Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
11 augustus 1883
van
Multatuli
aan
Joh. F. Snelleman, Henriëtte Dupont
Volledige Werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883 (1991)
11 augustus 1883
Brief van Multatuli aan J.F. Snelleman en J.H. Dupont. Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Nieder Ingelheim 11 Augs 1883
Waarde Snelleman, of laat my liever me tot U beidjes wenden, en U aanspreken als bruidegom en bruid [1.] Johan François Snelleman trouwde op 23 augustus met Josepha Hendrika Dupont.! Hartelyk geluk gewenscht met Uw verloving, en dank voor de mededeeling. Eergister avend heb ik terdeeg aan U en Uw feest gedacht, en door 'n huiselyke oorzaak werd ik zeer tegen m'n zin verhinderd U daarvan telegrafisch blyk te geven, wat me geducht speet. Ik wensch u van harte toe dat uwe vereeniging u al 't heil moge opleveren waartoe ze vatbaar is. De teleurstelling die velen ondervinden ligt soms in onberedeneerde overspanning der verwachtingen. Kan de natuur 't helpen dat wy verkeerd rekenen, en vyf pooten toeschryven aan de schapen onzer illusien? Zy geeft er, en ze moet wel, maar vièr. Ook 't huwelyk heeft maar vièr pooten, of liever: 't mag en kan om noch monster noch mank te zyn niet meer of minder hebben dan uit den aard der zaak voortvloeit. Fontenelle [2.] Fontenelle: het citaat is van F. de La Rochefoucauld (1613-1680), nl. uit diens Maximes, no. 113. (meen ik) heeft gezegd: ‘j'ai connu de bons mariages, mais je n'en ai jamais vu de délicieux.’ [3.] J'ai connu de bons mariages enz.: ik heb goede huwelijken gekend, maar nooit verrukkelijke (fr.) Ik weet niet wat hy met ‘delicieux’ bedoelt, doch als hy daarmee zeggen wilde dat geen huwelyk ooit beantwoordde aan de eischen die we stellen in onze hoogdravende verbeelding, had hy gelyk. Dan echter is 't ook maar 'n waarheid à la Palisse [4.] La Palisse: une vérité à La Palisse is een franse uitdrukking voor ‘een waarheid als een koe’. - zooals de meeste dictons [5.] dicton: zegswijze, gevleugeld woord (fr.), ten zy ze ònwaar zyn - want niets ter wereld beantwoordt aan de illusie. En dit niet omdat de Natuur 't goede niet levert, maar omdat wy meer dan 't goede - d.i. iets ànders dan 't ‘goede’ - verwachten. De beste bruidegom (wezenlyk, Jo!) is maar 'n mensch. En de liefste bruid - (waarachtig, Snelleman) is maar... nu ja, ook maar 'n mensch! Och, weest er bly om! Engelen zyn 'n vervelend volkje. Niets gaat boven 't eenvoudig-goede. Daarom zeg ik zoo weinig niet, als ik U van ganscher harte 'n goed huwelyk toewensch.
Ik mag niet lang schryven, omdat ik... schryven moet. 't Heeft iets van den molenaar die zich van wyn moest onthouden omdat-i geen water had. Ik moet de dingen waarin ik 't hartelykst deel neem, wegdringen om me bezig te houden met schryvery voor 't métier, iets dat me vreeselyk tegen de borst stuit. Niemand zal ooit kunnen beseffen hoe alle publiciteit me walgt. Ik blyf er dan ook by dat er iets indelicaats, en dus: onzedelykheid in ligt, zich en z'n intieme gedachten te laten kyken aan Publiek. En 't ergste daarvan is nog dat men z'n vrienden moet afschepen met den afval van z'n gemoed, of zelfs met niemendal. De natuur geeft niets present, maakt twee nooit tot drie. Wie z'n ziel op de pers laat leggen, kan haar niet gebruiken voor wat anders. Wees zoo goed aan Henriette [6.] Henriëtte: een zuster van Jo Dupont. (Zie bij 19 december 1882.) te zeggen dat ik er naar verlang, haar te schryven. En U, Snelleman, verzoek ik - zeker zult ge lachen, omdat ge niet terstond het verband vat - U verzoek ik latyn en grieksch te leeren. 't Verband zit hem in Henriette's studien en 'n gesprek dat ik eergister had met Dr Muller (den Dageraadsman) [7.] Dr. H.C. Muller was leraar grieks en latijn. over 't al of niet nuttige van 't klassieke. Meen niet dat ik een naprater ben van de ouwerwetsche aanhangers der zaak. Ik meen goede gronden voor m'n opinie te hebben als zelfstandig beoordeelaar en zelfs als vinnig tegenstander van de luî die schynen te denken dat latyn en grieksch àlles, of zelfs 't voornaamste, is. O neen. 't Is byzaak, maar 'n nuttige byzaak, en als zoodanig niet te versmaden. Als huwelyksgeschenk bied ik u dus den raad aan, u te gaan verdiepen in mensa, mensae [8.] mensa, mensae: de tafel, van de tafel (lat.) Mensa is het gebruikelijke voorbeeld om de verbuiging van de eerste deklinatie te leren..
En... terstond, alsjeblieft! Want zie, als ge den sprong door dat tonnetje uitstelt tot... ja, tot wanneer? Als ge uitstelt, zal er 'n oogenblik komen dat Jo uw gedeclineer toepast op zich zelf, en huilend by haar mama zal komen klagen dat de honeymoon [9.] honeymoon: wittebroodsweken (eng.) uit is, want dat haar booswicht van'n ega haar verraden heeft pour les beaux yeux [10.] pour les beaux yeux: omwille van de mooie ogen (fr.) van τύπτω,τύπτεις [11.] τύπτω, τύπτεις: ik sla, jij slaat (gr.), voorbeeld van griekse vervoeging. (vraag aan Henriette.) Als ge nu terstond begint, kan ze 't later niet uitmaken voor 'n nieuwe liefde. Jo zelf moet er op aandringen. Ik geef haar in overweging u op rantsoen te stellen (7½ kus daags?) tot ge haar in 't grieksch kunt bezweren U op ruimer dieet te stellen, en haar te verzekeren dat ze 't liefste vrouwtje van de wereld is.
(Zonder gekheid, als redakteur is bekendheid met de z.g.n. klassische litteratuur, ook als men de schryvery slechts beschouwt als: industrie, als kostwinning, zeer nuttig. ‘Zoogenaamd’ klassiek, zeg ik want ik weet niet wat men eigenlyk met dat woord bedoelt. Op zichzelf beschouwd is't bestudeeren van oude talen niet belangryker of verhevener dan 't leeren van boerenfriesch. Maar wèl is't van belang, in verband met de eischen des tyds, en ter beoordeeling van wat er op de ‘oudheid’ gevolgd is en nu bestaat. ‘Klassieke’ studien (mooi of leelyk dan, die vertellinkjes en wyzigheidjes der oudheid. Ik loop er zeer dikwyls niet hoog mee, o neen!) toch geven zy inzicht in de wordingsgeschiedenis der denkbeelden. Maar nu toucheer ik aan dingen waarover ik aan Henriette schryven wou en wil, dus basta voor vandaag.)-
Ja, basta! Wat 'n rare felicitatie-brief. Neem 't voor lief. Dat zùlt ge. Want in de stemming dezer dagen ziet ge alles (ook malle brieven) door 't gekleurd glas van uw eigen geluk. Ja, liefhebben is: goed zyn. Welnu, hebt elkander lief, en weest goed en weest gelukkig!
Maakt ge een reisje? Zoo ja, waarheen? Leidt uw weg langs N. Ingelheim? Natuurlyk zult ge hartelyk welkom zyn. Maar als ge niet hier komt, maak geen excuses. Ik begryp en billyk zelfs, dat men op 'n huwelyksreisje liever slechts vreemden ziet.
Mag ik u verzoeken myn beleefde groeten over te brengen aan de familie Dupont? ja, allemaal hartelyk gegroet!
Uw liefhebbende
Dek
O Snelleman, o Snelleman, berst van jalouzie, broodnyd, woede! M'n vrouw heeft 30 zeer welvarende zeer flinke, zeer mooie, zeer geslaagde zeer... al wat je wilt halfwas kippetjes voor (ik meen) 60 penning 't stuk verkocht! Pends-toi, Crillon! [12.] pends-toi, Crillon: hang je maar op, Crillon (fr.). Louis de Crillon (1543-1615), was een befaamde kapitein en wapenbroeder van Hendrik IV. Deze schreef hem een beroemd briefje na de overwinning bij Arques: ‘Pends-toi, brave Crillon, wij hebben gewonnen bij Arques en jij was er niet bij!’ (Toch betwyfel ik de réussite der zaak op groote schaal)
alzoo: ne te pends pas!)