22 januari 1883
Brief van J.H. Anschütz aan V. Bruinsma. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 beschreven. (M.M.)
Amsterdam 22. 1. 83.
WelEdl. Zeer Gel. Heer, [1.] Boven deze aanhef is door Bruinsma in potlood genoteerd: Vondelskade 87 beantw. 31 jan. '83.
Hoe staat 't met het huldeblijk van Multatuli? Bij mij berusten nog steeds vijf gulden, door een mijner vrienden (de student in de scheikunde H.L. Stoel te Haarlem woonachtig) op de lijst in 't Leesmuseum ingeschreven. Ik heb U den 11en December 82 f2, 50 per postwissel voor de jaarlijksche M. toelage gezonden. Hopende eens iets van 't huldeblijk te vernemen, blijf ik
Uw. dw.
J H Anschütz