25 augustus 1883
Brief van Multatuli aan J.H. de Haas. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (½) beschreven. Een los strookje papier is bijgevoegd. (M.M.)
25-8-1883
N. Ingelheim Saturdag
beste DeHaas! Daar Lientje morgen vertrekt, wil ik haar 'n enkel woordje meegeven. Het hindert my dat we haar zoo alleen laten gaan. Maar zeker zou 't U bezwaren als een onzer haar begeleidde en ook is Mimi's byna aanhoudende kiespyn 'n bezwaar. Toch zou zy haar naar Bingen gebracht hebben als ze niet, volgens 't door U opgegeven program, daar kon blyven zitten. Ik moet er nu in godsnaam m'n hart aftrekken. Maar wees zoo goed, te Keulen bygaande postkaart in de bus te werpen met één woordje er op, dat wy weten of Lientje daar goed aangekomen is? Neen, dit zal ik haar zèlf opdragen. Zy heeft er tyd in overvloed toe. - Lientje heeft zich voorbeeldig gedragen. Onbewust voert zy heel aardig den stryd tegen de moeielykheden die haar dubbelsoortig leeftydje meebrengen. Ze is nòch kind, nòch volwassen, noch zelfs halfwassen. Nog altyd heerscht het kinderlyke voor, en dit is opmerkelyk in 'n meisje dat schoolgaat!-
Och, beste Haas, ik heb 'n verzoek aan U. Zoudt ge voor my de flesch water die Lientje in haar koffer heeft, eens aan 'n bevoegde ter analyse willen geven? Dat water wordt hier voor zeer goed gehouden, en ik beweer het tegendeel niet. Althans niet voor zoo ver moeder natuur het in de put brengt. De grond hier, arm aan humus, is als tot filtreeren gemaakt. (Zeker zal 't niet ontbreken aan de noodige kalkdeelen!) Maar de put is veel te toegankelyk dan dat ik niet vreezen zou voor ingevallen of ingeworpen dingen. Wie weet of we niet het extract drinken van ouwe schoenen of overleden hazen, katten en vogels. Soms meen ik iets aan 't water te ruiken dat daaraan denken doet [1.] daaraan denken doet: oorspr. stond er daarop heen wyst., maar... ligt dit misschien aan onreinheid by 't reinigen van glazen of potten in de keuken? Om daarvan zekerheid te hebben ben ik zoo vry u dit verzoek te doen, natuurlyk als ge daartoe in de gelegenheid zyt en er geen last van hebt. De flesch is met zorg schoongemaakt.
Dag beste DeHaas, wees met Lina hartelyk gegroet van
Uw liefh.
DD
Lientje heeft zich by ons best, best gehouden. Voor Wouter was zy zeer lief en inschikkelyk, meer dan de deugniet soms verdiende. Hy zal haar zeer missen.
Bij deze brief was ingesloten een strook papier met daarop, zeer waarschijnlijk in het handschrift van Lientje de Haas-:
moudre situé onze langue natte coq navire indépendance [2.] Beide taalbouwsels zijn waarschijnlijk nederlandse zinnen, in schijn-frans genoteerd. De eerste begint met ‘Moeder ziet-uwé...’ en de tweede luidt: ‘Doe wel en zie niet om.’
Doux L ainsi nid d'homme [2.] Beide taalbouwsels zijn waarschijnlijk nederlandse zinnen, in schijn-frans genoteerd. De eerste begint met ‘Moeder ziet-uwé...’ en de tweede luidt: ‘Doe wel en zie niet om.’