ben ik student geweest

En nu ben ik soldaatje’ (liefst koloniaal)

zal veranderd moeten worden.

‘Voorheen was ik studentje,

Nu speel ik presidentje!’-

De publieke opinie - nu ja dat zyn immers de couranten? - heeft het Ittersum kwalyk genomen. Wat? Dat hy en z'n rechterlyke kornuiten 'n ellendig-slecht vonnis hebben geslagen? Waarachtig niet! Dit geschiedt dagelyks, gelyk dan ook van oud-studenten niet anders verwacht kan worden, en alles zwygt. Neen de grief tegen Ittersum is, dat-i zich verstout heeft kwaad van de dagbladen te spreken. Dàt had hy niet moeten doen. Dit heeft hy zelf dan ook ingezien, want in z'n ingezonden stuk aan den N. Rotterdammer maakt hy daarover als 't ware z'n excuus en noemt die smeerige courant: ‘uw geacht blad.’ Onlangs noemde de Samarangsche lokomotief dien N.R. ‘de meest zedelooze courant.’ Ik begryp niet hoe de Lokomotief dit zoo bepaald verzekeren kan. Ik zou erg verlegen staan als ik moest aanwyzen welk blad no 1 is in beroerdheid. Ook weet ik niet of die Lokomotief zichzelf heeft meegeteld. Die publiekschryvery is alles één pot nat. De redakteurs hebben geen anderen leiddraad dan de wensch abonnés te krygen of te houden. Bah!-

Nu iets over de zaak van V. Heeckeren, Stratenus en verdere kameraadjes [2.] V. Heeckeren: Baron van Heeckeren van Waliën schreef een brochure waarin hij Stratenus van Voshol afschilderde als een ‘speler’ en ‘een zwak en slecht echtgenoot’. Er volgde een duel, waarin geen van beiden gewond werd.. Zoudt ge my niet de dienst kunnen doen, my de daarover gepubliceerde stukken te zenden? Ik stel daarin veel belang, vooral omdat ik gaarne weten wou wie die V. Heeckeren is? Myn gewezen zwager Constant v H. van Waliën had maar één broer (Ludolf) die zeeofficier was. Zoover ik weet waren er geen andere Waliëns. Is nu de pretmaker in het tegenwoordig geval, een zoon van Ludolf, of van m'n gewezen schoonbroeder Constant? Nooit heb ik Constant over neven (Waliëns) hooren spreken. Vraag eens of de moeder van den brochureschryver eene van Wynbergen is? Ja, en zend my, zoo mogelyk, alles wat over die zaak is uitgekomen. Wat is dat voor 'n stuk van eenen Duyvis, waarvan ge spreekt? Ik stel veel belang in die zaak.-

En nog 'n verzoek, of liever twee. Was Merens te Hoorn wel eens in aanraking met Ds Andriessen [3.] Andriessen: Johannes C. ten Brummeler Andriessen (1809-1889), zoon van Bilderdijks dochter Louise, predikant o.m. in Hoorn, auteur van een boek over Bilderdijks eerste huwelijk (Leiden 1873)., behuwd kleinzoon van Bilderdyk? Wat is dat voor 'n man? En wat was [4.] was: oorspr. stond er is. z'n vrouw voor 'n persoontje? Ik studeer nogal in Bilderdyk's brieven als bydrage tot karakterkunde, en zou gaarne iets willen weten van z'n nageslacht. Maar 't is de vraag of Merens ooit met die familie in aanraking geweest is.

En 't andere verzoek is of ge te Weesp eene wede Ochsner gekend hebt? Hoe was de voornaam van haar man? Heette die Ernest? Weet ge iets van zyn broers geschiedenis. Als hy de door my bedoelde is (d.i.: Ernest. Anders kan 't my niet schelen) wou ik gaarne iets van hem weten.-

Wat al vragen, hè? Tot belooning zullen wy - als jeluî hier komt - nu ja, wàt? Eens in de week ryst met krenten en om den anderen dag naast me zitten aan tafel.


(Gut, Dirk, weet je nog hoe we elken middag 'n bisschop benoemden voor de plaatsen aan tafel? We hebben toch veel pleizier gehad, niet waar?)-

Hm, t is toch maar heel zonderling dat Utrecht - sedert eeuwen beroemd om z'n theerandjes en bravigheid - zoo verduveld slecht is geworden sedert Christien er woont. Denk daar eens over na! Hier worden nooit vrouwen doodgeslagen, nooit malle vonnissen geveld, nooit zotte aanspraken gedaan, nooit kostscholen verkracht, nooit, nooit, nooit!-

Wat ons verhuizen aangaat - naar dat slechte Utrecht byv. om daar de zeden te verbeteren - 't heeft veel voeten in de aard. Er is veel vóór maar ook veel tegen, en boven alles zou 't noodig zyn, van ons huis aftekomen. Dat zal moeielyk gaan, daar 't maar weinigen schikt zoo'n kluizenaarsleven te leiden. Om veel redenen zou 't jammer zyn dat lieve huis en de ruimte te verlaten. Aan den anderen kant zyn er eischen voor Wouter's opvoeding waaraan hier niet kan voldaan worden.-

Ik weet niet of Mieske hier wat byschryft. In allen geval onze zeer hartelyke groeten, ook aan 't kleine grut. Wy hooren maar zelden iets van Betsy, en ook Albert schryft niet druk. Met veel genoegen vernamen wy uit uw brief dat Bé by U geweest, en opgeruimd was.

Adieu van

Uw liefh.n Dek

Lieve Chris! Alleen een hart groet hierby en een portretje van onzen kleinen man. Dit laatste is eigenlyk voor dirk in zyn album, als hy wil. Ik doe met hem Wou dagelyks vaderl. geschiedenis tegenwoordig. Net als jy. en 't herinnert my myn kinderjaren en amuseert me. dag!

M