24 augustus 1883
Brief van Cornelia Hendrika de Jong aan Multatuli. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (¼) beschreven. (M.M.)
Amsterdam 24 Aug. '83
Hoogeerwaarde Heer,
Mijn adres - Muiderstraat 10 - heb ik niet geschreven, omdat ik geen antwoord verwachtte. U heeft wel wat anders te doen dan elken brief te beantwoorden. Dat uw schrijven een groote verrassing voor mij was, spreekt van zelf; ik zal het bewaren. Ik schrijf u zoo spoedig, omdat u niet zeker was van de aankomst van uw brief; hoe uwe pogingen om mijn adres nauwkeurig te weten mij onaangenaam zouden kunnen zijn [1.] Multatuli was steeds zo hoffelijk, tot het uiterste te trachten ongetrouwde vrouwen niet te kompromitteren door getoonde belangstelling van mannenzijde., begrijp ik niet. Uw adres heeft de Heer Versluys mij geschreven.
Geloof toch, dat u ons, vrouwen, veel goed doet met het uitoefenen van uw hoogpriesterlijk ambt.
Met innige dankbaarheid.
Uw u liefhebbende leerling
C.H. de Jong