1 september 1883
Brief van P.A. Tiele aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Utrecht 1 Sept 83
Waarde Vriend! Ik ontving uw brief toen ik op het punt stond naar België te gaan om daar op een paar bibliotheken eenigen tijd te werken, en heb met opzet uitgesteld tot ik weer terug en het eerste dringende werk verricht was, om u op mijn gemak te kunnen antwoorden.
Mijne vrouw dankt u voor uw deelnemend woord. [1.] Zie Multatuli's brief van 6 augustus 1883. Zij denkt heel verstandig over 't gebeurde en 't gevoel van leegte is gelukkig veel minder geworden. Wij gaan met November verhuizen en denken dan een zoontje van een onzer bekenden die hier op 't gymnasium komt, bij ons in huis te nemen. Ik hoor dat het een lieve jongen is en verheug er mij in voor mijn vrouw. Dat gij beiden aan uw pleegkind vreugde beleeft doet mij veel genoegen. Aan een herdruk onzer oude onvervalschte reisjournalen is behoefte [1.] Zie Multatuli's brief van 6 augustus 1883., maar die behoefte wordt door zoo weinigen gevoeld dat een paar uitgevers, die ik er vroeger over sprak, hem niet durfden ondernemen. Van de 1e uitgave van 't journaal van Gerrit de Veer was niet eens een exemplaar op een onzer openbare bibliotheken, terwijl de Engelschen hunne oude vertaling tweemaal herdrukt hebben! Verleden jaar kwam het te koop en is toen op mijn aanwijzing voor de Amsterdamsche Bibliotheek aangekocht.
Eenige aardige oude reisjournalen staan in het boek van J.K.J. de Jonge, De opkomst van het Ned. gezag in O.I., vooral in het 2e en 3e deel (er zijn 8 dln verschenen, maar 4-8 handelen uitsluitend over Java), maar wat de vroeger gedrukte betreft, zelfs in den bundel Begin en Voortgang der O.I. Compagnie (1646. 2 dln in obl. 4o) zijn die voor een deel verknoeid. De zoogenaamde ‘inwerpen’ die Van Wyk Rz. wilde moderniseeren, zijn reeds nieuwere invoegsels van den uitgever van ‘Begin en Voortgang.’
Wat Steven van der Haghen [1.] Zie Multatuli's brief van 6 augustus 1883. betreft over zijn tweede reis naar Indië heb ik in denzelfden bundel waarin zijn autobiographie stond eenige documenten gevonden en met andere uitgegeven. Ze gaan hierbij en zullen u misschien interesseeren. Zijn denkbeeld om den isthmus van Ambon door te graven teekent den Hollander die tegen zulke dingen niet opzag. - Valentijn [2.] Valentijn: François Valentijn (± 1660-1727), nederlands predikant en schrijver van Oudt en Nieuw Oostindiën oft Nederlands mogendheid in die gewesten (1726). heeft zijne berichten omtrent oude Holl. zeetochten allen uit de gedrukte journalen geput, en zoover ik kan nagaan geene geschreven stukken gebruikt, wel voor den lateren tijd, maar dan deelt hij ze in extenso mede.
Gij hadt eenige noten van mij verlangd. De moeielijkheid daarbij is: wat op te helderen, wat niet? Romelisoen had ik kunnen verklaren, 't is waar, Roode melisoen. Melisoen is dysenterie volgens Kiliaen [3.] Kiliaen: Cornelis van Kiel - Kilianus - (1528-1607), nederlands taalkundige, schrijver van een beroemd woordenboek der nederlandse taal: Etymologicum Teutonicae linguae (Antwerpen 1574).. Dus denkelijk bloed-diarrheé Maar daar ik geen linguist ben, kon ik mij licht in de vingers snijden, zoo als bij mijn conjectuur ter verklaring van hantsier=hansier (hanséatique)? Want dit is waarschijnlijker gantier, handschoenenmaker.
Met zekerheid kan ik niet zeggen of de autobiographie autograaf is. De documenten betr. V.d.H. zijn met twee, drie verschillende handen geschreven. Met dezelfde (minst duidelijke) hand zijn de autobiographie en het uittreksel uit het journaal in bijg. documenten. De andere stukken zijn voor een deel stellig afschriften. Uwe meening omtrent het wenschelijke van vaste poolstations deel ik geheel, maar gij weet dat de Oostenrijker Payer [4.] Payer: Julius von Payer (1838-1915), Oostenrijks schilder en noordpoolreiziger, bereikte met een schip in het drijfijs een breedte van bijna 83o. daarvoor al zijn best gedaan heeft, bij verschillende regeeringen, maar slechts bij zeer enkelen steun heeft kunnen vinden. Men vond de kosten te groot daar men het groote nut niet begeep. Dat men Archangel niet als punt van uitgang neemt is meen ik omdat de Witte Zee te lang dicht blijft, terwijl aan de noordkust van Noorwegen altijd open zee is. Bovendien zijn de tegenw. poolvisschers (ijszeevaarders) bijna uitsluitend Noren.
Uwe vragen omtrent de poolwind en depressie zal ik in gedachte houden en als ik een weerkundige spreek, dezen raadplegen. Wees met Mevrouw hartelijk gegroet van mijne vrouw en den uwen
P A Tiele