28 september 1883
Brief van Multatuli aan A. Douwes Dekker. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven (Kon. Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, Leiden; fotokopie M.M.)
Nieder Ingelheim, 28 Septr 83
Beste Auguste! Wat 'n heerlyke brief, myn beste jongen! En ik had je nogal verwaarloosd. Dat is dus 'n gloeiende kool. Ik dank je wel!
Ik wil je een langen brief schryven, maar zal dezen kort maken om je gauw antwoord te zenden. Hoofdzaak is nu dat ik heel dankbaar ben voor je allerliefst schryven. Ik kan je niet zeggen hoeveel goeds je me daarmee doet. Ik wou dat je hier was met je heele troepje, om je te vertroetelen. Zoo is m'n indruk.-
Verbeelje, ik ben koud. Dat is o.a. de schuld van Napoleon III, die zich zoo lamhartig van de Duitschers heeft laten kloppen. Vandaag namelyk wordt het Denkmal te Rudesheim ‘onthuld’. Om de daarheen stoomende booten te zien voorbyvaren (wel wat uit de verte, want de Ryn is nogal ver van ons, d.h. vèr voor iemand die ‘aan den R.’ heet te wonen) ben ik met Mimi en Wouter op 't dak van ons huis geweest & daar erg doorgewaaid. Ook zonder dàt is 't guur. Nu dan, ik ben koud. Wat 'n interessantigheid, zeg je. Nu ja, 't beteekent maar dat ik niet wachten wou tot m'n vingers ontkleumd waren om je te zeggen dat je br. me zoo'n innig genoegen deed. Die kou beduidt alzoo warmte.
Wouter kwam me daar 'n paar bloempjes brengen. Ik zei hem: wel beste jongen, je krygt de groeten van Neef Auguste. Hij kent je door ‘M'nheer Douwes Dekker’ (zoo noemde hy Engel, ik weet niet waarom. Misschien omdat hy my heeft hooren zeggen dat E. dynastiquement parlant [1.] dynastiquement parlant: om me eens in vorstelijke zin uit te drukken (fr.) de chef der familie is) en door ‘neef Henri’, die hier geweest zyn. ‘Je weet wel, toen we zoo vliegers hebben opgelaten’
- O ja.
- ‘Mag ik nu die bloempjes aan neef Auguste zenden?’ Daartoe werd me genadig verlof gegeven. Ik maak er maar discreet gebruik van door je van elk maar 'n blaadje te geven:
[1023] (In het origineel van deze brief vindt men een bloemblaadje van de hier genoemde bloemen geplakt.) anjeliertje, hier: grasblümchen.
heliotroop.
geranium of pelargonium. 't Is me nooit mogen gelukken uit die twee benamingen wys te worden, en vaak bemerkte ik, dat tuinlui er ook mee in de war zyn. Hoe dit zy, een en ander is 'n groetje van Wouter.-
Onder 't schryven allerlei bereddering. 't Regent. (Wouter: ‘Zou nu de keizer nat worden? Zyn er nu menschen die de pannoplui voor hem ophouden?’) Kanonschoten; 't groote salvo - 'n heele battery met dubbelgeladen stukken - dat ½ 1 zou losgaan, hebben wy niet gehoord. Wèl nu de minuutschoten. (Nasporing van Wouter, waarom? Ik weet het niet.) ‘Of wy er morgen eens zullen heen gaan?’ (Vandaag, is 't er te druk. Dertig booten en tallooze treinen hebben passagiers aangebracht. Noch te Rudesheim noch te Bingen (dat ligt er vlak tegenover) zal men onder dak kunnen komen. Zelfs geen stoel zal er te krygen zyn. Ook morgen zyn er nog feesten. (Optocht van schoolkinderen, Schützenvereine [2.] Schützenvereine: schuttersvendels (du.), Turners etc.) En overmorgen! En weldra loopt de heele zaak daarop uit dat er 'n pop meer in de wereld is (de eentonig vervelende vrouw met 'n beeldgezicht omgeven door de afgezaagde attributen), een pop meer, waar niemand naar kykt dan 'n reiziger, hy ook maar om thuis te vertellen dat-i 't ding gezien heeft.
't Verwondert me dat er niet door 'n paar Franschen geprobeerd is 't ding in de lucht te laten springen. Ik zeg niet dat ik dit mooi vinden zou, o neen! maar 't verwondert me. Na in '70 als hazen op den loop te zyn gegaan, schynen ze nu zelfs tot die lamlendige laagheid niet in staat. Hoe de Duitschers zich zouden gehouden hebben als zy 'n vyand tegenover zich hadden gehad die staan bleef, is de vraag. Ik heb er weinig idee van. Ze zyn wat al te goedkoop aan hun krygsroem gekomen. Maar dit verontschuldigt de Franschen niet. [3.] niet.: hierachter zijn tien regels zeer grondig onleesbaar gemaakt. (...!)
Wat 'n malle uitweiding, hè, in 'n brief die zo kort wezen zou. Nu ja, ik erger my over chauvinisme, ook in verband met holl. toestanden [4.] toestanden: hierachter zijn opnieuw tien regels onleesbaar gemaakt.. (....) Ik voorzie treurige dagen. Niet ik zal ze beleven, maar jy waarschynlyk wel. De gewone meening dat Duitschland ons wil inpalmen, is onjuist. Maar 't zal daartoe gedwongen zyn by de eerste commotie de beste. De lage landen zyn de door de natuur aangewezen pré-aux-clercs [5.] pré-aux-clercs: (hier) openbaar grondbezit (fr.) van West-Europa.-
Zelden [6.] Zelden: oorspr. stond er Nooit. schryf ik wat ik wil, zei ik ergens in de Ideën. Kyk, toen ik begon dacht ik er weinig aan dat ik over politiek etc. wat vertellen zou. Hoofdzaak blyft ons aller groet, ook aan je vrouw en kinderen, waarvan ik gaarne iets hooren wil. Binnen 'n paar dagen schryf ik je weer. Dan zal ik je brief beantwoorden. [*] deze br. geldt niet.
Dag beste kerel, hartelyk gegroet, ook vooral je mama, van uw liefh. oom
Ed.
Wouter inquieteerde [7.] inquieteerde: maakte er zich zorgen over (naar 't fr.). zich zooeven onder 't koffiedrinken (op z'n Hollandsch om 12 uur) of je in Indië zynde, wel Hollandsch zou kunnen lezen, en of ik dus misschien beter deed: ‘indisch te schryven?’ Ook denkt hy er aan, je eens te gaan bezoeken! Ik heb veel genoegen van dat kind. Hy weet nog altyd niet dat wy z'n ouders niet zyn. Ik zie er tegen op, 't hem meetedeelen. En toch zal 't moeten. Anders hoort hy 't van vreemden. Dat's nog erger.
Nieder Ingelheim is: Rheinhessen, niet: Preussen [8.] Deze mededeling ondersteboven bovenaan de laatste bladzij..